Betondorp in
Amsterdam is voor mij altijd al een bijzondere plaats in mijn leven
geweest. Het ligt in de Watergraafsmeer, ingeklemd tussen de
Middenweg en de Gooscheweg, gebouwd in de beginjaren 20 van de 20e
eeuw. Een dorp in een stad, met o.a. zijn karakteristieke
grijs-wit-geel gepleisterde woningen, gebouwd rondom De Brink. Voor
mij persoonlijk een plek met goede herinneringen. Niet in de minste
plaats dat onze zoon Rob er met zijn gezin woont, maar ook al vroeger
in mijn jeugd kwam ik er vaak. Ik woonde er niet, maar er wel vlakbij
tw. in dat kleine wijkje, in de diepte, pal voor het Amstelstation.
Mijn eerste
bezoekjes aan Betondorp vonden plaats op de zondagmiddagen midden
jaren 50, toen ik samen met mijn moeder en broertje mijn vader gingen
ophalen, die naar het voetballen ging kijken in het Ajaxstadion. We
liepen de Fizaeustsraat uit, richting de sportvelden en gingen aan
het eind van de weg linksaf, totaan een grote stadsboerderij en dan
rechtsaf langs de Oosterbegraafplaats, naar Betondorp. Als ik het
witte kerkje zag, betekende het, dat wij ons einddoel bereikten. Soms
hoorden wij nog het eindsignaal van de wedstrijd, maar meestal kwam
de stroom mannen ons al halverwege de Veeteeltstraat lopend tegemoet.
Niet meer voor te stellen, zoals dat ging. Rustig gingen al die
mannen lopend huns weeg en zonder problemen pikten wij onze vader
daar tussenuit. Van de naam "De Meer" had ik nog nooit
gehoord, en dat er daar ook nog een jochie op straat voetbalde, dat
een superster zou worden, kon ik ook niet vermoeden. Misschien heb ik
hem wel eens zien spelen daar op straat? Wie weet?.
Toen ik wat groter
was, ging ik alleen naar Betondorp. De stadsboerderij was verdwenen
en zo ook die koeien, die nog een tijdje liepen op de enorme dijk,
die was aangelegd tussen ons wijkje en de Oosterbegraafplaats. Die
bult was intussen de Gooischeweg geworden en waar eerst de boerderij
was, lag nu een tunneltje onder die weg door. Verder was alles nog
zo`n beetje hetzelfde. Het kerkje was nog wit en ook in de rest van
het dorp was weinig veranderd. Niet dat ik daar oog voor had. Ik had
iets veel interessanters ondekt. Op de Brink, midden in het "dorp"
stond een bibliotheek. Nog herinner ik mij de ingang met die
overdekte gang en dan rechts de deur in. Ik leende en verslond
stapels boeken, waardoor mijn wekelijkse bezoekjes aan Betondorp
werden hervat, zij het nu op de fiets. Ook heb ik één keer het
witte kerkje van binnen gezien, door met de huisvriendin van mijn
ouders An Capel, een mis bij te wonen in dit gebouw.
In mijn MMS tijd
kwam ik er niet zo vaak meer. Ik had minder tijd en ook de rest van
de stad werd behoorlijk afgestuind. Wel had ik nog één vriendin,
die woonde in de Ploegstraat, maar het contact was nou niet zo innig,
dat ik daar regelmatig over de vloer kwam. Na mijn schoolperiode was
het over en ik dacht helemaal niet meer aan dat bijzondere "dorp
in een stad". Soms zag ik wel eens beelden ervan op tv, want het
was en is nog steeds een geliefde locatie voor het opnemen van films,
maar daar bleef het bij.
Tot in 2005 Rob, Sandra en Sam er gingen wonen. Zo leuk, zij wonen nu vlak bij de oude plek
waar ik een groot deel van mijn jeugd heb doorgebracht. Ook staat hun
huis maar een paar woningen af, van het huis, waar Johan Cruyff heeft
gewoond. Zo is het kringetje rond. Weer kom ik in Betondorp en nu ook
kan ik zien dat, ondanks het feit dat mijn witte kerkje, helemaal
niet wit meer is, er eigenlijk bar weinig veranderd is. Of het zouden
de grote geluidsschermen langs de A10 moeten zijn, die behalve
geluidswering, ook een soort bescherming lijken te geven, waarachter
een het dorp is weggekropen.
Tot slot wil ik nog
wel een opmerking kwijt over een wel heel bijnzonder bezoek aan
Betondorp. Op 27 maart 2016 gingen Ingrid, Suzanne en ik ter
nagedachtenis aan dat voetballende jochie van weleer naar Amsterdam.
Johan Cruyff`s dood kwam als een schok en zelden heb ik zo`n
indrukwekkend moment meegemaakt, dat we daar zo stonden en bloemen
legden, op die hoek daar in de Akkerstraat.