Op deze blog schrijf ik allerlei stukjes uit mijn jeugd, gezin en andere zaken, die mij op dat moment bezig hielden.
Op mijn tweede blog heb ik mijn creativiteit los gelaten. Was het eerst borduren en breien, nu is het bijna alleen nog maar haken wat me heerlijk van de straat houdt.
Avalon`s creablog: http://avalon022.blogspot.com/

Vanaf 2005 hou ik een digidagboek bij. Ik heb hierin over vanalles geschreven. Soms schrijf ik drie stukjes in een week en soms duurt het maanden voordat ik weer inspiratie krijg om iets op te schrijven. Dat kan dus vanalles zijn, heel persoonlijke dingen, wanneer ik niet lekker in mijn vel zit, herinneringen uit mijn jeugd en de tijd dat we met onze kinderen als gezinnetje samenwoonden, vakantie- of dagtripverhaaltjes, maar ook gekke, droevige of gewoon dagelijkse dingen die ik om mij heen registreer en waarover ik het leuk vind iets te schrijven. Alle verhaaltjes staan sowieso in pdf formaat ergens prive op laptop of externe schijf, maar ik heb besloten om zo langzamerhand alle verhaaltjes alsnog te publiceren op deze blog. Veel leesplezier.

Ps-1. Al bladerend door de onderwerpen zie ik nu [1-8-2013] dat het een rommeltje is geworden met de lettertypes en grootte van letters. Hoe dat komt weet ik niet. Wel weet ik dat ik ze zo niet gepost heb. Nu [26-2-2021] is het nog steeds niet veel beter. Het is jammer, dat ik niet meer grip heb op de lay-out van de stukjes. Maar goed, ik heb me helaas te houden aan de beperkte mogelijkheden. Het zij het zo, maar een rommeltje blijft het.

Ps-2. De bovenstaande foto is door mij genomen in een goddelijk rustige omgeving in de buurt van Säffle [Midden Zweden] in juni 2012.

maandag 30 januari 2017

Origami

   
HOE HET ALLEMAAL BEGON:

Behalve in het stukje "Vouwen in de trein" heb ik nog niet veel over origami geschreven, wat eigenlijk verwonderlijk is, want tussen 1984 en 1995 was naast het besturen van een gezin, mijn hobby en bezigheid het Japanse papiervouwen.

Of het zo moest wezen las ik op een dag ergens in 1983 een artikel op de jeugdpagina van het noordhollands dagblad, waarin het verschijnen werd aangekondigd van een boek over Japans papiervouwen. Het boek heette "Origami, de kunst van het vouwen" van Everdien Tiggelaar. Ik zal het boek nooit vergeten, want op de voorpagina stond een grote knalrode kraanvogel op een gifgroene ondergrond afgebeeld. Het stuk in de krant was geschreven door ene Hans Invernizzi. Geen idee wie dat was, maar zijn naam klonk wel interessant. 




















Ook in dat stuk stond vermeld dat er binnenkort een Japanse tentoonstelling zou komen in Rotterdam, "Edomachi" genaamd. Het leek me allemaal wel wat en omdat ik toch wel geinteresseerd was, zijn we met ons gezin, toen de tentoonstelling geopend was, naar Rotterdam gegaan. De expositie was geweldig. Het was een soort Japan in het klein, met echte japanse huisjes, waarin de mooiste dingen te zien waren over diverse onderwerpen van de japanse cultuur. In één van die huisjes liet men het Japanse papier vouwen zien. Toen ik daar uit kwam was het gebeurd, ik was totaal besmet en hoe besmettelijk het was, daar kwam ik later pas achter.



   In dat stukje van Hans Invernizzi stond ook de naam van een vereniging vermeld. De Belgisch-Nederlandse origami vereniging en ik heb toen per brief contact met hen opgenomen. Van Everdien Tiggelaar kreeg ik per kerende post antwoord, en ik was best verbaasd dat ik van de schrijfster van het boek zelf een antwoord kreeg. Ik ben lid geworden, heb het boek en wat papier besteld en ben langzamerhand begonnen wat beestjes en andere modelletjes uit het boek gaan vouwen. Het was leuk en niet echt moeilijk en ook het feit dat het een hobby was die een diepere achtergrond had vanuit de Japanse cultuur maakte het nog interessanter. Met name het model van de kraanvogel, symbool van gezondheid en geluk, had zijn door zijn legende van de 1000 kraanvogels, waarvan je na het vouwen ervan, een wens mocht doen, een diepere betekenis. Van lieverlede kreeg ik door de krantjes van de vereniging wat inzicht wat er zoal gebeurde in clubverband. Bijeenkomsten, heel kleinschalig, begonnen te ontstaan en ook kreeg ik wat inzicht wie er zoal bezig waren. Wat me opviel dat het in België de mannen en in Nederland vooral de vrouwen waren, die vouwden en actief waren binnen de vereniging. Maar er was meer verschil. De meeste Nederlanders [vrouwen] vouwden een modelletje om het eindresultaat, en de het eeuwige "Wat kan ik ermee" was een standaardvraag. Het modelletje moest ergens voor te gebruiken zijn, bijvoorbeeld als versiering voor een wenskaart. In België, maar ook in de rest van de wereld bleek later, waren de mannen in de meerderheid en vouwden in de trant van "vouwen om te vouwen". Niet het eindresultaat, maar de beleving en het bezig zijn was het belangrijkste. Zij waren ook vaak bezig met de meest ingewikkelde geometrische modellen en discussieerden hierover oeverloos. Ook waren zij degenen die de moeilijkste modellen ontwierpen en ik hoor ze nog hatelijk lachen als wij als vrouwen met een of ander heel simpel, maar heel doelmatig modelletje kwamen aanzetten.

EXAMEN!?
Ook bij mij kwam van het één het ander. Via de vereniging kwam een oproep of er mensen zouden zijn die origami les wilden gaan geven. Na het uitvouwen van hun twee lesboeken, zou je na overleggen van die werkstukken je "diploma" krijgen en werd je officieel docent voor de vereniging. Dat heb ik dus gedaan. In mijn eentje heb ik die boeken uitgevouwen en ik zal nooit de dag vergeten dat ik "examen" heb gedaan. Dat was ergens in 1985 in Callantsoog bij Stella Yeung waar o.a. Everdien Tiggelaar en Hans Invernizzi mijn boeken vluchtig doorkeken en binnen no time de beslissing namen dat ik kon gaan lesgeven. Als ik zie hoe het in de latere jaren ging, moet ik nog wel eens vreselijk lachen, dat het bij mij toen zo'n wassen neus geweest was. Geen drie boeken, geen ingewikkelde techniek, geen tentoonstellingspresentatie en al helemaal geen proefles. Of dat nou allemaal zoveel beter was betwijfel ik want zeg nou zelf het is en blijft een hobby. Een mooi eindresultaat is leuk, en een visitekaartje voor de vereniging, maar het is en blijft een bezigheid waar je je lekker bij moet voelen, waarvoor ik zo`n zwaar examen wel een beetje teveel van het goede vond. En nog erger, ik betwijfel of ik het ooit zou hebben gehaald.































WAAR HIELD IK ME MEE BEZIG:
De vereniging was intussen gesplitst, de Belgen voor de Belgen en de Nederlanders voor hun eigen volk. Everdien Tiggelaar werd voorzitster en Warffum werd het hart van de club. Zij stichtten Vouwservice, waardoor wij heel veel mooie papiertjes binnen ons bereik kregen. Ik ging les geven en geen moeite was me teveel om continu de boer op te gaan om lessen en vouwavonden te organiseren. Als ik er nu op terug kijk, word ik er nog doodmoe van. Hoe heb ik dat allemaal kunnen doen?. Een groot voordeel had ik. Reizen was goedkoop, de OV jaarkaart was uitgevonden, en ik reisde per trein het hele land door. Ik kwam op de gekste plaatsen. Ik heb mede tentoonstellingen georganiseerd in Gouden Handen in 's Heerenberg, Madurodam en SER in Den Haag, demonstreerde in de Bijenkorf in Rotterdam en tijdens de kinderboekenweek in de Rode Hoed in Amsterdam, waar ik trouwens met dochter Ingrid naar toe ben geweest. Daar zag ik Annie MG Schmidt, Fiep Westendorp en Dik Bruna, die voor ons boeken signeerden. Maar ook het buitenland lokte. Verschillende reizen hebben we gemaakt naar diverse conventies. Een heel bijzondere reis was die, een jaar na de val van de muur, naar Bad Blankenburg, in het voormalige Oost Duitsland, veel vrienden heb ik overgehouden van conventies in Londen en Birmingham en York, en de conventie in Kecskemet in Hongarije zal in mijn herinnering blijven als de warmste ooit.

  

Maar dichter bij huis deed ik nog veel meer. Tentoonstellingen in bijna alle bibliotheken in de regio, hobbymarkten en braderieën in Hoorn en Enkhuizen en alles wat daartussen lag, De jaarlijkse creadagen in het Bonhoeffer College in Castricum en natuurlijk veel activiteiten in Streekhof in Bovenkarspel. De grootste klapper was de geweldige presentatie tijdens de Japan tentoonstelling op de Westfrieseflora in februari 1987. met een goede tweede, de super grote japanse tempel, gevouwen samen met To Dierdorp, waaraan ik een tennisarm heb overgehouden. Over deze laatste twee activiteiten zal ik waarschijnlijk in de toekomst nog wel eens iets meer gaan schrijven. Tot slot van al deze activiteiten wil ik nog even vermelden dat ik twee boekjes heb gemaakt. Het eerste werd uitgegeven door Vouwservice "Origami Puzzel Varia" en het tweede via Cantecleer "Origamistroken eindeloos toepasbaar". Dat was een gemixte ervaring. Het eerste is een boekje waar ik helemaal achter stond, het tweede niet. Bij Cantecleer hadden zij commerciele eisen, want zij wilden, logisch een boekje voor het grote publiek. Daardoor moest ik dingen gaan maken die ik maar niets vond, hoewel ik dat natuurlijk wel heb gedaan, werd mijn hele idee een beetje verprutst. Is het eerste boekje een toppertje in mijn ogen, het tweede vond ik uitermate truttig en het liep ook voor geen meter. Gelukkig heb ik het bij De Slegte nooit in de winkel gezien, maar rijk ben ik er ook niet van geworden.

LUNTEREN EN VELDHOVEN:
Achteraf ben ik veel te weten gekomen wat er zich allemaal in het bestuur heeft plaatsgevonden en waardoor zij mij nooit voor het bestuur gevraagd hebben, maar ik betwijfel of ik er ooit zitting in zou hebben genomen. Ik heb er nooit mee gezeten, ging mijn eigen gang en achteraf gezien heb ik bestuurlijk gezien toch wel het nodige gedaan. Los van het docent zijn, ben ik nog een tijdje disttriktshoofd van Noord Holland geweest, d.w.z. coördinator over alle docenten in N.H. en natuurlijk de deelname aan de Lunteren- en Veldhoven commissies waar ik helemaal nog niets over gezegd heb. Deze commissie, organiseerde voor de OSN de jaarlijkse bijeenkomst, die in eerste instantie werd gehouden op zaterdag en zondag. Later werd deze uitgebreid met de vrijdag avond, vanwege het feit dat ze zo gezellig waren dat anderhalve dag echt tekort werd om het hele jaar bij te kletsen en te vouwen. De naamstelling van de commissie was simpel en hing af van de plaats waar deze werd gehouden. Vele jaren heb ik in die commissie gezeten en de bijeenkomsten waren toppie. Maarten van Gelder en ik probeerden er samen nogal eens een beetje reuring in te krijgen door iets geks te gaan doen. Want hoe je het ook bekijkt, 200 vrouwen en 10 mannen kon nog wel eens een beetje saai en stoffig zijn. Wij tweeën hadden al wat buitenlandse ervaring en hadden daardoor nog wel eens aparte ideeën opgedaan. Het liefst zochten we daarvoor de zaterdagavond uit en vooral in de eerste jaren deden we zulke dingen een beetje rebels buiten de commissie om. Maarten zocht het altijd groot. Met onze engelse vriend Ralph Matthews , die ook nogal een aparte manier van vouwen er opna hield, hebben we van een heel simpel model van hem uit duizenden speelkaarten een groot wiel gevouwen, dat helaas onverplaatsbaar bleek. Gelachen hebben we wel, en uiteindelijk is het een grote toren geworden, die wel het gewenste resultaat had en trots op het toneel stond te pronken. Een ander jaar maakten we het wel heel bont. Wie er op het idee kwam weet ik niet meer, maar die zaterdagavond hadden we een heleboel papieren bootjes gevouwen, die we in Veldhoven uiteindelijk in het zwembad allemaal te water hebben gelaten. De lol was helaas snel over, toen de bootjes zonken of naar de afvoerroosters dreigde te drijven. Als een haas hebben we ze, slap van de lach uit uit zwembad gevist.


  De "stunt" die mij het meeste is bijgebleven is de volgende. Maarten en ik hadden uit Engeland de grap meegenomen, om in plaats van je handen met je voeten te gaan vouwen. In Engeland was dat zowat traditie en we zorgden er daar wel voor dat we schone voeten hadden, in tegenstelling tot de slachtoffers die dit niet wisten en daardoor het mikpunt werden van onze quasi boze blikken en dichtgeknepen neuzen. In Nederland werd het voorstel om dit ook eens te doen door de commissie van de hand gewezen, zijnde een kwetsende handeling vanwege een meisje Kim uit Nijmegen die zwaar gehandicapt was en echt zonder armen door het leven moest. Voor haar waren haar voeten haar voeten en armen en ze kon met haar voeten fantastisch vouwen. Zij kwam al jaren, maar er werd door ons altijd een beetje terughoudend naar gekeken, bang om er teveel negatieve belangstelling voor te tonen en haar in de verlegenheid te brengen. Toch had ik geen vrede met die afwijzing. Bij de eerstkomende bijeenkomst heb ik Kim aangesproken en haar het hele verhaal uitgelegd. Zij was heel open en zei dat het totaal geen probleem zou zijn als we dat het volgend jaar zouden gaan doen. Sterker nog, ze wilde ook wel demonstraties geven, zodat we allemaal zonder schroom haar aan het werk konden zien. Dat heeft ze gedaan. Het volgend jaar heeft zij demonstraties gegeven en ik heb diep ontroerd staan kijken hoe zij met haar handicap omging. Later die dag hebben we dikke pret gehad met het voetvouwen. Natuurlijk was het een ongelijke strijd en kwam zij als grote winnaar uit de bus met verreweg het mooiste model in de snelste tijd. Dat was een geweldige ervaring.


LATERE JAREN:

Al jaren nu, gingen mijn activiteiten voor de lessen en vouwavonden gewoon door. Mijn eigen vouwstijl veranderde. Was ik tijdens de lessen gedwongen een vast patroon van modellen te onderwijzen, zelf vond ik die modellen eigenlijk niet zo leuk. Logisch want die eerste simpele modellen zijn vaak zo onaantrekkelijk en dan moet je heel wat uit de kast trekken om je leerlingen bij de les te houden, want anders is de lol er snel af. Maar zelf buiten de lessen om, wilde ik meer. Hoe knap het ook is dat je van een simpel papiertje een goed lijkend model kunt vouwen, dat was niet mijn stijl. Ik wilde creatief vouwen, mooie vormen en kleurstellingen maken, dat sprak mij veel meer aan, en ik had met al mijn liefde voor het vouwen toch vaak het probleem dat ik de modellen vaak te kinderachtig en te simpel vond. Natuurlijk in het begin vond ik alles mooi. Toch, als ik er nu op terug kijk, en mijn eerste modellen op de foto bekijk, vraag ik me af, waar ik de moed vandaan haalde, om daarmee op een markt te gaan zitten. Het was simpel, een modelletje op een wenskaart plakken en klaar was Kees. Na 10 jaar was dat wel anders en kwam wel wat meer bij kijken om een mooie wenskaart te verkopen. Daarbij kwam, en dat had ik natuurlijk al veel langer door, dat we eigenlijk met onze ene handel de andere de vernieling inhielpen. Je leidde meer mensen op en ook die gingen hun kaarten verkopen.


Toch kwam er eind 1992 een kentering uit een onverwachte hoek. Ik zie onszelf in augustus 1993 nog zitten, in Hongarije notabene, dat we dieptriest over de gebeurtenissen binnen de club zaten de discussiëren. De hele zaak hing aan een zijden draad. Financieel was de boel volkomen de mist in gegaan en het gaat me tever om in dit stukje er meer over te schrijven, laat staan, schuldigen aan te wijzen, hoewel ik die haarfijn weet. Gelukkig bleef de OSN bestaan met een ander bestuur en zonder Vouwservice. Maar ook de maatschappelijke omstandigheden veranderden. Er kwamen veel meer hobby`s op de markt en vooral pergamano en 3-d knippen namen de overhand. Niet zo verwonderlijk ook. Vergeleken met origami was dit vrij simpel, dus waren lessen niet nodig. De ontwerpen en afbeeldingen werden op papier aangeleverd en het enige wat je zelf nog moest doen, was knippen en plakken. Diep in mijn hart begreep ik die mensen wel want vaak was het resultaat mooier dan die simpele vouwseltjes waar ik in de lessen mee moest beginnen. Toch was en bleef voor mij origami nummer 1 want daarmee kon ik precies doen wat ik wilde en was ik niet gebonden aan een aangeleverd patroon.
De grote firma`s zagen geld en de hele hobbybranche werd een geduchte handel met felle concurrentie. Het werd me allemaal te groot en origami werd een kleine hobby in het grote geheel. Nog één opleving heeft het origami in Nederland gekend en dat was tijdens de theezakjesvouwrage, maar daarna was het echt over. Als docent werd het onmogelijk nog leerlingen te vinden en de eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik het ook wel gehad had. Ook mijn binding met de OSN werd minder omdat zij een richting waren opgegaan die me niet echt aanstond. Lekker doen waar ikzelf zin in had en geen verplichtingen meer, dat zag ik veel meer zitten en die weg ben ik toen ook ingeslagen. Ik legde de me meer en meer toe op het unit vouwen [vele vaak simpele vouwsels tot één groot geheel maken], wat voor mij eigenlijk al vanaf het begin de meest interessante manier van vouwen was.


Maar ik ben nog lang lid gebleven. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen op te zeggen en ik wilde nog steeds op de hoogte blijven hoe het binnen de vereniging ging. Toch vandaag ruim ik Orison, jaargang 25, nummer 6 op, de laatste die ik als lid van de OSN zal krijgen. Ik heb mijn lidmaatschap opgezegd. Het is goed geweest, het vouwen staat momenteel stil bij mij. Af en toe kriebelt er nog wel eens wat, maar daar blijft het bij. Vergeten zal ik het zeker niet. Trouwens hoe zou ik het kunnen vergeten. Op internet vind je modellen te over en ik heb stapels digitale boeken gedownload dus kan ik nog naar hartelust mijn gang gaan als ik dat zou willen. Ook het reilen en zeilen van de OSN kan ik feilloos nalezen. En last but not least, ergens diep verborgen in mij blijft, als een kostbaar iets, de kennis hangen, en misschien, heel misschien, komt er in toekomst nog wel eens een gelegenheid dat ik met die kennis iets bijzonders kan doen. 

Geschreven: Opperdoes, 6 december 2009
Dagtekening: maart 1983-december 2009