Op deze blog schrijf ik allerlei stukjes uit mijn jeugd, gezin en andere zaken, die mij op dat moment bezig hielden.
Op mijn tweede blog heb ik mijn creativiteit los gelaten. Was het eerst borduren en breien, nu is het bijna alleen nog maar haken wat me heerlijk van de straat houdt.
Avalon`s creablog: http://avalon022.blogspot.com/

Vanaf 2005 hou ik een digidagboek bij. Ik heb hierin over vanalles geschreven. Soms schrijf ik drie stukjes in een week en soms duurt het maanden voordat ik weer inspiratie krijg om iets op te schrijven. Dat kan dus vanalles zijn, heel persoonlijke dingen, wanneer ik niet lekker in mijn vel zit, herinneringen uit mijn jeugd en de tijd dat we met onze kinderen als gezinnetje samenwoonden, vakantie- of dagtripverhaaltjes, maar ook gekke, droevige of gewoon dagelijkse dingen die ik om mij heen registreer en waarover ik het leuk vind iets te schrijven. Alle verhaaltjes staan sowieso in pdf formaat ergens prive op laptop of externe schijf, maar ik heb besloten om zo langzamerhand alle verhaaltjes alsnog te publiceren op deze blog. Veel leesplezier.

Ps-1. Al bladerend door de onderwerpen zie ik nu [1-8-2013] dat het een rommeltje is geworden met de lettertypes en grootte van letters. Hoe dat komt weet ik niet. Wel weet ik dat ik ze zo niet gepost heb. Nu [26-2-2021] is het nog steeds niet veel beter. Het is jammer, dat ik niet meer grip heb op de lay-out van de stukjes. Maar goed, ik heb me helaas te houden aan de beperkte mogelijkheden. Het zij het zo, maar een rommeltje blijft het.

Ps-2. De bovenstaande foto is door mij genomen in een goddelijk rustige omgeving in de buurt van Säffle [Midden Zweden] in juni 2012.

vrijdag 22 maart 2024

Fietsen

Vanmiddag reed ik op de Oosterwijzend en kwam daardoor langs de achterkant van het station Hoogkarspel. Toen ik die enorme grote fietsenstalling daar zag, schoot me ineens te binnen, hoe wij, tijdens onze "gezinsjaren" alles op de fiets moesten doen.

In mijn herinnering zag ik ons weer in die fietsenstalling staan. Nou ja, niet "die" fietsenstalling natuurlijk, maar in zijn identieke tweelingbroer in Bovenkarspel, want daar woonde we toen. De stalling was toen lang zo groot en mooi nog niet. Wij moesten het doen met een metalen geraamte voorzien van een simpele golfplaten overkapping, waar de regen en wind finaal onderdoor ging. Erin was het altijd een chaos, zo vol stond het er, wat tot gevolg had, dat je je fiets er altijd tussen moest proppen.

Op een moment waren we dat gehannis blijkbaar helemaal zat en hebben we voor de laatste jaren, dat Karel nog werkte, en dus nog steeds daar iedere dag zijn fiets kwijt moest, een fietskluis gehuurd. Ook niet ideaal, maar wel beter, want dan had je, in ieder geval, de garantie dat je fiets er, bij thuiskomst nog stond. Nadeel was wel, dat er maar één fiets in kon. Tenminste daar was hij voor bedoeld. Niet zo leuk natuurlijk, als we samen op stap gingen. Maar ook daar wisten we wel wat op, want met een beetje passen en meten, lukte het wel om, in die smalle kluis, er een tweede naast te zetten. Tenminste, erin ging nog wel, maar als je er, bij thuiskomst, één fiets eruit haalde, kwam de tweede spontaan mee, omdat de sturen en/of trappers in elkaar gehaakt zaten.

Ook herinner ik me nog een tweede niet zo fijn scenario als we thuiskwamen. Moe van de dag, waren we in de lichte en warme trein behoorlijk rozig geworden en dan moesten we in die toestand nog op de fiets naar huis. Als we geluk hadden was het niet donker, koud of nat, maar dat was helaas niet altijd het geval. Rillerig en door en door koud kwamen we vaak thuis.







Dit is natuurlijk maar één kant van het fietsverhaal. Gemakkelijk was het allemaal niet en achteraf begrijp ik niet, hoe ik het allemaal heb klaargespeeld. Boodschappen, sportclubs, zwemles, videofilms halen bij de videotheek, en ga zo maar door. Voordat de kinderen zelf gingen fietsen, had ik vaak één kind voor- en één kind achter op de fiets. Maar er moet zelfs een korte tijd zijn geweest, toen ik zwanger was van nummer drie, dat ik zowaar met drie kinderen op de fiets zat. Zoals ik het me nu voorstel, anno 2024, lijkt het me levensgevaarlijk, maar toen? Gewoon gaan, daar dacht ik echt niet bij na.





















De grootste uitdaging, ik noemde het al even, was uiteraard het boodschappen doen. Een supermarkt op loopafstand was er in de Hertog Albrechtstraat helaas niet bij, dus ploeterde ik met fiets- en boodschappentassen op een volgeladen fiets gewoon door. Op een gegeven moment werd het me blijkbaar toch te gortig en heb ik een fietskar gekocht. Iedereen deed er lacherig over en ik voelde me ook wel opgelaten om met dat ding de weg op te gaan. Men bekeek me soms als het derde wereldwonder, maar het was eerlijk gezegd een reuze handig ding. Zelfs aan hobbymarkten in de buurt, kon ik op die manier deelnemen. Alle verkoop- en hobbytroep kon in die kar.

 
Maar het was niet alleen kommer en kwel. Ondanks dat ik, door deze leefwijze, fietsen nooit als een recreatieve bezigheid heb gezien, maar slechts als pure noodzaak, maakte we toch, zo heel af en toe, wel eens een fietstochtje door de regio. Dat was dan eigenlijk meer om eens iets van de omgeving te zien, dan om verantwoord sportief bez[ig te zijn. Want zeg nou zelf, hoe hadden we anders iets van "buiten Bovenkarspel" moeten zien. [foto: Andijk 1972]


 Toen Karel met de vut ging en een OVjaarkaart niet meer rendabel was, kwam er wat geld vrij voor autorijlessen. De onverschillige reactie van manlief ten spijt, ben ik er, in eerste instantie , schoorvoetend, voor gegaan. Het bleek later één van de beste beslissingen van mijn leven te zijn geweest, want na het behalen van mijn rijbewijs, werd ons leven er totaal anders door.