Op deze blog schrijf ik allerlei stukjes uit mijn jeugd, gezin en andere zaken, die mij op dat moment bezig hielden.
Op mijn tweede blog heb ik mijn creativiteit los gelaten. Was het eerst borduren en breien, nu is het bijna alleen nog maar haken wat me heerlijk van de straat houdt.
Avalon`s creablog: http://avalon022.blogspot.com/

Vanaf 2005 hou ik een digidagboek bij. Ik heb hierin over vanalles geschreven. Soms schrijf ik drie stukjes in een week en soms duurt het maanden voordat ik weer inspiratie krijg om iets op te schrijven. Dat kan dus vanalles zijn, heel persoonlijke dingen, wanneer ik niet lekker in mijn vel zit, herinneringen uit mijn jeugd en de tijd dat we met onze kinderen als gezinnetje samenwoonden, vakantie- of dagtripverhaaltjes, maar ook gekke, droevige of gewoon dagelijkse dingen die ik om mij heen registreer en waarover ik het leuk vind iets te schrijven. Alle verhaaltjes staan sowieso in pdf formaat ergens prive op laptop of externe schijf, maar ik heb besloten om zo langzamerhand alle verhaaltjes alsnog te publiceren op deze blog. Veel leesplezier.

Ps-1. Al bladerend door de onderwerpen zie ik nu [1-8-2013] dat het een rommeltje is geworden met de lettertypes en grootte van letters. Hoe dat komt weet ik niet. Wel weet ik dat ik ze zo niet gepost heb. Nu [26-2-2021] is het nog steeds niet veel beter. Het is jammer, dat ik niet meer grip heb op de lay-out van de stukjes. Maar goed, ik heb me helaas te houden aan de beperkte mogelijkheden. Het zij het zo, maar een rommeltje blijft het.

Ps-2. De bovenstaande foto is door mij genomen in een goddelijk rustige omgeving in de buurt van Säffle [Midden Zweden] in juni 2012.

donderdag 6 april 2017

Kerkstraat 76 [deel 2]

Vandaag hadden wij een top-ervaring en hoe dat zo kwam, wil ik graag vertellen. Na onze verhuizing, waarin ik gebuffeld heb en helemaal niet hoefde na te denken, wat ik nu weer eens moest gaan doen om me lekker bezig te houden, viel ik vanmorgen een beetje in een gat. In haken had ik geen zin, dus wist ik het even niet meer. Buiten zitten was niet echt een optie, want hoewel het zonnetje bij tijd en wijle eerlijk zijn best deed, was het toch nogal guur. Aan de andere kant is het ook geen optie, want je zat dan wel buiten, maar dat loste mijn katterige sfeer niet op. Ineens kreeg ik een ingeving. Waarom zouden we voor de verandering niet eens naar Ikea rijden. Daar was ik in “geen tijden” geweest, want het was al bijna drie weken geleden dat ik er voor het laatst was. Ik wist dat ze er leuke en vooral grote klokken hadden en ook pannetjes met glazen deksels. Die hadden we beiden nodig. Het eerste voor Karel, want hij had geen klok waarop hij de tijd goed kon zien en het tweede voor mij, want de pannen die ik al zo`n 20 jaar had, waren altijd al een bron van ergernis geweest. Voordat het kokende water als een zondvloed over de rand van de pan kwam, was het door het metalen deksel zonder gaatje een raadsel wat er in de pan gebeurde en dat was ik nu met die nieuwe kookplaatjes helemaal zat. Zo gezegd, zo gedaan, en voor de vierde keer in enkele weken tijd, nu eens, voor de verandering in gezelschap van Karel, ging ik naar Amsterdam Zuid-Oost.

De boodschappen waren snel gedaan, de koffie was lekker en veel te vroeg om huiswaarts te keren, stonden we weer in de parkeergarage bij de auto. Wat nu? Op verzoek van Karel reed ik naar Abcoude en ik dacht dat we, als we toch in de buurt waren, meteen wel even gedag konden gaan zeggen bij broer Hans en schoonzus Beppie. Natuurlijk hielden we rekening met het feit dat ze wel eens niet thuis konden zijn, maar ja niet geschoten, is altijd mis, dus zouden we een poging wagen.



Toen ik bij de rotonde in de Amsterdamse straatweg, het grote appartenmentencomplex zag, waar vroeger de Boerenbond en later tuincentrum Welkoop was, kwam de eerste verbazing. Onderin dit complex waren spiksplinternieuwe vestigingen van supermarkt Koot, Bakker Both en Gall & Gall. Ze waren allen geopend en het was er een drukte van jewelste. De statige herenhuizen en het Amsterdams koffiehuis verderop in het dorp zullen het met lede ogen hebben zien aankomen, dat hun zondagsrust hierdoor volkomen werd verstoord. We reden het dorp in, passeerden de brug over het Gein, de Hoogstraat, het smalle bruggetje over de Angstel, kwamen langs het Gemeentehuis om via een tweede rotonde bij broer Hans voor een dichte deur te belanden. Wat nu?

Wederom op verzoek van Karel maakte ik het rondje af en reed de Stationsstraat in. Bij het oude station, wat ik opvallend wit en opgeknapt vond , keerde ik en maakte langs het Gein, een foto van ons "oude" huis, richting het dorp met z`n twee karakteristieke kerktorens. Het is en blijft een mooi plaatje, zeker nu de huidige bewoners er van die mooie luiken voor de ramen hebben geplaatst. Terug in het dorp, ging ik rechtsaf en reed even verder weer rechts, de Kerkstraat, met zijn huidige eenrichtingverkeer, in.



Hier was sinds 1971, sinds wij deze straat verlieten, weinig veranderd. De Hubo is er nog steeds en alleen het kleine winkeltje van de gezusters Jorna heeft, nadat het in in onze tijd bibliotheek was, nu een bestemming gekregen voor naschoolse opvang. Nog goed herinner ik me de tijd, dat de beide dames er, vanuit de grote houten bakken, die aan de muur bevestigd waren, met zo`n halfronde schep, de suiker, zout of drop los in een bruine puntzak schepten. Liever nog kwam je met je eigen pan of pot om die daar te laten vullen. Ook “De Automaat”, het voormalige petroleumwinkeltje en later breiwinkeltje stond er nog. Toen we langs nr. 84 reden, sloeg ik, kort daarop, in een impuls links de Bijdorplaan in en parkeerde de auto net om de hoek. Deze straat, genoemd naar een op deze plek staande boerderij met een kaasmakerij, waar ik een keer was binnengeweest, was er in onze tijd nog niet. Ook was de ingang van het kerkhof vanuit de Kerkstraat naar deze straat verplaatst.



Lopende naar ons vroegere huis, riep Karel ineens, "Hier was mijn geboortehuis". Dat werd gehoord door de huidige bewoners, en heel spontaan nodigden zij ons uit om onder het genot van een kop koffie, een kijkje te komen nemen in hun huidige woning. Dat namen we heel graag aan. We wisten dat het na ons vertrek het pand van vijf kleine huisjes tot één groot pand was verbouwd. [Zie ook mijn blog Kerkstraat 76]. Ook wisten we dat het heel mooi geworden was, want we hadden er na ons vertrek vanaf de straatkant nog wel eens staan kijken. Het is bijna onmogelijk te geloven, dat het hetzelfde huis is. Je kijkt nu binnenstaande op nummer 76 zo helemaal door alle vijf de pandjes heen naar nummer 84. Een schitterende moderne ruimte met alle aanpassingen van de moderne tijd. Onvoorstelbaar! Hoe anders was het in onze tijd. Huisnummer 84, gelegen aan de straatkant was samen met nr. 82 het oorspronkelijke woonhuis van de boerderij en de andere drie waren de woninkjes van de boerenarbeiders. Er was een straatje voor de huisjes en waar nu de tuin is, stonden vroeger meerdere stallen.

Toen wij er leefden, woonde op nr. 84 een alleenstaande man Kees Schalkwijk, op 82 Familie Wiggemansen, op nr. 80 Familie Verweij, op 78 Familie Haarsma [Karel`s ouders] en op 76 dus wij, Karel en Willy Haarsma. Ten tijde van Karels jeugd woonde de Haarsma`s op nr. 76 en die verhuisden later [vanwege de grote schuur] naar nr. 78. Voordat de familie Haarsma zich in dat pandje vestigden, woonde daar de familie Schuiveling, die in die bijbehorende schuur een klompenmakerij runde.
Toen ik Karel leerde kennen in 1965 hadden de Haarsma`s [op nr. 78] nog een buitentoilet met zo`n groot rond deksel. De ongemakken daarvan laten zich raden. Wij hadden geluk, want toen wij in 1966 op nr. 76 kwanen wonen, hadden onze voorgangers, de familie van Ewijk, dit al mooi voor ons opgelost en het toilet in het huis geplaatst. Ook op nr, 78 gebeurde dit toen ook snel.

Maar nu terug naar april 2017. Wat een pracht is het geworden en ik heb helemaal verliefd geworden op de rood/witte luiken. Het was heel bijzonder, weer in de kamer te staan, waar wij hadden gewoond. Helemaal aan het eind, aan het water, op nr. 76, in dat kleine huisje waar zowel Karel, als onze twee oudste kinderen [Rob in 1967 en Ingrid in 1970] geboren zijn. Alleen de plek van de ramen is herkenbaar, want de smalle keuken is er niet meer en ook de ruimte achter de kamer en de wc zijn verdwenen.



Eigenlijk is alleen de buitenmuur gebleven en is het verdere pand helemaal verbouwd. Verder vond ik het gigantisch dat de oude nummeraanduiding en de vroegere deuren nog steeds gewoon zijn blijven zitten waar die zaten, zodat van buiten heel goed is te zien waar de afzonderlijk huisje waren. Nu liepen wij, 45 jaar later, gewoon binnendoor het huis van nr. 76, via 78, 80, 82 naar 84. Iets waar we natuurlijk nooit van hadden gedacht dat ooit te doen. Sterker nog, in de huisjes 82 en 84 was ik nooit geweest.

Het straatje voor de huizen was het in onze tijd nog een officiele openbare weg, maar nu is het een afgesloten tuin, met alleen nog de grote schuren van de klompenmaker en die van de Haarsma`s. De rest van de schuurtjes en buitenwc`s zijn allemaal afgebroken. Ook het afstapje bij het water waar ik altijd luiers uitspoelde en waarvan Rob[bie] in water gevallen is, is helemaal weg.Op dat smalle straatje speelde zicht een groot deel van ons buitenleven af, want het was de ruimte waar, Rob[bie] in de box zat, Ingrid in de kinderwagen lag, een groot olievat tegenover de deur op een standaard lag, ik de luiers door het Gein haalde, breien van mijn schoonmoeder leerde en onze kat heerlijk in het zonnetje sliep, op een dekentje op het olievat. En waar een deurtje verder mijn schoonmoeder iedere maandag haar ronde trommelwasmachine uit de schuur sleepte en met wringer en al de was deed buiten voor de deur met het kraanwater uit de keuken.



Die middag, daar zittend in die zonnige tuin, werd er eentje met een goud randje. Vooral bij Karel, die er natuurlijk nog veel langer gewoond heeft dan ik, kwamen de herinneringen los. 

Met in gedachte het “Onbewoonbaar Verklaarde Woning-bordje” boven de deur en de maandhuur van 21 gulden, vertrokken wij in 1971 uit Abcoude en ik ben ontzettend blij dat dit rijtje unieke huisjes, op zo`n mooie manier, aan de slopershamers is ontsnapt.



Ten slotte nog dit. Toen ik uit de Bijdorplaan naar de Kerkstraat liep, zag ik een klein blauw richtingbordje, met de vermelding "De witte dame". Ook op dat bordje stonden twee icoontjes. Een met een bed en eentje met een vork en lepel . Huh?? Nooit van gehoord? Tijdens ons gesprek, daar in het zonnetje werd die vraag beantwoord. Dat, toen ik er keerde, me zo opvallend mooie, witte en nette station Abcoude (hoe anders kende ik het) is verbouwd tot gerennomeerd hotel annex restaurant, genaamd "De Witte Dame". Subliem! Een tweede schitterende ontwikkeling die we nooit konden bedenken. De trein dendert allang niet meer over de spoorbrug, die zoeft nu bijna geluidloos onder de
grond, maar het station, dat compleet verpauperd en vervallen was, heeft een fantastsch nieuwe bestemming gekregen.

Wat een middag!! Eentje om nooit te vergeten. Ik sluit af met ontzettend veel dank aan deze vriendelijke spontane mensen, die ons een zonnige middag van 45 jaar geleden lieten herbeleven en aan Karel, bij wie steeds meer herineringen kwamen boven drijven.