Kerst, associeer ik in mijn herinneringen, altijd met een witte kerst. Dat zal er echt niet altijd geweest zijn hoor, want ook toen was het een zeldzaamheid dat er sneeuw lag tijdens de kerstdagen. Zelfs in de roemruchte winter van 1963 was de kerst ook groen. De sneeuw kwam pas begin januari. Natuurlijk hadden wij een kerstboom; één met echte kaarsjes er in. Doodeng!.... en het was ook afgelopen na het jaar dat ik me wezenloos ben geschrokken, omdat de hele boel bijna in de hens was gegaan. Dat er in die tijden niet veel meer is afgebrand is eigenlijk een wonder. Een geweldige brand herinner ik me nog uit die tijd maar die zal waarschijnlijk niet door een kerstboom gekomen zijn. De "C & A" brand. Uiteraard zijn we de volgende dag gaan kijken en het was een gigantisch gezicht. Het hele Damrak stond vol met mensen die dat "ijspaleis" wel eens van dichtbij wilde zien en dat was niet verbazend. Het was geen uitgebrand pand, maar een en al ijs en ijspegels en er was geen roet te zien. Maar ho even, ik dwaal af want ik wilde een kerstherinnering op papier zetten.
Hoewel geen fanatieke kerkgangers hebben mijn ouders een tijd de gewoonte gehad om op kerstmorgen vroeg een kerkdienst bij te wonen in de Oude Kerk in Amsterdam. We reden dan om een uur of tien met de auto door een bijna autoloze stad, over een verlaten Muntplein, via het Rokin, over een uitgestorven Dam en verder het oude centrum in naar het Oudekerksplein. De auto zette je toen nog gewoon naast de kerk op het plein en als je de auto uitstapte werd je verwelkomd door een oorverdovend klokgelui. Ook het orgelspel was al buiten te horen, maar werd binnen steeds luider. Dat orgel is nog steeds wereldberoemd en Feike Asma heeft er, in de jaren 60, talloze klassieke grammofoonplaten mee volgespeeld. Voor de preekstoel stonden klapstoelen en in een grotere kring er omheen stonden de banken voor de rijken, die afgesloten waren met deurtjes. Sommigen daarvan waren om een pilaar heen gebouwd. Het zitgedeelte in de kerk en de preekstoel, die bevestigd was aan een pilaar, waren in het midden van de kerk en eigenlijk speelde de hele kerkdienst zich af in dit kleine gedeelte van de enorme ruimte. Wij zaten altijd op de klapstoelen. Van de diensten zelf herinner ik me weinig of het zou moeten zijn dat de preken altijd akelig lang duurden.Tijdens zo`n preek ging je gedachte alle kanten op, waarbij het plafond en koorhek aan een grondige studie werd onderworpen. Op het laatst hoopte je dat aan het eind van elke zin van de preek het verlossende amen zou worden gezegd, zodat het eind van de dienst in zicht was. In tegenstelling tot de preek vond ik de orgelmuziek fantastisch. Ik vermeldde aan het begin al, dat het orgel heel bijzonder was en de enorme hoogte van het plafond met zijn kruisbogen gaven daarbij nog eens een schitterende akoestiek. Tijdens de dienst waren er geen aparte optredens, zoals tegenwoordig, maar veel gewone zang van de klassieke kerstliederen door de kerkgangers zelf gezongen en hoewel ik absoluut niet kan zingen, zong ik uit volle borst mee. Deze muziek vond ik toen en nu nog steeds in zijn eenvoud eigenlijk de allermooiste kerstmuziek en als er een tv uitzending is van een gewone volkskerstzang blijf ik daar graag nog even naar luisteren. De temperatuur in de kerk was ondanks de aanwezig verwarming vaak ijzig en het tochtte er afgrijselijk. Iedereen hield op zijn minst zijn jas aan, maar soms waren een sjaal en muts ook geen luxe. Na de dienst kreeg je een hand van de dominee en onder begeleiding van luide orgelklanken ging je weer naar buiten. Je reed dan door een stad die intussen al aardig wakker geworden was, weer naar huis. Daar wachtte de warmte en `s avonds het kerstdiner.
Geschreven: Opperdoes, 20 december 2005