Op deze blog schrijf ik allerlei stukjes uit mijn jeugd, gezin en andere zaken, die mij op dat moment bezig hielden.
Op mijn tweede blog heb ik mijn creativiteit los gelaten. Was het eerst borduren en breien, nu is het bijna alleen nog maar haken wat me heerlijk van de straat houdt.
Avalon`s creablog: http://avalon022.blogspot.com/

Vanaf 2005 hou ik een digidagboek bij. Ik heb hierin over vanalles geschreven. Soms schrijf ik drie stukjes in een week en soms duurt het maanden voordat ik weer inspiratie krijg om iets op te schrijven. Dat kan dus vanalles zijn, heel persoonlijke dingen, wanneer ik niet lekker in mijn vel zit, herinneringen uit mijn jeugd en de tijd dat we met onze kinderen als gezinnetje samenwoonden, vakantie- of dagtripverhaaltjes, maar ook gekke, droevige of gewoon dagelijkse dingen die ik om mij heen registreer en waarover ik het leuk vind iets te schrijven. Alle verhaaltjes staan sowieso in pdf formaat ergens prive op laptop of externe schijf, maar ik heb besloten om zo langzamerhand alle verhaaltjes alsnog te publiceren op deze blog. Veel leesplezier.

Ps-1. Al bladerend door de onderwerpen zie ik nu [1-8-2013] dat het een rommeltje is geworden met de lettertypes en grootte van letters. Hoe dat komt weet ik niet. Wel weet ik dat ik ze zo niet gepost heb. Nu [26-2-2021] is het nog steeds niet veel beter. Het is jammer, dat ik niet meer grip heb op de lay-out van de stukjes. Maar goed, ik heb me helaas te houden aan de beperkte mogelijkheden. Het zij het zo, maar een rommeltje blijft het.

Ps-2. De bovenstaande foto is door mij genomen in een goddelijk rustige omgeving in de buurt van Säffle [Midden Zweden] in juni 2012.

zondag 14 april 2013

Het Rijksmuseum

Geschreven: 14 april 2013
Dagtekening: ca. 1950-1970, 1990 en 2013


Toen ik gisterenavond naar de opening van het Rijksmuseum te zat te kijken dacht ik ineens weer aan de eindeloze zwerftochten die ik tijden mijn jeugdjaren in Amsterdam in het museum had ondernomen. Hoe dat zo kwam? Via mijn lagere school, die beslist niet standaard was, bezocht ik vijf keer het Rijks- en vijf keer het Stedelijk Museum. Hoe we er kwamen weet ik niet meer, maar het zal wel met de tram geweest zijn, maar wat ik wel weet dat dit de basis is geweest voor veelvuldige bezoekjes naderhand. Ik hoefde alleen maar de fiets te pakken om erheen te rijden en voordat ik het museum via de linkervleugel binnen ging, reed ik altijd even de onderdoorgang heen en weer, want ook die ervaring wilde ik voor geen goud missen. In het museum wist ik precies waar ik kon vinden wat ik wilde zien. Natuurlijk Rembrandt, Hals, Vermeer en alle andere bekende 16e eeuwse schilders, maar ook Van Gogh en de franse impressionisten hadden mijn voorkeur. Maar één schilder stak boven alles uit. Voor de serene en bijna mystieke uitbeeldingen van de kerkinterieurs van Saenredam bleef ik altijd wat langer staan. Toch zo in het algemeen hadden en hebben de schilderijen waarin het leven van de gewone mensen werden uitgebeeld mijn absolute voorkeur. Hoewel van Jan Steen, waarvan ik pas sinds gisteren via een BBC documentaire hoorde dat hij een kroegbaas was geweest, ontging me essentie op die leeftijd.

Ja en dan de Nachtwacht. Natuurlijk de nationale trots. Ik bleef er altijd wel even bij hangen, maar om heel eerlijk te zijn, begrijp ik niet waarom juist dat schilderij die enorme bekendheid heeft gekregen die het heeft. Maar dat kan je ook zeggen van Rembrandt zelf. Waarom juist hij. Het schilderij is schitterend, maar ik ben veel mooiere tegengekomen in het museum. Wat mij vooral intrigeerde was de foto of het schilderijtje [dat weet ik niet meer] wat naast de Nachtwacht hing. Daarin werd uitgebeeld welke stukken/repen ze van het schilderij hadden afgesneden, om hem passend te maken. Het verbaasde me, dat ze er nog een afbeelding van hadden, maar bovenal vond ik het doodzonde dat ze dat gedaan hadden. Helaas ging dat zo in die tijd.

Maar los van alle schilderijen was er voor mij een tweede, minder bekend deel wat me bovenal interesseerde. In de linkervleugel bevond zich het geschiedenisdeel van het museum. Het is heel gek, want ik herinner me er nauwelijks iets van en toch weet ik nog precies dat ik juist dat deel altijd bezocht. Wat ik ook nog weet dat er schaalmodellen van oorlogsschepen stonden, die ik niet interessant vond, maar wat het nou juist was wat ik wilde zien weet ik niet meer. Behalve één ding. Het kolossale schilderij van de slag bij Waterloo. Een enorme afbeelding van een man [zal Napoleon wel geweest zijn] op een steigerend paard, met daaromheen allemaal soldaten, die zo realistisch en bloederig waren uitgebeeld, dat het schilderij gemakkelijk kan wedijveren met een hedendaagse vieze horrorfilm. Nee mooi vond ik het niet, waarschijnlijk alleen maar smerig en eng. Als ik alles had gezien liep ik als laatste nog even de zaal met de grote poppenhuizen binnen. In mijn herinnering stonden er twee grote en nog een paar kleintjes. Toen ik jaren later in Windsor Castle de poppenhuizen zag, moest ik nog even terugdenken aan deze bezoekjes, want ze leken heel veel op elkaar.


Ook herinner ik me nog één speciaal bezoek aan het museum. Dat was in de herfst van 1969, toen tijdens de grote Rembrandt tentoonstelling, die was opgezet vanwege de 300 jarige sterfdag van de schilder, al zijn werken vanuit de Hermitage te Stalingrad of St.Petersburg zoals het toen nog heette, in Amsterdam te zien waren. Samen met mijn moeder bekeek ik deze tentoonstelling, die heel bijzonder was, want deze werken kwamen bij hoge uitzondering Rusland [Sovjet Unie] uit.

Na mijn vertrek uit Amsterdam ben ik jaren later met een engelse vriend [Ralph Matthews] nogmaals naar het Rijksmuseum geweest. Het was een bliksembezoek, waarin ik niet veel meer gezien heb, dan de Nachtwacht en de andere bekende schilderijen van de 16e eeuwse schilders. Het was wel grappig om als toerist en met een toerist het museum te bezoeken, maar eigenlijk viel me maar één ding op waar ik echt niet blij mee was. De omgeving van de Nachtwacht was veranderd. Of hij nou verplaatst was of niet, daar kon ik niet achterkomen, maar hij hing in een vrij donkere omgeving, waarin het schilderij door de belichting goed zou moeten uitkomen. Ook was de kijkafstand vergroot, waardoor je mede door de in mijn ogen slechte verlichting het schilderij minder goed kon zien. Jammer allemaal, maar okee, het zal wel aan mij liggen, want ik heb er nooit klachten over gehoord.

Terug naar het heden en een tijdssprong van weer ca. 25 jaar na mijn laatste bezoek, zie ik de beelden vanuit het nieuwe museum. Wat is dat allemaal schitterend. De Nachtwacht in een goede verlichting en de mooie grijze muren zijn veel rustgevender dan al dat wit wat ik gewend was. Ik merk het al, het wordt hoog tijd om de gratis toegangskaarten voor het museum die in Karel`s kerstpakket zaten maar eens te gaan gebruiken, want dit wil ik graag met eigen ogen zien.