Op 13 jarige leeftijd
en na vijf jaar lagere school op de Prof. H. Burgerschool te
Amsterdam werd het voor mij tijd om deze school te verlaten. Aan mijn
ouders de ondankbare taak een school voor mij te zoeken. Het werd de
Christelijke Middelbare Meisjesschool. Zelf wist ik absoluut niet wat
ik wilde gaan doen behalve dan die blauwe maandag dat ik
tramconductrice wilde worden. Ik weet niet hoe ze aan de MMS zijn
gekomen, maar achteraf gezien was het een hele goede keuze. Wel ben
ik er achter gekomen waarom ik juist op die "Christelijke"
school terecht gekomen ben, want er waren natuurlijk nog meer van die
scholen in Amsterdam. Dat had helemaal niets te maken met de
godsdienstige richting alswel met het simpele feit dat je op die
school geen toelatingsexamen hoefde te doen en op de anderen wel.
Daar mijn ouders terecht niet zoveel fiducie zagen in een
toelatingsexamen ben ik dus zondermeer op deze school terecht gekomen
en dat was natuurlijk wel even wennen.
De school stond op een
geweldige locatie. Tw. op een grasveldje schuin tegenover het
Minervapaviljoen in Amsterdam Zuid en omdat dit toen een theater was,
was er nog wel eens wat te doen. De school bestond uit twee kleine
langwerpige houten noodgebouwen met elk vier klassen. Als ik het goed
herinner waren er in ieder geval drie eerste klassen en twee tweede
klassen. De school was pas twee jaar bezig dus hogere klassen waren
er nog niet. De directeur, de heer Jongsma was een eng ventje en toch
waren we nog banger voor Juffrouw Visser, de franse lerares, die
onderdirectrice was. Wegens mijn handicap heb ik vijf jaar in de
middelste rij op de eerste bank gezeten, maar dat vond ik eigenlijk
helemaal niet erg. De tafel waar je met z`n tweeën aan zat stond
recht tegen het podium van de lera[a]r[es] aan en ik kon dus heel
goed zien wat er op diens tafel lag. Ik werd een kei in het op z`n
kop lezen en heb heel wat informatie aan medeleerlingen doorgeseind
achter mij in de klas. De lerarenagenda`s zie ik nog voor me en
vooral repetitiecijfers waren zeer in trek. De mijne had ik altijd
snel gevonden want met de "B" als beginletter van mijn
achternaam stond ik vrij duidelijk in de bovenste regionen. Ik wist
mijn cijfer bijna altijd eerder dan het mij verteld werd en ik weet
nog goed hoe hoe het voelde als het een onvoldoende was. Gelukkig
kwam dat niet zoveel voor.
Daar vooraan zitten
ging prima en ik kon de lessen, getuige mijn schoolrapporten, goed
volgen. Ook de backup van de Prof. H. Burgerschool heeft mij door de
eerste twee jaar heen geholpen. Volgens mijn moeder ben ik maar een
keer huilend thuisgekomen, omdat de Duitse leraar in de tweede klas,
door de klas ging lopen tijdens het dikteren. Toen kon ik het niet
meer volgen en dat resulteerde natuurlijk in een dikke onvoldoende.
Hoe dit opgelost is weet ik niet meer en nu ik dit zo zit te
schrijven verbaast het me eigenlijk dat het niet vaker is
voorgekomen. Van het "Christelijke" hadden we niet veel
last. Godsdienstles hadden we wel, maar dat was meer een tweede
geschiedenisles of lessen over de verschillende culturen en ze waren
beslist niet saai of "christelijk". Het enige wat
waarschijnlijk wel met die beruchte "C" te maken zal hebben
gehad waren de kledingvoorschriften. Absoluut geen lange broek, dat
was uit den boze. Alleen rokken waren toegestaan en dat was echt
"lekker" op de fiets en in de winter! Ik kan me nog
herinneren dat menig kind naar huis is gestuurd om zich om te kleden
omdat ze toch in een lange broek op school waren gekomen. Toen het
langebroekenverbod niet meer vol te houden was bedachten ze iets
anders. Goed dan wel een lange broek, maar dan moest er een rok
overheen. Dan was natuurlijk te belachelijk voor woorden en dat heeft
niet lang geduurd voordat ze het hebben opgegeven.
Na twee jaar waren de
bouwplannen van het Amsterdam Hilton Hotel schijnbaar zover gevorderd
dat wij daar weg moesten en nu staat dus op de plek van mijn oude
school dit gigantische hotel. Wij vertrokken naar de Prinses
Irenestraat aan het eind van de Beethovenstraat. Ook hier hadden we
een houten noodschool bestaande uit twee langwerpige gebouwen in de
vorm van een rij lokalen met een gang ernaast, die later met een
kleine verbouwing werden samengevoegd. Dat had tot gevolg dat de onze
jaarlijkse brandoefening nog steeds in stand gehouden werd. Dat was
de highlight van het jaar. Een keer per jaar ging natuurlijk volkomen
onverwachts het brandalarm af en moesten we zorgen dat we zo snel en
gedecideerd mogelijk zonder meenemen van je spullen naar buiten
gingen, Allemaal buitenstaand kregen we een kleine toespraak van de
directeur en mochten we naar huis. Uiteraard was die extra vrije dag
voor ons het belangrijkste. Daar wilde we best even voor oefenen.
Gelukkig hebben we het nooit nodig gehad want als ik achteraf eens
denk hoe die gebouwen eruit zagen dan weet ik wel zeker dat ze
volgens de huidige brandvoorschriften zouden zijn afgekeurd. Toch
herinner ik me de gebouwen in de Prinses Irenestraat beter want daar
heb ik langer gezeten. In het midden van het lange gebouw was de
ingang met een halletje wat aan beide zijden een rij lokalen had
verbonden door een gang. Die gang aan de achterkant van de lokalen
had enkele nooddeuren die uitkwamen op een klein tegelpaadje langs
een sloot. De beide rijen lokalen werden afgewisseld door een
toiletblok en aan de oostzijde van het gebouw was de kamer van de
directeur. Aan het eind van de gang, ook aan de oostzijde was een
soort aula en het muzieklokaal. Die lange smalle gang gaf een heel
gedoe tijdens het wisselen van lesuur. Als je lokalen ver uit elkaar
lagen had je pech en moest je een enorme wandeling maken en dat deed
je niet in je eentje. De lesroosters waren zelfs zo opgebouwd dat er
met deze lokaalwissels rekening was gehouden. In de pauzes moesten we
naar buiten en alleen in het vijfde jaar mochten we als
vijfdeklassers bij binnenblijven en koffie of thee drinken. Dat was
een enorme verworvenheid. Tegenover ons stond ook een school en tot
ongenoegen van de leiding was dat een gemengde school. Schijnbaar is
er druk overleg geweest tussen de beide scholen want noch pauzes,
noch lestijden liepen gelijk wat tot resultaat had dat we die jongens
nooit zagen. Niet dat ik daar mee zat hoor, want ik was nog zo groen
als gras.
De lesstof kon ik vrij
gemakkelijk aan. Veel talen! , Nederlands, Frans en Engels in het
eerste jaar en daar kwam het tweede jaar Duits bij. Veel boeken
lezen; 25 in het Nederlands en 10 van elke taal. Verder de normale
vakken met o.a. biologie [2 jaar], natuurkunde [1 jaar], scheikunde
[1 jaar] met als vernieuwende uitzondering dat er maar zesvakken
waren, waarin je eindexamen moest doen. Tw. De vier talen plus
aardrijkskunde en geschiedenis. Mijn fijnste vak was geschiedenis. De
heer Verhoeven kon fantastisch vertellen, en die acht op mijn
eindexamenlijst heb ik helemaal aan hem te danken. Voor
aardrijkskunde hebben wij de laatste twee jaar een donkere leraar
gehad. Dat was in die tijd iets heel bijzonders. Ook hij kon goed
lesgeven. Het schriftelijk examen bestond uit vertalen van die drie
buitenlandse talen in het Nederlands, dus dat was heel eerlijk gezegd
wel iets eenvoudiger dan andersom. Het mondelinge examen was een
gesprek voeren in die taal, waarbij je de nodige vragen over de
literatuur moest beantwoorden. Bij het mondelinge examen Frans heb ik
geleerd wat knikkende knieën zijn en geloof me ze bestaan echt.
Vreselijk was dat en dat ik er nog een zesje heb uitgesleept snap ik
nog steeds niet. Geef mij maar geschiedenis. Ik had als
keuzeonderwerp de Russische revolutie en dat heeft me gered toen een
van de examinatoren hierin ging doorvragen toen het de verkeerde kant
[nederlandse politieke geschiedenis] op dreigde te gaan.
Een ding heb ik
helemaal nog niet genoemd. Dat waren de gymnastiek lessen. Er werd
uiteraard veel aan gedaan. De school zelf had geen gymnastieklocatie
en de eerste twee jaar moesten we op de fiets de in mijn gevoel de
halve stad door. Dat viel wel mee want we moesten naar de Roelof
Hartstraat waar in een heel oud pand een school met gymnastieklokaal
was. In de Prinses Irenestraat gingen we naar de tegenoverliggende
school die wel een gymzaal rijk was, en zelfs toen waren de jongens
buiten bereik. Toch als het weer het even toeliet waren de lessen op
een van de talrijke sportvelden vlak bij onze school. In eerste
instantie had geen hekel aan die gymlessen en ik heb er de spelregels
van veel sporten geleerd. We deden er ook veel. Of ik echt goed is
was weet ik niet, hoewel ik best wel lenig was. Na het krijgen van de
menstruatie begon ik steeds meer hekel aan gym te krijgen. Op een
meisjesschool kon je niet met smoezen komen want je had het
allemaal en de lerares geloofde niemand meer. Het was nog niet zo als
nu met die maandverbandjes die tegenwoordig rijkelijk over de tv
schermen vliegen. Je had me een stel badstoffen lappen tussen je
benen waar je eng van werd en helemaal geurloos was het ook niet. Dus
het was allemaal erg zichtbaar en het beperkte je behoorlijk in je
bewegingen. Voor mij was de lol vanhet gymmen af en als het even kon
probeerde ik er onderuit te komen.
Buitenschoolse
activiteiten hadden we ook. We hebben twee reisjes hebben gemaakt.
Het eerste was een bootreisje naar Leiden waar we het Museum voor
Oudheden hebben bezocht en in de hoogste klas een reisje naar Brugge
en Gent. We sliepen in een jeugdherberg en we bezochten vele musea.
Ik raakte dan ook danig onder de indruk van de schilderijen van de
Gebroerders van Eyck en andere Vlaamse primitieven. Een tweede
buitenschoolse activiteit was op sportgebied. Een jaar lang ging ik
met nog een stel meiden roeien op de Amstel. Hoe ik daar verzeild
geraakt ben weet ik niet meer, maar een middag per week maakten we
een grote roeiboot klaar in een botenhuis onder de weg bij de
Berlagebrug. We roeiden steevast richting "stad uit" en na een half uur
keerden we om. Nooit zijn we de stad in gevaren wat ik heel jammer
vond, want dat leek me best interessant. Aan het eind van dat jaar
moesten we afroeien voor een certificaat. Omdat er die dag niemand
als stuurvrouw kon fungeren, heb ik vrijwillig die taak op mij
genomen. Had ik dat maar niet gedaan, want omdat ik dat natuurlijk
nog nooit gedaan had, bakte ik er niets van, met als resultaat dat ik
naar dat certificaat kon fluiten. Ik ben nog steeds boos over die
grove onredelijkheid van het hele gebeuren.
Vijf jaar lang heb ik
heen en weer gefietst, één jaar samen met Trees van Ginkel met wie ik afsprak boven de
botenhuizen bij de Berlagebrug, maar meestal alleen met mijn
schooltas over het stuur. Das was toen de mode en dat ie volregende
was van minder zorg. Natuurlijk sta ik op de klassefoto`s, maar met
een sliert vriendinnen om me heen zou je mij niet zien. Nooit zou ik
me op de voorgrond dringen, want daar was ik veel te verlegen voor.
Ik was een serieuze en naieve leerlinge die weinig vriendinnen had.
Wel enkele losse kennissen, maar daar hield het mee op.
Op 2 juli 1963 kon ik
mijn eindexamendiploma ophalen. Ik was er uiteraard geweldig trots
op. De cijferlijst die erbij zat was op zijn zachts gezegd
bovengemiddeld en voor een een slechthorend meisje moet dat een
gigantische prestatie zijn geweest. Dat realiseerde ik me op dat
moment absoluut niet en ik vond het doodnormaal.
De MMS heeft als
schoolvorm enkele jaren na mijn eindexamen door de mammoetwet het
loodje moeten leggen. Hij stond een beetje negatief bekend als school
voor verwende jonge meisjes met ouders die veel geld hadden. die via
dit "pretpakket" vijf jaar bezig gehouden werden. Daar heb
ik echter niets van gemerkt, en dat de opleiding beter was dan de
vorige opmerking doet vermoeden, blijkt wel uit het feit dat hij
tegenwoordig gelijk wordt gesteld aan een HAVO opleiding. Ik heb niet
zo vreselijk hard moeten werken volgens mijn moeder, want huiswerk
maken gebeurde met een radio aan mijn oren, en zij twijfelde vaak aan
het resultaat van die huiswerksessies. Alleen het laatste jaar want
toen ben ik echt serieus aan de gang gegaan en heb ik hard gewerkt.
Na het eindexamen wist ik nog steeds niet wat ik wilde gaan doen en
dat het komende jaar bij Schoevers een volslagen ander resultaat had
kon ik toen nog niet vermoeden.
Geschreven: Opperdoes, 10 april 2006
Dagtekening: 1958-1963
Aanvulling-2: 16 juni 2020
Hoe kon ik het vergeten. Ik schrijf hier dat we maar twee reisjes hebben gemaakt. In principe klopt dat, want de derde reis uit die tijd, werd eigenlijk niet georganiseerd door de school. Wie het wel deed, weet ik niet meer, maar het was de beste reis van de drie. In1962 deed ik mee aan een schooluitwisseling met leerlingen van een school uit Londen. In april kwam Jean naar ons en ik ging in juli naar Londen. Ik beschreef de reis uitvoerig in 55[3-20090821-33--1-English nostalgy.
Aanvulling: 28 januari
2020
Ik was het nog steeds van plan hem eens te zoeken, maar kon de foto tot op de dag van vandaag niet vinden. Nu heb ik hem dus gevonden en ik vind hem hilarisch. Een schoolavond anno 1963. Gezien de datum vermoed ik dat het naar aanleiding van mijn einddiploma is geweest. En zie mij dan ........... een permanentje met krullen en dansend met mijn vader. Ik moest even goed zoeken, maar zijn gezicht is luid en duidelijk te herkennen. Dat is echter niet alles. Tot mijn verrassing draag ik een jurk. Haha, dat zal zowat één van de laatste keren geweest zijn, dat ik zo`n kledingstuk droeg. Niet meer voor te stellen, zo`n avond. Hoe anders gaat het tegenwoordig!
Hoe kon ik het vergeten. Ik schrijf hier dat we maar twee reisjes hebben gemaakt. In principe klopt dat, want de derde reis uit die tijd, werd eigenlijk niet georganiseerd door de school. Wie het wel deed, weet ik niet meer, maar het was de beste reis van de drie. In1962 deed ik mee aan een schooluitwisseling met leerlingen van een school uit Londen. In april kwam Jean naar ons en ik ging in juli naar Londen. Ik beschreef de reis uitvoerig in 55[3-20090821-33--1-English nostalgy.