Op deze blog schrijf ik allerlei stukjes uit mijn jeugd, gezin en andere zaken, die mij op dat moment bezig hielden.
Op mijn tweede blog heb ik mijn creativiteit los gelaten. Was het eerst borduren en breien, nu is het bijna alleen nog maar haken wat me heerlijk van de straat houdt.
Avalon`s creablog: http://avalon022.blogspot.com/

Vanaf 2005 hou ik een digidagboek bij. Ik heb hierin over vanalles geschreven. Soms schrijf ik drie stukjes in een week en soms duurt het maanden voordat ik weer inspiratie krijg om iets op te schrijven. Dat kan dus vanalles zijn, heel persoonlijke dingen, wanneer ik niet lekker in mijn vel zit, herinneringen uit mijn jeugd en de tijd dat we met onze kinderen als gezinnetje samenwoonden, vakantie- of dagtripverhaaltjes, maar ook gekke, droevige of gewoon dagelijkse dingen die ik om mij heen registreer en waarover ik het leuk vind iets te schrijven. Alle verhaaltjes staan sowieso in pdf formaat ergens prive op laptop of externe schijf, maar ik heb besloten om zo langzamerhand alle verhaaltjes alsnog te publiceren op deze blog. Veel leesplezier.

Ps-1. Al bladerend door de onderwerpen zie ik nu [1-8-2013] dat het een rommeltje is geworden met de lettertypes en grootte van letters. Hoe dat komt weet ik niet. Wel weet ik dat ik ze zo niet gepost heb. Nu [26-2-2021] is het nog steeds niet veel beter. Het is jammer, dat ik niet meer grip heb op de lay-out van de stukjes. Maar goed, ik heb me helaas te houden aan de beperkte mogelijkheden. Het zij het zo, maar een rommeltje blijft het.

Ps-2. De bovenstaande foto is door mij genomen in een goddelijk rustige omgeving in de buurt van Säffle [Midden Zweden] in juni 2012.

zaterdag 15 februari 2020

Auto versus dieren


Dieren en auto`s zijn geen beste combinatie. Er zullen weinig automobilisten zijn wiens auto niet een keer met een dier in aanraking is geweest en dan mag ik hopen dat het beest het er levend heeft afgebracht. Maar zolang wij er met z`n allen ervan bewust zijn, dat de wereld niet alleen van ons mensen is, gaat het hopelijk meestal wel goed. Niet altijd, helaas, want ook ik heb tot mijn grote spijt ruim 10 jaar geleden, een kat voor de auto gehad, die het niet kon navertellen.

Positief is wel, dat er hier in Nederland, in de laatste jaren heel wat voorzieningen zijn getroffen om de dieren te beschermen en nog beter is het, dat er, ten koste van de autowegen, stukken natuurgebied van ons drukbevolkte landje, zijn teruggegeven aan deze oorspronkelijke bewoners.

Het zijn vooral zwanen en eenden die mij de meeste problemen hebben bezorgd. Twee keer heb ik een vogel op de voorruit gehad. Op de oude Drechterlandse weg kwam een zwaan van links. Jeetje wat zijn die vogels dan groot. Maar het beest schampte de ruit en gleed er levend en vrij ongeschonden vanaf. Op de Markerwaardweg ging het minder goed. Die eend kwam van rechts, en ik zag de veren door mijn achterruit als een ster uiteenwaaieren. Of het dier gelanceerd werd, of doorvloog, kon ik in de korte tijd niet zien en ik heb dus geen flauw idee hoe het met het beest is afgelopen. Stoppen was geen optie, want het was erg druk en ik moest voor onze veiligheid, de keuze maken om door te rijden. Het is en blijft moeilijk, want alles gebeurt in een nanoseconde. Wel geloof ik, dat dank zij de schuine stand van de voorruit, deze vogels er redelijk goed vanaf zijn gekomen en mij slechts een vieze plek in mijn blikveld hebben bezorgd.


Enger was het toen een hele eendenfamilie, tw moeder met een stuk of vijf pulletjes, het nodig vonden recht voor mijn auto, de A10 noord over te steken. Ik stopte, maar durfde niet eens te kijken wat er achter en opzij van mij gebeurde. Dat was alleen maar “alarmlichten aan en bidden”. Gelukkig waren mijn medeweggebruikers ook bij de les en konden ze veilig de overkant bereiken. Een tweede keer op de Markerwaardweg ging het ook goed. Ze hebben blijkbaar een goede beschermengel bij de hand, want het is en blijft eng, die kleine diertjes zo midden op de weg. Ook de zwanen, die op de foto, netjes aan de kant van de weg lopen, vonden het een week daarvoor, leuk om op deze plek te gaan oversteken. Daar ik gefocusd was op het verkeer op de voorliggende rotonde en door hun nog bruine kleur, zag ik ze laat en moest ik stevig in de remmen. Bloedjelink!





Een keer heb ik zelfs schade gehad door toedoen van een dier. Waar het domme beest zo ineens vandaan kwam was een raadsel, maar het verkoos om op onze motorkap te crashen en daarbij het leven te laten. . Resultaat was een dusdanige deuk, waarvoor de motorkap moest worden uitgedeukt en overgespoten. Om de vraag op het schadeformulier “Opmerking tegenpartij?”, moest ik vreselijk lachen, want probeer maar eens een antwoord te krijgen van een dode vogel. Ook in de garage was die merkwaardige reparatie blijkbaar blijven hangen, want toen dochter Suzanne een maand of wat later een schade wilde laten repareren, omdat ze een paaltje niet had gezien, kwam de opmerking: “Ohhh, kwam je ook een vogel tegen?”

Maar het ergste wat ik heb meegemaakt was met die arme kat. Ik heb het toen ik thuiskwam meteen van me afgeschreven, want dat moest ik echt even kwijt.

Waarom moest die kat nou juist toen ik langsreed in Wervershoof tussen die auto`s uitkomen. `t Arme beestje had geen schijn van kans. In die anderhalve meter dat ik hem kon zien flitste hij onder de auto en voordat ik aan remmen dacht zat hij er al onder. Hij was kansloos en ik eigenlijk ook. Daar lag ie dan in de goot, langzaam doodbloedend en bijna onder het busje waar hij onder vandaan kwam. De details zal ik iedereen besparen, maar een leuk gezicht was het beslist niet. Hulde aan de man van het bouwbedrijf Ruitenberg, die mij opving en een doek over de kat legde, bij mensen aanbelde en de eigenaresse traceerde, waarna hij haar het nieuws meldde en hielp de kat in een kartonnen doos naar binnen te brengen. Ik moest echt wel even bijkomen en ik kan echt niet uitleggen wat een beroerd gevoel het is als je dat arme beestje door jouw toedoen, ook al kan je er niets aan doen, zo ziet liggen. Gelukkig zag zij ook in dat ik er geen schuld aan had, maar dat maakte de zaak beslist niet minder triest. Jezus, waarom kon hij nou niet 1 seconde later oversteken. Dan was dit niet gebeurd. Ik zal er mee leren leven, maar ik moet dit nu even van mij afschrijven. Verdomme, verdomme, verdomme”.
[Wervershoof, Simon Koopmanstraat, 9 maart 2006]

Toch is het niet allemaal kommer en kwel, want als ik mijn foto`s eens doorkijk, zie ik dat ik ook wel grappige momenten heb vastgelegd. Een ervan staat hieronder en de zwaan van de foto had het goed bekeken. Ik riep nog "He, joh, ga eens effe opzij!", maar het dier luisterde niet en had nog een pittige tijd nodig om naar de kant te waggelen.


Brutale dieren kom je ook tegen onderweg. Vooral op de parkeerplaats bij McDonals weten allerlei vogels precies, dat daar lekkere hapjes te verschalken zijn en zijn vooral de mussen het kind van de rekening., want zij zien de lekkerste hapjes voor hun neus, weggekaapt worden, door de superbrutale meeuwen. Ook verstekelingen zijn me niet vreemd. Spinnen maken hun web tussen de spiegel en de deur en ze zien kans nog kilometers lang te blijven plakken, voordat spin en diens behuizing met een vaartje van de auto af vliegt. En hoe die slakken zo hoog gekomen zijn weet ik nog steeds niet.


Ook verstekelingen zijn me niet vreemd. Spinnen maken hun web tussen de spiegel en de deur en het duurt kilometers, voordat spin en behuizing met een vaartje van de auto af vliegt. En hoe die slakken zo hoog gekomen zijn weet ik nog steeds niet.

Dit zijn maar enkele voorvallen met de vele dieren, die ik in de afgelopen ruim 20 jaar ben tegengekomen en dan spreek ik nog niet eens over eekhoorns, een pauw en de vele schapen in Schotland en Wales. Die hebben mijn auto gelukkig allemaal schadevrij overleefd.

Toch hebben vogels nog enig verweer. Ze zijn meesters in het onderschijten van je auto. Als je geluk hebt, is het alleen de ruit en dan hopelijk niet, die in het blikveld van de bestuurder. Maar het kan ook anders, want helaas weten de meeste vogels niet zo goed te richten. Dan is er jammergenoeg maar één optie. De wasstraat!


15 juni 2020
Dit stukje nog eens goed doorlezend op fouten, schiet me ineens het volgende droevige voorval weer te binnen. Een maand of twee terug ongeveer, reed ik ergens. Waar weet ik niet meer, want ik heb het zoveel mogelijk geprobeerd te verdringen. Ik moest ik volop in de remmen voor een eend met een serie pulletjes erachter. Ik stopte nog net op tijd, maar de tegenligger, met zo`n dikke fourwheel drive, had helemaal niets in de gaten, reageerde niet op mijn waarschuwingen en reed er vol op in. Met bonzend hart reed ik door, me voorhoudend dat ik dat zo snel mogelijk vergeten moest. Natuurlijk heb ik niet om me heen gekeken, want wat ik dan te zien zou krijgen, dat wilde ik echt niet. Daar was ik wel even misselijk van!

Dagtekening: 1997 tot heden.

Terug van weggeweest




De linker foto is gemaakt op 30 september 2002 in de Fizaeustraat vlak voor het huis waar we van 1952 totaan 1961 hebben gewoond. De rechter is uit 1961 en het eerste wat opvalt is dat toen ook de boom al in de weg stond. Grappig om weer op dat plekje te zijn, dat vond mijn moeder ook. In “onze” dagen was de winkel aan de overkant groenteboer. Dat was in de tijd dat je nog rustig groenteboer kon zeggen, zonder dat iemand zich daardoor beledigd voelde. Tegenwoordig zou het een groenteman zijn. Maar volgens mij heeft de winkel in de tussentijd nog de nodige verschillende doelen gediend, maar nu is het dus een kleine supermarkt, die zat in mijn tijd een links van de huidige winkel. Maar het plekje leeft in mijn herinnering het meeste voort alszijnde het stekkie waar pappa en mamma de auto in en uit laadde voor en na hun befaamde vakanties.



De derde foto van "onze auto" op dat bekende plekje is ouder. Op dit plaatje zitten Hans en ik in de auto en mijn moeder en An Capel, een huisvriendin van mijn ouders staan ernaast. Wat we hier gingen doen is echt niet meer te achterhalen, maar omdat deze foto wat schuiner is genomen zie je links op de foto een huis met een witte muur. Niet zo bijzonder, zij het dat daar de familie Valk woonde, vanwie de oudste dochter Ria Valk was. Zij is later bekend geworden als zangeres van o.a. Billy uit Tenesse en Ik wil een cowboy als man. Niet bepaald hoog culturele liedjes, maar toch best wel iemand die de hitlijsten haalde. Het is ook zo`n beetje de enige bekende Nederlander die ik in mijn buurt heb meegemaakt, of het zou Willeke Alberti moeten zijn, die ik tijdens mijn middelbare schooljaren over het sportveld heb zien hollen.

Het buurtje is verder niet zoveel veranderd. Het huis ook niet maar er is wel iets specifieks verdwenen, want het befaamde kolenhok heeft het loodje moeten leggen. Ik kan me nog goed herinneren dat je daar dan stond, in kou en duisternis, gebogen over de vieze rand van het kolenhok met je hoofd naar beneden, om vanuit de diepte, die kolen netjes in de kolenkit te mikken. Dat lukte natuurlijk nooit. De helft viel er altijd naast, want je schepte altijd teveel, om zo snel mogelijk klaar te zijn en de schep was eigenlijk te breed voor de kolenkit. Op de linker foto is uit 1956 en het kolenhok is goed te zien, links van de deur.



Anno 2002 is het wel een beetje anders. Frappant vind ik dat sommige “buren” zelfs nog de kans hebben gezien om op het kleine plaatsje een schuurtje te proppen. Met een beetje goede wil kan je op de foto van 2002 nog het huis herkennen.

De voorkant van het huis is nauwelijks veranderd. De oudste foto [links] is uit 1953 en de tuin was nog een klein grasveldje. Het fotootje is helaas niet best. De volgende is van 1956 en de tuin is er duidelijk ook beter aan toe.



.Anno 2002 is het tuintje beslist niet groter maar het is allemaal zo begroeid. Wat mij opviel was dat het uitzicht niet echt riant was. Je kijkt namelijk in de achtertuinen van de volgende rij huizen. Iets wat me toen ik er woonde nooit is opgevallen.


Nu is het zo dat toen ik daar liep te fotograferen ik weinig mensen zag. Niet erg hoor, maar ik wilde ook niet al te opvallend gaan lopen plaatjes schieten, want hedentendage wordt je zoiets nooit in dank afgenomen. Alleen de blik van een oud dametje al op het straatje sprak boekdelen. Zo keek ons nogal boos aan en ik wilde haar juist even aanspreken om te zeggen wat ik aan het doen was, maar voordat ik de kans kreeg was ze al verdwenen.

Toch was het leuk om daar weer eens te zijn. We hebben daar toch zo`n negen jaar gewoond en ik kan niet voor de anderen spreken, maar ik heb er een fijne tijd gehad. 30 juni 1964 werd door mijn vader het naambordje van de deur geschroefd en was het over. Mijn amsterdamse tijd was verleden tijd.



Geschreven: Opperdoes, 18 september 2005
Dagtekening: 1952-2003

donderdag 13 februari 2020

Akte K


Af en toe is het best leuk om een even weg te dromen in mijn digidagboek. Het stukje over mijn secretaresseopleiding bij Schoevers lezende, ontdek ik dat ik bijna over al mijn opleidingen in heb verteld, maar ook, dat ik eentje vergeten ben. Dat is niet zo verwonderlijk, want deze deed ik pas veel later. Na mijn lagere school, MMS en Schoevers, heb ik in 1981 de opleiding akte K gedaan, zodat ik als "handwerkjuf" op de lagere school, les kon gaan geven.

Deze opleiding deed ik met de achterliggende gedachte, dat er bij kinderen op school veel te weinig aandacht werd besteed aan vrijetijdsbesteding. De mensen kregen steeds meer vrije tijd en er is, ook volgens mij, een deel van de mensheid, die dat totaal niet weet in te vullen. Niet dat ik nou meteen de illusie heb, dat ik met dat handwerken het probleem heb opgelost, maar misschien helpt het een klein beetje, om sommige mensen toch een fijne vrijetijdsbesteling aan te reiken.

Die opleiding, was zo gezegd, maar echt niet, zo gedaan. Ik moest mijn drukke gezin, met drie kinderen achterlaten, en per fiets, trein en te voet, 1x per week naar Alkmaar en terug. De PA [pedagogische academie] , was een imposant gebouw in de buurt van de Westerweg, wat ik, zonder resultaat, op Maps heb proberen terug te vinden, maar het was een kwartiertje lopen van het station. Ik vond de opleiding, die bestond uit de vakken didactiek, breien/haken, borduren en naaien, niet echt zwaar. De ladingen huiswerk daarentegen, hielden me wel aardig bezig. Iedere week een brei/haak-, borduur- en naaiopdracht, waarvan ik altijd probeerde iets nuttigs te maken. Vaak waren dat dan ook nog eens heel vrije opdrachten, waarbij ik mijn voorraad fantasie aardig moest aanspreken.

Het vak "naaien" was een regelrechte ramp en duidelijker dan in een stukje, dat alleen in mijn digidagboek staat, kan ik het niet verwoorden. Vandaar dus even een citaat: “Naaien was beslist mijn favoriet niet en zelfs nu nog, als ik mijn naaimachine voor mij heb staan, besluipt mij het ongelofelijk katterig gevoel, om dat apparaat meteen het raam uit te gooien. Een onverklaarbare kippevel krijg ik van dat ding. Heb ik net een stuk gestikt [het woord alleen al] blijkt dat de onderdraad gebroken is en verandert het werk, waar ik intussen ook de spelden hebt uitgehaald, in een losse bende of ik ontdekt dat er allemaal lussen aan de achterkant van het werk zitten, vanwege een verkeerde spanning. Een andere hinderlaag kan zijn dat je een stuk van het werk hebt meegenaaid wat niet moest, en ga zo maar door, ik heb een ruime ervaring met dat gehannes. Sterker nog, als ik eenmaal begin met klunzen, dan houdt het niet op”.

Maar breien, haken en borduren was leuk. Dat deed ik graag en zag er beslist niet tegen op om van de opdracht, nuttige dingen te maken. Een goed voorbeeld daarvan is het enige werkstuk, wat nog op foto is terug te vinden. De exacte opdracht weet ik niet meer, maar het zal zoiets geweest zijn in de trant van "Maak je portret met lapjes". Dat ik er dan een tas van heb gemaakt, was mijn eigen idee, want het portret alleen op een losse lap zou waarschijnlijke wel voldoende zijn geweest. Dit tikkende, moet ik eigenlijk wel lachen, dat het juist een naaiopdracht is, waarvan ik een voorbeeld geef, gezien het bovenstaande gemopper.

Na een jaar flink aanpoten, kwam dan in juni het eindexamen. Voor het gemak, moest ik daarvoor helemaal naar Rotterdam. Niet echt fijn, , want vanzelfsprekend al behoorlijk gespannen, moest ik er nog eens ver voor reizen naar een totaal onbekende bestemming. Maar goed, ik ben er gekomen en beter nog, ik slaagde nog ook, ondanks de vette 4 voor mijn naaiwerk. Heel lief kwam Karel met de kinderen in de middag ook naar Rotterdam, die een enorm opgeluchte vrouw en moeder, ophaalden en mee naar huis konden nemen. Nog jaren daarna, als we langs Rotterdam reisden, zag ik vanuit de trein, dat bewuste schoolgebouw langs het spoor, wat me iedere keer weer herinnerde aan die spannende dag, dat ik daar eindexamen deed.

Toch heeft mijn harde werk weinig opgeleverd. Ik heb helaas nooit voor de klas gestaan, want juist in dat jaar begon men met het drastisch bezuinigen op vakleerkrachten. En ja, natuurlijk ging gymnastiek voor, dus werden de vakleerkrachten in andere vakken heel snel wegbezuinigd. En om als gediplomeerde hulpmoeder te fungeren, dat had ik geen zin in. Toch was de opleiding beslist niet voor niets. Ik heb er veel extra haak-, brei- en borduurtechnieken geleerd, die me later heel goed van pas zijn gekomen. Niet altijd tot volle tevredenheid van mijn kinderen, maar ja, ach, die moeten niet zeuren, want ik moest toch wat, met het geleerde, mijn fantasie en mijn vrije tijd.

vrijdag 7 februari 2020

Oostwoud - Vereweg



In de kop van Noord-Holland bevinden zich een heleboel kleine polderweggetjes. Die zijn zo smal, dat het bijna ondoenlijk is elkaar te passeren en passeerplaatsen zijn er nauwelijks. Bij de meeste van die weggetjes moet bij een tegenligger dus één van de twee de berm in en het hangt helemaal van de situatie af of jij, of de tegenligger dat doet.

Deze manier van rijden ben ik wel gewend, dat heb ik in Schotland wel geleerd, hoewel er in dat land wel meer passeerplekken zijn. Ook zijn de Schotten beter gewend aan deze manier van rijden, want meestal nemen en ze wat gas terug en passeren je dan met een vriendelijke groet. 

Hier in Nederland is het rijden op die weggetjes, heel anders. Ten eerste heb je er minder en ten tweede hebben onze landgenoten, in mijn ogen, nog minder geduld. Passeerplekken zijn er weinig en het gebeurt helaas maar heel zelden dat er op zijn minst even gas wordt teruggenomen, zodat het, gezien mijn Schotse ervaring, meestal mijn persoontje is, die uitwijkt of stopt. Ook een vriendelijk bedankje komt hier weinig voor, maar helaas, ook daaraan raak je gewend. Gelukkig schiet tegenwoordig "De Provincie" een beetje te hulp. Deze mensen is zagen ook in dat het, mede met de komst van die verhipte brede fourwheeldrives, het er niet gemakkelijker op is geworden en zijn ze bezig om langs veel van die wegen grastegels te leggen. Minder idyllisch helaas, maar wel veiliger, want het voorkomt in ieder geval dat je om de haverklap met je rechterwielen in de prut en de modder zakt. Ondanks dat blijft het, met een gezonde spanning, leuk rijden en trek ik er als het even kan op uit om nieuwe routes te ontdekken. Vooral die smalle dijkweggetjes bezorgen me soms vlinders in mijn buik. 


Tussen Opperdoes en Oostwoud bevind zich ook een prachtig exemplaar. Op de Vereweg is het bidden dat je er geen trekker tegen komt, want dan heb je een probleem. Zelfs nu er, sinds kort, grastegels liggen gaat het allemaal maar net. Toch is het niet het enige, waarom ik juist over deze weg begin. Precies in het midden van de route, midden in de polder, bevinden zich ineens een heleboel bochten in die weg. Ook staan er een heleboel bomen, die naar het scheen totaal willekeurig bij elkaar waren gezet. Wat een vreemde plek, zelfs de moderne boerderij, die er vlak naast staat, verandert daar niets aan. Die slingerende weg en dan die bomen. Wat is het doel ervan? Waarom die bochten en waarom die bomen daar, die hebben toch geen enkel doel?.

In mijn fantasie, zag ik de weg veranderen in een smal karrespoor met onder die bomen een grote bronstijd nederzetting met veel beweging van mens en dier rondom. Alles was afgezet door een houten hek, gemaakt van takken en uit een gat op het dak kringelde een klein sliertje rook. Of... fantaseerde ik verder, had er misschien een middeleeuwse boerderij gestaan, die de vorm van de weg hadden bepaald en die daarna sinds jaar en dag zo is gebleven. Dat zou een mooie verklaring zijn, voor hoe het er nu uitziet. Ohh, kon ik maar in in de geschiedenis kijken!

De droom duurde niet lang en dat was maar goed ook. Ik zat uiteraard nog steeds in de auto en reed, weliswaar langzaam, nog altijd op die smalle weg. Ik moest er toch niet aan denken, dat ik door mijn eigen gepieker, zomaar en zelfs zonder tegenligger, van de weg zou raken. Toch bleef die plek mij fascineren. Ik reed er zo af en toe langs en iedere keer dat ik er kwam, zag ik weer dat zelfde beeld uit mijn fantasie.