Op deze blog schrijf ik allerlei stukjes uit mijn jeugd, gezin en andere zaken, die mij op dat moment bezig hielden.
Op mijn tweede blog heb ik mijn creativiteit los gelaten. Was het eerst borduren en breien, nu is het bijna alleen nog maar haken wat me heerlijk van de straat houdt.
Avalon`s creablog: http://avalon022.blogspot.com/

Vanaf 2005 hou ik een digidagboek bij. Ik heb hierin over vanalles geschreven. Soms schrijf ik drie stukjes in een week en soms duurt het maanden voordat ik weer inspiratie krijg om iets op te schrijven. Dat kan dus vanalles zijn, heel persoonlijke dingen, wanneer ik niet lekker in mijn vel zit, herinneringen uit mijn jeugd en de tijd dat we met onze kinderen als gezinnetje samenwoonden, vakantie- of dagtripverhaaltjes, maar ook gekke, droevige of gewoon dagelijkse dingen die ik om mij heen registreer en waarover ik het leuk vind iets te schrijven. Alle verhaaltjes staan sowieso in pdf formaat ergens prive op laptop of externe schijf, maar ik heb besloten om zo langzamerhand alle verhaaltjes alsnog te publiceren op deze blog. Veel leesplezier.

Ps-1. Al bladerend door de onderwerpen zie ik nu [1-8-2013] dat het een rommeltje is geworden met de lettertypes en grootte van letters. Hoe dat komt weet ik niet. Wel weet ik dat ik ze zo niet gepost heb. Nu [26-2-2021] is het nog steeds niet veel beter. Het is jammer, dat ik niet meer grip heb op de lay-out van de stukjes. Maar goed, ik heb me helaas te houden aan de beperkte mogelijkheden. Het zij het zo, maar een rommeltje blijft het.

Ps-2. De bovenstaande foto is door mij genomen in een goddelijk rustige omgeving in de buurt van Säffle [Midden Zweden] in juni 2012.

maandag 29 juli 2013

Isle of Man

Geschreven: Opperdoes, 17 mei 2009
Dagtekening: Zomer 1990+1993+1999+2001

Een paar weken geleden kreeg ik van Suzanne een film genaamd "The Fairyking of Ar". De titel klonk wel interessant, maar verder zei het me niets. Toen ik ging kijken werd ik echter blij verrast. Bij aanvang van de film opent een elfje een sprookjesboek waarna een stereotype oma begint voor te lezen. Een jongen en een meisje luisteren aandachtig:

"Heel lang geleden leefde er een sprookjeskoning die Ar heette. Ar woonde op Angel Island en na 1000 jaar regeren betrad de eerste mens zijn koninkrijk. De koning en zijn volk vonden mensen groot, luidruchtig en destructief en mensen hadden geen tijd voor het bedaarde sprookjesvolk. Het duurde niet lang of de mensen begonnen Ar en zijn volk te verdrijven naar de rand van het eiland bij de diepe groene zee. Ar zat in de val.Verdergaan kon niet meer. Hij stuurde een boodschap naar het groene Erin [The Emerald Isle] waarin hij Timish, de kabouterkoning om hulp vroeg. Maar Timish kon niets doen, want het volk van Ar mocht het groene Erin niet op. Omdat hij toch iets wilde doen voor zijn neef Ar vroeg hij de reus Fin Mac Coole om hulp. Meestal was Fin Mac Coole een slechte reus, maar nu wilde hij Ar graag helpen in ruil voor de hand van de dochter van Ar, Tumbeleen. Dat ze met de reus moest trouwen stemde haar droevig maar haar vader wist haar toch over te halen. En de overeenkomst werd beklonken tot vreugde van het sprookjesvolk. De reus rukte een groot stuk van het groene Erin los en gooide het enorm ver de lucht in, waarna het in zee belandde. Toen de rust was weergekeerd en de zee was bedaard bulderde de reus over het water tegen Ar dat het nieuwe eiland Man moest heten naar de koning der zee en dat Ar er mocht wonen zolang Tumbeleen zijn vrouw was. Ar bracht zijn volk naar het nieuwe land en gaf een groot feest waarvoor hij de reus uitnodigde. Tumbeleen droeg een japon van zijde, en een kroon van bloemen. Ze was klaar om de reus te huwen en wachtte bij de rotskust op Fin Mac Coole, die door het water waadde op weg naar het nieuwe land. De reus brult: "Koning, ik heb gedaan wat u vroeg. Nu wil ik mijn bruid". Tot verbazing van iedereen begon Ar heel hard te lachen: "Domme reus, dat kan toch niet? Je bent te groot voor dit eilandje en Tumbeleen mag niet op Erin komen. Waar zou je moeten wonen? De reus was hier natuurlijk niet blij mee. Sterker nog, hij was witheet van woede. Hij schepte met één hand het volk van Ar op, groef een groot gat en stopte Ar en zijn volk erin. Hij begroef ze onder een diepe laag zand en bulderde over het water: "King Ar, jij geniepige dwaas. Het land dat ik je gegeven heb, zal nu voorgoed je gevangenis zijn".


Tot zover de intro van de film. Dan begint het verhaal met een gezin die per auto over het eiland Man rijdt. In een van de eerste shots zie je dat ze over de Fairybridge rijden . Moeder zegt dat de kinderen [dezelfde die werden voorgelezen door oma] naar oud gebruik de fairies moeten groeten. Met een verveeld gezicht doen zij dit.

Toen ik de film tot zover gezien had buitelden er een heleboel herinneringen door mijn hoofd. Wauw dat was leuk. Toen ik daar met Karel op het eiland was hoorde ik Maurice precies hetzelfde zeggen toen wij over de Fairybridge reden. Ook hij vertelde over het gebruik dat de mensen sinds jaar en dag zodra zij over de brug rijden de fairies groeten. Als geheugensteuntje hebben de authoriteiten er een bord bij geplaatst, zodat je het vooral niet zal vergeten. En dat deden wij ook niet, want iedere keer dat we over de brug reden [en dat gebeurde nogal eens omdat het eiland nogal klein is] groetten we de fairies.

De herinneringen blijven buitelen. Hoe kwamen we juist daar op zo`n bijzonder eiland. Het eiland dat volgens de legende door Fin Mac Coole in de Ierse Zee was gegooid, het eiland dat vol zat met allerlei bijzondere tradities en vooral het eiland dat nog niet ontdekt was door het massatoerisme.
Ik wist er niets van en Karel was het alleen bekend door de trams en treinen. Dat was ook de reden dat wij er mee in aanraking kwamen. Hoe dat zo ging? Dat is een heel verhaal. In de jaren 80 was mamma in Aboude bevriend met een dominees-echtpaar. Van dominees is bekend dat zij niet zo gek veel geld hebben en om dan toch nog een mooie vakantie te kunnen hebben ruilden zij huizen. Niet alleen in het binnenland maar ook buiten onze landsgrenzen werd dit gedaan. Hoe die domineesfamilie, vrienden van mijn moeder nu juist op Man terecht kwamen vertelt het verhaal niet, maar omdat de dominee waarmee zij hadden geruild ook een fervente treinenliefhebber was en is, dachten ze aan Karel. Op een dag kwam mijn moeder aan met de mededeling dat die dominee voor hem een afspraak had gemaakt en dat hij maar eens een brief moest schrijven naar de Reverend op het eiland Man om het gezellig over treinen te hebben. Dat is gebeurd en het resultaat van die afspraak is één tot op heden durende vriendschap van ons met Maurice,Pauline, Andrew en Barbara, die tegenwoordig weer op het engelse vastenland wonen. De eerste reis er naartoe was spannend. We hadden wel een jaartje of wat gecorrespondeerd en er waren natuurlijk ook wel wat fotootjes uitgewisseld, maar ik neem er mijn petje voor af dat ze ons zomaar uitnodigden in hun huis op Man. We hadden het bezoek gekoppeld aan een vakantie, zodat we dus al een stuk reis erop hadden zitten in London en York, toen we per trein naar Liverpool gingen. Daar zouden we elkaar ontmoeten. Hoe? Zij wisten met welke trein we zouden arriveren, en ik vergeet nooit dat beeld dat zij daar in de stationshal van Liverpool stonden met het stuk karton voorzien van onze naam.



Voor het eerst in een rechtsgestuurde auto reden we naar de haven van Liverpool voor de Ferry naar Man. Door Maurice attent gemaakt op de wereldberoemde Liverbirds, waaraan Liverpool zijn naam ontleend, voeren we naar het eiland. De boot had ook al zo`n mooie feeërieke naam: The Lady of Mann.  Tevens zagen we op de achterkant van de boot voor het eerst het driebenige symbool wat je overal op het eiland tegenkomt. Officieel heet het een "triskelion", die zijn oorsprong vindt in een vroeg keltsch zonnesymbool, maar Maurice had op onze vraag wat het   symbool betekende een veel simpelere uitleg. Hij zei "Hoe  je het wendt of keert, het komt altijd op zijn pootjes terecht". Dat was een goeie! want welke intellectuele uitleg ik vond, er was er geen een die het duidelijker verwoordde dan deze. Ook de vlag van Man voert dit symbool. 




Ik mijmerde door over de bezienswaardigheden op het eiland die indruk op me hebben gemaakt; de mystiek van de Kelten die er hangt, de onverstaanbare en onleesbare taal [Manx Gaelic], en onze vriendschap met Maurice, Pauline, Andrew en Barbara. Zij gidsten ons over het hele eiland en lieten ons dingen zien die wij als "normale" toerist nooit zouden hebben gevonden. Bijzonder was het kenteken van hun auto. Dat was een Manx kenteken met de lettercombinatie MAN erop, iets waar hij jaren later toen hij het eiland verliet moeilijk afscheid van kon nemen.

Eén van de bijzondere plekjes was Nyarbyl. Het staat op geen enkele kaart maar is een kleine inham in het zuiden van het eiland met een schitterende kustlijn. Verder stond er een klein wit traditioneel huisje wat zoals ik het nu zien kan op de foto`s in 1990 nog bewoond was. Niets bijzonders, alleen beeldschoon en geen mens te zien. In 1999 kwamen we daar terug met onze eigen auto. Het was best even zoeken want het stond niet duidelijk aangegeven. Veel was er niet veranderd. De plek was nog net zo rommelig en verlaten, maar de kustlijn was nog even beeldschoon.

Later kwam er nog een auto aan en de man die daar uit kwam sprak ons aan. Hij wilde weten waar we vandaan kwamen en hoe het is vredesnaam mogelijk was dat buitenlanders deze plek konden vinden. Toen we het uitgelegd hadden vertelde hij zijn verhaal. Jarenlang had hij in Australië gewoond was teruggekomen en kon dit plekje ook niet vergeten.






Een tweede ding wat nogal wat indruk op mij maakte in 1990 was de haveloze vikingboot in de haven van Peel. In mijn fantasie zag ik de vikingers hierop de zeeën oversteken en ik vond het reuze zonde om die boot daar zomaar te laten verkommeren. Gelukkig hebben ze wat dat betreft mijn wens verhoord. Toen ik in 1999 terugkwam was diezelfde boot het onderwerp van een schitterend museum geworden. Zo`n mooie presentatie had ik nog zelden gezien. Vier mensen [beelden] trekken het vikingschip aan een touw naar buiten. Dat touw loopt als het ware door de grote ruit van het gebouw heen. De vier mensen staan buiten en het vikingschip ligt in een grote hal binnen in het gebouw.



Tynwald Hill, bij het dorpje St.Johns ligt precies midden op het eiland en is de plek waar op 5 juli de jaarlijkse parlementsbijeenkomsten worden gehouden. Maurice heeft het ons laten zien en verteld hoe het allemaal in zijn werk gaat. Op die jaarlijkse bijeenkomst worden alle wetten van het afgelopen jaar gepasseerd. Naast de heuvel van de bijeenkomsten staat een enorm keltisch kruis. Het vertegenwoordigd de zonnegod Lugh en door zijn afmetingen maakt het de de plek nog indrukwekkender dan het al is. Zeker als je weet dat deze traditie al sinds 1417 onafgebroken wordt gehouden. Als notabele heeft hij dit één keer mogen bijwonen waarop hij terecht bijzonder trots was. Het eiland is niet groot en is vergeven van de historische plaatsen uit de bronzen, neolitische en prehistorische tijden. Logisch, de vikingen en de kelten hebben hier jaren huisgehouden. Het heeft een rijke historie en gaat nog steeds zijn eigen gang, met zijn eigen postzegels en zijn eigen geld.



Een ding zou ik bijna door al mijn mystieke gemijmer vergeten. Dat is dom want dat is toch eigenlijk de aanleiding dat wij op dat eiland beland zijn. Het openbaar vervoer is er uniek. Nergens op de wereld hoor je nog het "geclip-clop" van de paardentram. Dat kan alleen nog maar op de boulevard van Douglas.




In 1993 kwamen er treinenmensen vanuit de hele wereld naar het centennial van de Manx Electric Railway en toen was het eventjes druk op Man. Het eiland stond, zeker in "treinenkringen" even in het middelpunt van de belangstelling. Tijdens die dagen hoorde ik voor het eerst de uitdrukking "Play the game, mate!, wat door de vele fotografen als standaardkreet werd geroepen als je toevallig en zonder dat je het in de gaten had in hun beeld stond. Een mooi voorbeeld hiervan is het volgende verhaal. Twee trams staan naast elkaar in gelid voor een presentatie tijdens dit centennial met alle hotemetoten en alles erop en eraan in Laxey. Voor die trams staat, in een halve cirkelvorm een batterij fotografen van jewelste. Iedereen heeft zich strategisch opgesteld om de mooiste foto te maken. Zelfs keukentrapjes zijn in de strijd gegooid. Komt er een oud vrouwtje, die doodleuk voor één van de trams gaat staan [dus in het volle vizier van die honderden fotografen] om de foto van haar leven te maken. Dat is niet lachen. Of ze echt doof was, Oostindisch doof of alleen maar erg dom, weet ik niet maar ze had totaal niet in de gaten dat ze een beetje in de weg stond. De treinenmensen hebben voor zo`n situatie dus hun eigen term. Play the game mate!, en als je dit hoort, is het verstandig om maar even te moeven, want met het fanatisme van sommige van die fotografen valt niet te spotten.

Maar één evenement heeft The Isle of Man echt op de wereldkaart heeft gezet. Leuk of niet leuk, dat is zijn de jaarlijkse TT races. Tijdens die dagen wordt je er gek en het is dan ook niet verwonderlijk dat vele eilanders massaal emigreren naar het vasteland, Maurice en Pauline toen incluis. Gelukkig duren die races ook niet langer dan een paar weken per jaar en behalve eens een enkele motorracer die aan het trainen is, blijft het een eiland vol rust, waar je lekker kunt relaxen. Natuurlijk ook daar is het leven "gewoon" met al zijn moeilijkheden. We moeten het allemaal niet overdrijven. Maar nu een reisje erheen en het even relaxen er niet inzit ben ik weer blij met mijn computertje. Even googelen en ik bent binnen de kortste keren weer terug op het eiland om even rond te kijken op de plekjes die jaren geleden zoveel indruk op me hebben gemaakt.