Op deze blog schrijf ik allerlei stukjes uit mijn jeugd, gezin en andere zaken, die mij op dat moment bezig hielden.
Op mijn tweede blog heb ik mijn creativiteit los gelaten. Was het eerst borduren en breien, nu is het bijna alleen nog maar haken wat me heerlijk van de straat houdt.
Avalon`s creablog: http://avalon022.blogspot.com/

Vanaf 2005 hou ik een digidagboek bij. Ik heb hierin over vanalles geschreven. Soms schrijf ik drie stukjes in een week en soms duurt het maanden voordat ik weer inspiratie krijg om iets op te schrijven. Dat kan dus vanalles zijn, heel persoonlijke dingen, wanneer ik niet lekker in mijn vel zit, herinneringen uit mijn jeugd en de tijd dat we met onze kinderen als gezinnetje samenwoonden, vakantie- of dagtripverhaaltjes, maar ook gekke, droevige of gewoon dagelijkse dingen die ik om mij heen registreer en waarover ik het leuk vind iets te schrijven. Alle verhaaltjes staan sowieso in pdf formaat ergens prive op laptop of externe schijf, maar ik heb besloten om zo langzamerhand alle verhaaltjes alsnog te publiceren op deze blog. Veel leesplezier.

Ps-1. Al bladerend door de onderwerpen zie ik nu [1-8-2013] dat het een rommeltje is geworden met de lettertypes en grootte van letters. Hoe dat komt weet ik niet. Wel weet ik dat ik ze zo niet gepost heb. Nu [26-2-2021] is het nog steeds niet veel beter. Het is jammer, dat ik niet meer grip heb op de lay-out van de stukjes. Maar goed, ik heb me helaas te houden aan de beperkte mogelijkheden. Het zij het zo, maar een rommeltje blijft het.

Ps-2. De bovenstaande foto is door mij genomen in een goddelijk rustige omgeving in de buurt van Säffle [Midden Zweden] in juni 2012.

maandag 29 juli 2013

Autorijden

Geschreven: Opperdoes, 1 november 2005
Dagtekening: 1995-2005

Wat voor de een de doodnormaalste zaak van de wereld is, is het voor een ander niet. Een waarheid die zeker opgaat voor het onderwerp van dit stukje. Maar laat ik bij het begin beginnen. Zoals ik al stelde is autorijden voor de meeste mensen de doodnormaalste zaak van de wereld. Nou voor mij niet hoor. Alles wat er gereisd moest worden ging tot 1996 altijd met het openbaar vervoer en wij als gezin wisten niet beter. Het ging meestal goed, en je kwam altijd waar je wezen moest. Misschien niet altijd even vlot en gemakkelijk, maar daar waren we aan gewend. In de meeste gevallen deed een bakje koffie wonderen als je eens moest wachten en een boek was altijd in de buurt.

Toch begon er bij mij begin jaren 90 iets te knagen. Dat had ik al wel eerder gehad, maar toen kon ik me de luxe van een rijbewijs echt niet permiteren en dacht ik er niet meer aan. In de zomer van 1995, begon ik jaloers te worden op iedereen die een rijbewijs bezat en toen tot overmaat van ramp Suzanne ook begon met rijlessen, heb ik mezelf maar eens bij elkaar geraapt. Ik was net 50 jaar geworden, en als ik niet achter de geraniums wilde belanden moest ik actie gaan ondernemen. Niet nog 5 jaar wachten, maar nu. Aan Karel had ik niets. Het kon hem allemaal niets schelen, ik moest maar doen waar ik zin in had. In juni heb ik de stoute schoenen aangetrokken en ben ik een theoriecursus gaan volgen. Het was een eendagscursus. Dwz. een zaterdag lang les in de stikkende hitte in een garage in Grootebroek, Oostersluis om daarna de hele materie stomweg uit je hoofd leren. De volgende woensdagmiddag
gingen we dan met de bus naar het CBR in Alkmaar om examen te doen. Tot mijn stomme verbazing had ik een maar 1 fout en was daarme een van de beste van de groep. Ha, de ouwetjes deden het nog best. Het enige wat ik me daarvan verder nog herinner is dat het in de bus terug heel wat gezelliger aan toe ging dan op de heenreis. Ja zielig voor degenen die gezakt waren, maar daar was ik gelukkig niet bij.

Nu begon het zwaardere werk. Voor mij was een auto een ding met vier wielen, waar je voor uit moest kijken, want ik wist werkelijk helemaal niets. Als een instructeur met een blanco leerling wil beginnen, dan had deze met mij de hoofdprijs. Ik had nog nooit van een koppeling gehoord en ook de witte achterlichten bij het achteruitrijden waren onbekend en zo kon ik nog wel meer voorbeelden geven. De eerste les zal ik ook nooit vergeten. De instrukteur die in leeftijd mijn zoon zou kunnen zijn reed naar de parkeerplaats aan de Prins Willem Alexanderlaan waar we oeverloos bochten gingen rijden. Ik hoefde alleen maar te sturen en gas te geven en dat was maar goed ook. Daar had ik al mijn aandacht wel voor nodig. De tweede les was eigenlijk ook alleen maar sturen en gasgeven, maar nu wel op de openbare weg. De linkerd van een Minco de Graaf, want dat was de naam van de instructeur stuurde me vanaf
Hoorn de dijk op naar Enkhuizen. Doodeng, en ook vol bochten. Achteraf blijkt dat het bij hem standaard was om de tweede les deze dijk af te zakken, want Suzanne, die ook bij hem reed kreeg in haar tweede les dezelfde opdracht. De derde keer kwam ook het schakelen erbij en dat was toch wel een van de moeilijkste handelingen om aan te leren. Als ik tegenwoordig voor een rood stoplicht sta denk ik nog wel eens terug aan die spannende tijd. Toen zag ik met angst en beven het moment aankomen dat dat licht op groen zou springen en ik moest optrekken. Ging het goed of sloeg de motor weer eens af. Nu kan ik me bijna niet meer voorstellen dat ik er moeite mee had. Het ging eigenlijk allemaal wel goed en ik vond het geweldig. De prijs van de lessen was toen 50 oude nederlandse
guldentjes per les, als je er 10 tegelijk betaalde of 65 gulden per 10 lessen per keer. Dat was toen ook al schandalig duur.

De lessen waren oergezellig en er is heel wat afgekletst in die auto over van alles en nog wat. Minco was een harstochtelijke voetballer en Ajaxfan en zijn vriendin reisde voor haar werk de hele wereld af. Ook namen Suzanne en ik wel eens lessen na elkaar, zodat we met z`n drieen op pad gingen. Meestal reed ik in Hoorn, want daar moest ik uiteindelijk ook afrijden. De hellingproef deed je op de dijk van Enkhuizen of in Hoorn bij de Vollerswaal. Dat was het meest onmogelijke en onoverzichtelijke punt van Hoorn, want dan moest je de hellingproef nemen, uitkijken of er niets aankwam, wat je alleen kon zien in de ruiten van de huizen, etc. Dat was dus een plek waar je hopelijk niet met je examen werd heengestuurd, want dan kon je het wel schudden.

In november moest ik de eerste keer opkomen. Ik vond het zelf te vroeg, maar Minco zei dat het wel kon. Nou ja de heer van de Berg, de examinator, vond dat dus niet. Ik was nog te onzeker en had de auto toch nog niet geheel onder controle volgens hem. Ik was best wel boos en het was voor mij ook een nieuwe ervaring om eens voor een examen te zakken. Dat was me nog nooit overkomen. Op 11 januari 1996 had ik meer succes. Weer dezelfde examinator, maar hij was nu beter geluimd en met de eer van de twijfel, zoals hij het noemde, wat ik niet begreep, kon ik daarna op het gemeentehuis van Stede Broec dat kostbare roze papiertje gaan halen. Alle eer aan Minco, die mij een eigenwijze maar goede leerling vond. En daar had hij ook volkomen gelijk in.

Dat dit mijn leven zo volslagen zou veranderen kon ik toen nog niet weten. Ik heb een gigantische inhaalslag gemaakt. We zijn werkelijk overal heen geweest, hebben alles en iedereen heropgezocht en konden nu eindelijk komen, waar het openbaar vervoer het aflegde. In eerste instantie alleen in Nederland en later in het buitenland, hebben we de meest mogelijke en onmogelijke weggetjes ontdekt. Deze vrijheid is geweldig en het rijden ook. Ik vind het heerlijk, ook nog bijna 10 jaar rijden en ruim 200.000 kilometer later.

Toch neemt dit stukje aan het eind een hele triest wending. Begin mei 2005 lees ik een klein stukje in de krant. "Voetballer overlijdt aan een hartstilstand". Bij de overlijdingsadvertentie zie ik het meteen. Minco 1-7-1968- 1-5-2005. Nee he, dit kan niet waar zijn. Op het moment dat ik het nu schrijf krijg ik weer tranen in mijn ogen. Dit kan niet en dit mag niet, maar toch gebeurt het. Waarom? Hij was nog zo jong. Suzanne, was totaal kapot van het bericht, want zij heeft nog veel langer bij hem gereden. Enkele dagen later zit ze bij mij in de auto. Uiteraard kwam het gesprek weer op Minco en ze zegt ineens tegen mij "Mam, nu moeten we wel erg netjes gaan rjiden hoor, want er wordt op ons gelet. Minco ziet alles van boven". Deze opmerking zal ik nooit meer vergeten. Natuurlijk mopper ik nog steeds op mijn medeweggebruikers. Als ik dat niet zou doen ben ik ziek, maar ik toch hou ik altijd rekening met het feit dat ik van bovenaf in de gaten gehouden wordt,