Op deze blog schrijf ik allerlei stukjes uit mijn jeugd, gezin en andere zaken, die mij op dat moment bezig hielden.
Op mijn tweede blog heb ik mijn creativiteit los gelaten. Was het eerst borduren en breien, nu is het bijna alleen nog maar haken wat me heerlijk van de straat houdt.
Avalon`s creablog: http://avalon022.blogspot.com/

Vanaf 2005 hou ik een digidagboek bij. Ik heb hierin over vanalles geschreven. Soms schrijf ik drie stukjes in een week en soms duurt het maanden voordat ik weer inspiratie krijg om iets op te schrijven. Dat kan dus vanalles zijn, heel persoonlijke dingen, wanneer ik niet lekker in mijn vel zit, herinneringen uit mijn jeugd en de tijd dat we met onze kinderen als gezinnetje samenwoonden, vakantie- of dagtripverhaaltjes, maar ook gekke, droevige of gewoon dagelijkse dingen die ik om mij heen registreer en waarover ik het leuk vind iets te schrijven. Alle verhaaltjes staan sowieso in pdf formaat ergens prive op laptop of externe schijf, maar ik heb besloten om zo langzamerhand alle verhaaltjes alsnog te publiceren op deze blog. Veel leesplezier.

Ps-1. Al bladerend door de onderwerpen zie ik nu [1-8-2013] dat het een rommeltje is geworden met de lettertypes en grootte van letters. Hoe dat komt weet ik niet. Wel weet ik dat ik ze zo niet gepost heb. Nu [26-2-2021] is het nog steeds niet veel beter. Het is jammer, dat ik niet meer grip heb op de lay-out van de stukjes. Maar goed, ik heb me helaas te houden aan de beperkte mogelijkheden. Het zij het zo, maar een rommeltje blijft het.

Ps-2. De bovenstaande foto is door mij genomen in een goddelijk rustige omgeving in de buurt van Säffle [Midden Zweden] in juni 2012.

donderdag 24 december 2020

Kerstwens

Harde Lockdown! Alle niet-essentiele winkels dicht! Ohh....die heb ik toch niet nodig, dacht ik in al mijn onschuld. Zeker na de paniek met het lampje, en de dreigende heel donkere kerst, die ik nog net kon verhelpen, op die bewuste maandagmiddag voor de lockdown. Die gedachte duurde niet lang. Ik realiseerde me totaal niet, hoe dicht we al op de kerstdagen zaten, en ik had dus nog geen kerstkaart verstuurd. Oei, kerstkaarten, door het jaarlijkse dilemma van digitaal sturen of niet schoof ik deze actie, zo lang mogelijk voor mij uit en nu hadden ze me toch echt te pakken. Niet-essentieel noemen ze dat. Postzegels mocht wel, maar wat heb ik daaraan, als ik geen kaarten heb.  De supermarkten? Ik gaf mezelf weinig kans en om eerlijk te zijn had ik vanwege de alsmaar dreigende besmetting, niet echt zin om alleen vanwege die kaarten en postzegels de winkels weer in te gaan. Mijn wekelijkse boodschappen had ik al gedaan. 

Ik dook in de kast en haalde er nog 13 zielige kerstkaarten, 1 kerstzegel en 4 postzegels met het hoofd van Willem erop uit, en dat was het dan. Wow, daar kan ik wat mee. En..... of het door de corona komt of niet, waren veel meer buurtjes dan in de vorige jaren zo lief, om `s avonds, als het lekker donker is, stiekum een hele mooie kerstkaart door de brievenbus te schuiven. 

Oei, dat werd even lastig. Wel eerst de buurtjes maar. Zielige kaarten of niet, ook ik ging even in het donker op pad. Toen heb ik iedereen die ik digitaal kon benaderen een mail, pb of whatsappje met de beste wensen gestuurd. Vier van de vijf postzegels heb ik gebruikt en uiteindelijk visten er helaas twee achter het net. Mijn kaarten waren op. Aan hen leg ik het later nog wel eens uit. 


dinsdag 15 december 2020

Een heel lang Kluizenaars verhaal

Mijn eindejaarsstukje schrijvend, bracht me weer bij mijn voorouders, omdat ik daarin schreef dat ik in de zomer van 2020 in de genealogie van mijn familie was gedoken. In "Opa en oma Bergh met hun broers en zussen" schreef ik al uitgebreid over de familie van mijn vaders kant, maar van schrijven over de familie van mijn moeders kant was tot nu toe niets gekomen. Dat maak ik in dit stukje goed en wat ik hier nu verder ga vertellen is samengesteld uit een mix van gegevens. Ik gebruikte de Open Archieven, krantenvermeldingen uit de Dortenaar, verhalen van mijn moeder en natuurlijk mijn eigen herinnering. Mijn familie de Kluizenaar heeft, voor zover ik het kan terugvinden, bijna allemaal in Dordrecht gewoond. Alleen heel verre voorouders van mijn oma woonden in Rotterdam.

Deze eerste alinea is het einige wat is overgebleven, van mijn eerste poging om een verhaaltje te schrijven, want toen ik me ineens herinnerde, dat ik nog een hele map met ingescande foto`s had, die ik jaren terug, uit mijn moeders fotoalbum had gehaald, kreeg ik ineens een heel ander idee over de opzet. Dus begon ik, na deze eerste zin, opnieuw. Bij het weer doorkijken van de foto`s realiseerde ik me, dat, ik in combinatie met de familiestamboom, broers, zussen, ooms en tantes, van hun "echte" naam kon voorzien. De data heb ik samen met mijn moeder, jaren geleden, al bijgevoegd. Zij wist helaas een heleboel niet meer, maar met z`n tweetjes hebben we er een jaartal bijgezet, waarvan zij zeker was, dat het wel een beetje zou kunnen kloppen.

Het verhaal loopt ongeveer door totaan mijn geboorte. De oorlogsjaren vallen er voor het grootste deel tussenuit, want over het leven in het Oranjepark in die tijd, heb ik al verschillende verhaaltjes geschreven. Verder verwijs ik voor officiële data en namen [voorzover ik ze weet] naar de familielijnen De Kluizenaar en Van Zuijlekom. 


OVERGROOTVADER GERRIT DE KLUIZENAAR:

Ik begin met mijn overgrootouders. Dat waren Gerrit de Kluizenaar en Johanna Stokvis. Zij trouwden op 4 juni 1873 te Dordrecht en waren toen 25 en 22 jaar oud.

En zo zag Gerrit eruit. Een imposante figuur, waarvan ik me met de beste wil van de wereld niet kan voorstellen, dat als hij er niet zou zijn geweest, ik hier ook niet op de bank zou zitten. Maar ja dat geldt voor de meeste personen die ik hier noem. Dat mijn moeder hem als kind "Opa Snor" noemde is ook werkelijk geen wonder en ik vind het nog steeds jammer dat ik van zijn vrouw Johanna nergens een foto kon vinden.  




Een schattige foto van Gerrit, zo met zijn drie kleindochters, tw. mijn moeder [vooraan staand], haar zuster Mia, zittend op de leuning van de stoel en nicht Els op de achtergrond.

Overgrootvader Gerrit had vijf kinderen, waarvan mijn opa, Johan Leendert, geboren in 1883, de jongste was en uit de vele vermeldingen van de Dortenaar en de vage herinneringen van mijn moeder, kon ik zo`n beetje opmaken, hoe het leven er voor hen moet hebben uitgezien. Helaas heeft dit alleen betrekking op de mannen, want er, is, vanwege de maatschappelijk situatie in die tijd, maar weinig bekend, waarmee de vrouwen zich, behalve het huishouden, bezig hielden.

Gerrit was bakker van beroep en werkte, samen met zijn broer Pieter, die ook bakker was, in de bakkerij van zijn vader Wouter, die gevestigd was aan de Voorstraat 63 in Dordrecht. Later heeft zoon Gerrit een kruidenierswinkel annex slijterij gehad, die ik op verschillende adressen heb teruggevonden. Het enige adres waarvan ik zeker weet dat het klopt, is de Bosboom Toussaintstraat 17, als zijn huisadres, omdat mijn moeder daar ook heeft gewoond en ik er foto`s van heb. Gerrit was actief met allerlei instanties. Hij diende in 1917 een aanvraag in voor een hondenkar, vroeg een hinderwet aan voor allerlei electrische apparatuur voor de bakkerij en ik vond voor hem twee belastingaanslagen "Hoofdelijke omslag". Geen idee wat het is, maar ze kostten hem 33 en 7 gulden.



[Foto: 1927]

En.....om nog even in de Bosboom Toussaintstraat 17 te blijven, ik vond van dat adres een nogal mysterieuze notitie op 11 september 1934, in de "Gids voor het lokale rijkstelefoonnet Dordrecht.

"Telefoonnummer: 6208

Naam: N.V. Albert Heijn

Beroep etc.: Kruidenierswaren en comestibles

Adres: Bosboom Toussaintstraat 17

Plaats: Dordrecht"

Huh? Albert Heijn? Ik heb gelukkig wat foto`s van het huis uit die tijd en het was toen zeker geen winkelpand, dus het lijkt me erg onwaarschijnlijk, dat de grootgrutter hier een vestiging heeft gehad. Wat was er dan aan de hand? Heeft overgrootvader Gerrit zijn zaken allemaal geregeld via zijn huisadres of heeft hij misschien zijn zaak verkocht aan Appie? Geen idee!. Het zou ook mogelijk zijn geweest dat de familie in 1934 is verhuisd en er later een winkel is gekomen? Als ik Streetview eens bekijk, lijkt het me niet, want het is nog steeds een rijtjeshuis en het even aan mijn moeder te vragen zit er ook niet in. Daarvoor ben ik bijna 10 jaar te laat, dus dat zal wel altijd een raadsel blijven.  

OVERGROOTVADER GIJSBERTUS STEPHANUS VAN ZUIJLEKOM:

Natuurlijk heb ik ook nog een andere overgrootvader. Noemde mijn moeder mijn overgrootvader Gerrit "Opa Snor", haar andere opa was "Opa Baard". Zijn naam was Gijsbertus Stephanus van Zuijlekom en staat met zijn vrouw Maria Bestebreur op onderstaande foto links [1911].

Gijsbertus Stephanus van Zuijlekom en Maria Bestenbreur trouwden op 16 juli 1879 te Dordrecht, toen ze resp. 22 en 23 jaar oud waren. Ze kregen 9 kinderen. Drie daarvan stierven jong, maar de andere zes, allemaal meisjes, waarvan mijn oma derde was, zijn allen volwassen geworden. Toen ik tijdens mijn zoektocht de namen vond, ging er bij sommige daarvan wel een lichtje branden. Tante Bertha, tante Trui en tante Agatha, hé, ja, die namen heb ik wel eens eerder gehoord. Die herinnerde ik me wel.

In het fotoalbum van mijn moeder vond ik een schitterende foto [rechts], waarop de ouders en alle zes zussen, [sommigen] met aanhang, stijfjes poseerden voor de camera. Ze leken allemaal erg op elkaar, maar als ik het goed zie is de meest linkse mijn oma [ Foto: 1911].

Uit verdere gegevens bleek dat Stephanus ook winkelier was, maar wat voor winkel hij heeft gehad, daar kon ik helaas niets van vinden en mijn moeder heeft het er ook nooit over gehad.

EN DAN MIJN OMA.......MARIA VAN ZUIJLEKOM:

Mijn moeder heeft me veel over haar verteld en natuurlijk heb ik haar ook zelf gekend. Klein van postuur, was ze een zeer sterke en intelligente vrouw die niet mocht studeren maar naar op 13 jarige leeftijd naar de "naaiwinkel" [naaischool] werd gestuurd. Op de foto is ze de middelste van de vijf en zo te zien heeft ze het niet erg naar haar zin. Volgens mijn moeder was ze op deze foto ongeveer 14 jaar oud. Toegegeven ze kon fenominaal naaien, maar ik weet zeker dat ze graag iets anders zou hebben gedaan. Helaas had een vrouw anno 1900 weinig keus, want "achter het aanrecht" was de plaats in de maatschappij! Ik herinner me haar nog goed, was graag bij haar en als ik op bezoek kwam, stond altijd, mijn lievelingsgerecht, stoofpeertjes, klaar.  

Wat ik nu zonet geschreven heb, is uiteraard mijn jeugdherinnering aan haar, maar nu ik zelf wat ouder ben en wat beter kan inschatten hoe het leven in elkaar zal hebben gezeten, denk ik, met medelijden, dat ze het verschrikkelijk moeilijk moet hebben gehad met die stuurse, stijfkoppige en dominante man naast zich.

Maar ik heb meer foto`s van mijn oma. De volgende opmerking van mijn moeder moet over één van de onderstaande drie foto`s zijn gemaakt. Welke weet ik niet, maar in principe zou het op alle drie kunnen slaan. Mijn moeder: "Je kan hier heel goed haar kleding zien. Op één van de foto`s heeft ze een zelfgemaakt jak aan met allemaal haken en ogen aan de voorkant. Een hels karwei om te maken, want dat moest allemaal met de hand. Middenin moesten baleinen om de borsten te stutten, want er waren nog geen bh`s. [Fotos: 1911]

Op de foto linksboven, staat mijn oma uit 1911 met haar en haar zuster Beth [Elizabeth]

Hieronder een schitterende foto uit 1931, waarover mijn moeder het volgende vertelde: "Op deze foto staat tante Betje en jouw oma. Zij was een familievriendin, die elke week kwam kousenbreien. Dat was een hele klus want wij [Jopie en Mia] werden steeds groter. Wij hadden geen zin meer in die kousen, want er vielen maar gaten in die dingen. Tante Betje woonde helemaal op de Steegoversloot, in een heel klein donker huisje, met het toilet binnen, in een hoekje van de huiskamer. Betje Burgerhart, zoals ze heette werd, toen ze ziek werd helemaal verzorgd door jouw oma, die daar dan helemaal naar toe moest gaan lopen. En dat was een heel eind.
Nadat mijn opa in december 1962, na een ernsig ongeluk, naar verpleeghuis De Lindonk, in Zwijdrecht, verhuisde, bleef zij nog een halfjaar in het Oranjepark. Op 26 juni 1963 ging ook zij daar naar toe en ze
woonden ze nog precies drie jaar samen. Oma is heel oud geworden. Op 27 september 1978, 12 jaar nadat haar man overleed, stierf zij, bijna 97 jaar oud.

MIJN OPA......JOHAN LEENDERT DE KLUIZENAAR:

Op onderstaande foto zit het hele gezin op en bij de tafel. 


Mijn opa en oma trouwden op 8 september 1920, toen ze 36 en 38 jaar waren. Zij kregen twee meisjes, tw. mijn moeder Jopie, die is geboren in 1921 en twee jaar later kwam haar zusje Mia, die door mij later tante Miep genoemd werd. Over mijn oma heb ik al het nodige verteld, zodat ik me nu richt op wat er zoal in het leven van mijn opa gebeurde. Hij had allerlei baantjes en ik vond een vermelding van hem terug in de Dortenaar als zijnde een zelfstandig ondernemer met een eigen rijwielhandel annex vernikkelinrichting. Hij repareerde en verhandelde dus fietsen en wat dat vernikkelen inhoudt, dat is voor mij niet helemaal duidelijk. ,Toch werd er over zijn werkzaamheden in de familie nogal eens grapjes gemaakt. Tot ver in de 50er jaren, hoorde ik mijn vader, als er iets kapot was, tegen mijn moeder zeggen: "Haal je vader er maar bij, die repareert het wel met een ijzerdraadje".

Naar aanleiding van diverse meldingen in het adresboek 1930 had hij eerst een pand in de museumstraat 31 en later in de Bosboom Toussaintstraat 17. Waarom hij in de museumstraat is weggegaan, weet ik niet, maar omdat in de volgende meldingen zijn bedrijf, op zijn huisadres wordt vermeld, denk ik dat hij later aan huis is verder gegaan. Verder trek ik de conclusie, dat hij en zijn gezin, inwoonde bij vader Gerrit en na zijn overlijden eind jaren `30, verhuisd is naar het Oranjepark. Of dit helemaal klopt kan ik niet achterhalen.

Toch wil ik nu eerst nog even een stukje terug in de tijd. Van mijn moeder kreeg ik jaren terug een heel interessant krantenartikel over hem. De naam van de krant is niet meer te achterhalen, maar het artikel heette: "Toulonselaan heette vroeger Kluizenaarspad". Mijn opa vertelde hierin over de periode van 1923-1927 dat hij gemeenteraadslid was. Hij zat in de raad voor de kiesvereniging Zuinig Gemeente Beheer; een club die later opging in Gemeentebelangen. Het was er maar vier jaar, dus een vrij korte periode, maar uit de raadsverslagen uit die tijd, begrijp ik al snel, dat het nogal een lastig mannetje was, die zich overal mee bemoeide. Ook leverde hem, die vier jaar in de raad, een nieuw familielid op, toen een van zijn partijgenoten, trouwde met de dochter van zijn broer en dus ook met het nichtje van mijn moeder. Met dat nichtje waren zowel mijn moeder en haar zuster altijd al heel close. Ze trokken ontzettend veel met elkaar op, wat ook te zien is aan de vele foto`s die ik heb, met die drie meiden erop. Voor mij werden het Oom Joop en tante Els en zelfs toen ik al lang en breed getrouwd was, hebben wij, met de kinderen hen nog eens opgezocht. Een paar jaar geleden heb ik met Karel, hun zoon nog eens bezocht. Hij was ook een beetje bezig met familie-genealogie en  wevatten toen onze familierelatie kort en bondig samen met de conclusie dat zijn opa en mijn opa broers waren.

Ik heb verscheidene foto`s van mijn opa uit die periode dat hij in de raad zat en bij deze foto, was de opmerking van mijn moeder onverbeterlijk. "Goh, die foto is vast op het gemeentehuis genomen, want zo`n mooi kantoor had hij niet".  



Deze officiële foto [onder-links] van de kieskring Zuinig Gemeente Beheer foto zal zijn genomen op het gemeentehuis te Dordrecht. Middenachter staat mijn opa en en linksvoor mijn toekomstige Oom Joop.


En dan hier nog een foto [rechts] van de voltallige gemeenteraad van die tijd. Mijn opa staat links achter, de burgemeester Pieter Leonard de Gaay Fortman, en bij de voeten van de koningin, die op haar beurt wordt onthoofd door een kroonluchter. Na het raadplegen van Google blijkt dat dit Koningin Wilhelmina moet zijn geweest. 

Hoe mijn opa het allemaal heeft klaargespeeld, weet ik niet, maar na het vertrek uit de Bosboom Toussaintstraat, wat enkele jaren voor de oorlog moet hebben plaatsgevonden, woonde hij en zijn gezin op stand in het deftige Oranjepark en bezat hij verschillende panden in de Spoorbuurt. Ik weet nog dat hij mij aan de hand meenam, om samen wandelend de huur op te gaan halen. Ook in het Oranjepark hebben zij ook de oorlogsjaren doorgebracht en wat me over die beklemmende jaren is verteld, heb ik o.a. beschreven in "Oranjepark en Spoorhof" en zijdelings ook in "Dordrecht en het GAB".

Toch moet hij, wat ik al schreef bij mijn oma, een nurkse en stuurse man zijn geweest, maar ik als kind heb dat nooit gemerkt en hij had iets wat ik aan geen enkele kant van mijn familie tegengekomen. Hij was creatief, want hij schilderde en was zelfs lid van de "Teekengenootschap Pictura". Na even googelen weet ik dat die club is opgericht in 1774, en heden ten dage het oudste nog bestaande tekengenootschap in Nederland is. Mijn ouders maakten wel eens grapjes over zijn werk, want het was de toch wel frappant, dat hij bergen schilderde, terwijl hij er nog nooit een in het echt had gezien. Het museum heeft hij volgens mij nooit gehaald, hoewel er een hartnekkig gerucht in de familie rondging, dat er een schilderij van hem in het museum van Gijn zou hangen. Waar al zijn schilderijen gebleven zijn, weet ik niet. Er stonden er nog verschillende op zolder bij mijn moeder, die we na haar overlijden, allemaal hebben weggedaan, maar niet, zonder er eerst wat foto`s van te hebben gemaakt

Op 26 mei 1942 ziet mijn opa kans om een bekeuring te krijgen en daarmee voor eeuwig in een politiedossier terecht te komen, getuige een notitie die ik vond bij de Dortenaar. .

"te --.-- uur - Is bekeurd: door brigadier B. v.d. Elst: J.L. de Kluizenaar,geb. 22-11-1883, Oranjepark 35, allen t/z het niet-inleveren van een verklaring betreffende onderzoek naar wandgedierte in woning en huisraad". Deze ambtelijke taal zegt mij helaas niet veel en ik heb dan ook geen flauw idee, wat hij nou eigenlijk heeft uitgespookt. Wandluizen?

In 1962 krijgt hij een vreselijk zwaar ongeluk. Wat er precies is gebeurd weet ik niet meer, maar ergens heb ik een vage herinnering dat hij is aangereden. Het is zelfs zo erg, dat ze, om zijn leven te redden zijn linkerbeen hebben moeten amputeren. Hij kan niet meer thuis wonen en verhuist naar het verpleeghuis De Lindonk in Zwijndrecht, waar hij op 27 juni 1966 overlijdt. [Foto: 20 juli 1963]



EN DAN MIJN MOEDER.............JOHANNA MARIA DE KLUIZENAAR

Ik heb nogal wat foto`s van mijn moeder en om daar voor dit stukje een keuze uit te maken is best moeilijk. Het lijkt erop dat ze een heel gelukkige jeugd heeft gehad, want het zijn allemaal van die blije foto`s, maar hoe haar jeugd precies was, heeft ze mij niet veel over verteld. Wel vertelde ze veel over de vriendschap met nicht Els. Dit onafscheidelijke drietal [mijn moeder, haar zus Mia en nicht Els] komt op nogal wat foto`s voor. Ook leuk van de foto`s is, dat het onbedoeld een aardig tijdsbeeld van de jaren `20 tot eind 40 geeft. Ook hier zijn de jaarnoteringen allemaal geschat. Ik heb er een paar uitgezocht en inclusief het onvergetelijke commentaar van mijn moeder, kan ik zeggen, dat in dit geval de beelden meer zeggen dan 1000 woorden.



Hier twee foto`s van Jopie en Mia [1929 en 1934].

Mijn moeder: "Als je de foto`s van tante Miep als klein kind ziet dan kijkt ze daar nooit vrolijk op, laat staan dat ze lachte. Ze was namelijk bang dat de op die foto vast kwam te zitten en er niet meer af kon. Dat heeft ze schijnbaar nogal lang volgehouden gezien de norse blik op de meeste foto`s". Dus mijn intro hierboven klopt niet helemaal. Zo blij waren ze niet.


Bij bovenstaande foto`s:


1. Links: 
Ook toen al! En als ik dat zo bekijk, is er niet veel veranderd in al die jaren. 
Mijn oma staat links op de foto en mijn moeder zie ik naast haar rechts. Mia kan ik niet vinden. 
Mijn moeder: "Verjaarsfeestjes, ongetwijfeld van Miep omdat zij 31 augustus jarig is". [1929]

2. Midden:
v.l.n.r: Mia, Els en Jopie [1926] [Waarschijnlijk Scheveningen]

3. Rechts:
Mijn moeder: "Deze foto is genomen ca. 1929 in Park Merwesteyn. Dit park, wat ligt aan het einde van het Oranjepark, is in de oorlog volgestopt met bunkers. Die hebben ze na de oorlog allemaal opgeblazen., waarbij jij toen, als kleine baby, bij elke explosie, van schrik overeind veerde of inelkaar kromp".




Onverbeterlijk.Ook toen had je blijkbaar al rages!Mijn moeder, Mia met hun moeder. [1934]










Deze foto is genomen op de Krispijnseweg en op de achtergrond is de spoorwegovergang te zien. [1935]



Op deze foto uit 1935 staat mijn moeder links. Rechts staat haar zuster. Deze foto heb ik erbij gedaan vanwege de herinnering aan de gammele schutting in de achtertuin en de dat speciale fabrieksgeluid, wat nooit stopte. Hier is goed te zien hoe prominent dat gebouw aanwezig was, waardoor de achtertuin dan ook helemaal was ingesloten.















Hoewel mijn moeder, me weinig heeft verteld over haar jeugd, heb ik documentatie zat. Ik heb al haarschoolrapporten nog van de lagere school, de ULO, en diverse kantoordiploma`s. Ze deed, naast eindexamen ULO, in 1938 examen in steno, handelscorrespondentie en machineschrijven en als ik zo de cijfers van haar schoolrapporten eens bekijk dan deed ze het beslist niet slecht. Mijn opa mocht dan een nukkige man zijn geweest, hij heeft zijn meiden in ieder geval een goede opleiding gegeven. Ze kwam uiteindelijk te werken, als telefoniste bij de koekjesfabriek Victoria en dat zal dan vlak voor en aan het begin van de oorlog zijn geweest. Ik zie dat gebouw nog voor me. Net als je met de trein vanaf Rotterdam, bij Dordrecht de Maasbrug over was, zag je het liggen aan de linkerkant naast het spoor. Maar ja, die herinnering van mij was van veel later, toen mijn moeder er natuurlijk allang niet meer was. Nu is de plek zo veranderd, dat het zelfs onmogelijk is je voor te stellen waar het gebouw heeft gestaan. 

Een paar jaar geleden zond de zender ONS wat oude bedrijfsfilmpjes uit. Ook de Victoria zat daarbij, Ik heb de film bijna beeldje voor beeldje bekeken, maar ik kon er mijn moeder helaas niet in ontdekken. Wel was het leuk, want ik kan me nu, wat beter voorstellen, hoe mijn moeder, daar gewerkt moet hebben. Op de foto zit ze als tweede van links, op de tweede rij.  


Mijn ouders hebben elkaar leren kennen via hun sport. Ze korfbalden beide bij DEETOS en dat zal ook aan het eind van de 30er jaren zijn geweest. 

In 1942, kwam ik tot mijn verrassing mijn vaders naam tegen op een plek waar ik hem zeker niet had verwacht. Het is een notitie van 11 december 1942, in de Dortenaar. "Bekeurd door agent A.M. van Gurp, Otto J. van den Bergh, ambtenaar, oud 21 jaar, wonende Floresstraat 59, terzake wielrijden zonder voor- en achterlicht".  En als we het nu toch over bekeuringen hebben. Weliswaar een beetje later, maar niet minder lachwekkend was de volgende, waarbij mijn moeder de klos was. Niet voor het rijden zonder licht, maar ze had haar fiets ergens neergezet, waar het niet mocht. 

Toen het voor mijn vader op zijn werk bij het GAB te gevaarlijk werd, dook hij onder, in het Oranjepark, bij mijn moeder op zolder en op 8 november 1944 zijn zijn getrouwd. Ik was al onderweg, en blijkbaar was het ondanks die riskante periode nog mogelijk om te trouwen. Maar hoe dat precies zat, daar heb ik eigenlijk nooit naar gevraagd.

Het verhaal de Kluizenaar loopt een beetje op zijn eindje. Het volgende hoofdstuk zou "Mijn ouders" moeten gaan heten, maar dat is eigenlijk al verwerkt in een hele boel losse verhaaltjes, die ik zo her en der in de afgelopen jaren heb geschreven en nog zal gaan schrijven.

Toch wil ik nog een dierbare herinnering, bij gebrek aan een andere plek, hier graag nog even vastleggen. Het is een herinnering aan mijn tante Miep. Natuurlijk heb ik die in mijn vroege jeugd nog veel gezien. Ze was tenslotte de zuster van mijn moeder, en omdat mijn ouders tot 1949 inwoonden in het Oranjepark, hadden we veel contact. Zij was kleuterleidster geworden op een klein schooltje ergens in Dordrecht en op een dag ben ik een keertje met haar mee geweest. Ik herinner me nog een bloedhete dag, waarop ik met een heel stel kinderen, in de openslaande deuren zat, op een soort helemaal ingebouwd, schoolpleintje. Waarom ik dat nog weet? Geen idee, en ik heb er ook geen foto`s van. Ik vermoed dat het een enorme indruk heeft gemaakt, dat mijn tante zomaar de "juf" van het klasje was.

Dit is wat ik me tot nu toe zo`n beetje herinner van de familie de Kluizenaar en van Zuijlekom. Het is grappig, want afsluiten kan ik het niet echt. Mijn hersenen doen rare dingen, zoals ik al eerder schreef en zo af en toe, soms zonder een enkele aanleiding, komt er weer wat bovendrijven. Ook ben ik er van overtuigd, dat er op het net nog veel te vinden is. Maar een ding is zeker. Mocht ik iets vinden, of mocht ik me weer iets herinneren, zal ik het zeker toevoegen.  

maandag 14 december 2020

Lampje

Nou het is gebeurd hoor. Wat er al dreigde aan te komen, wordt vanavond dus keihard aangekondigd. "Harde lockdown!". Die stomme mensen ook. Is het nou zo moeilijk even pas op de plaat te maken en zoals gewoonlijk moeten de goeden weer met de kwaden lijden. Kerstfeest vieren op een simpele manier is ook leuk! Ik zit verdomme al 9 maanden thuis en durf zowat de deur niet uit en de anderen maar feesten en de boel aan hun laars lappen.

Ik zag het al aankomen de laatste dagen. Het ging helemaal niet goed met de besmettingsaantallen, want ze rezen de pan uit. En dan al dat politiek overleg op de zondag, dat is serieuze kost. Ik hield de sluiting van niet essentiele winkels al als nr. 1 met stip in mijn achterhoofd.



En dan gaat zaterdagavond het lampje in mijn grote staande schemerlamp kapot. Het is de enige die ik gebruik, omdat ik de plafondlamp niet om mee te leven vind met zijn keiharde licht. Een nieuwe lamp is geen standaardlamp, die je even in de supermarkt koopt, want het is een ca. 12 cm lang glazen buisje, waarvoor ik toch echt naar de Gamma moest. Nou ja, niet erg, dat kan op zondag. En dan..... jahoor, heel voorspelbaar, zondagmorgen was het licht, en toen het weer donker werd, en de Gamma al bijna weer dicht was, had ik nog steeds geen lamp. Straal vergeten!.

Afgelopen nacht heb ik weer eens twee uur wakker gelegen. Om nou te meteen te zeggen dat het de lamp was die me wakker hield, is wel erg kort door de bocht, maar het speelde wel mee en toen ik dan uiteindelijk pas om 9 uur wakker werd, ging ik meteen in de startblokken. Met een papiertje, waarop ik de specificaties, die in de schemerlamp stonden, had opgeschreven en de kapotte lamp, reed ik om half 10 naar de Gamma. Ik ging de winkel in, vond de stelling en haalde er een gelijkvormig lampje uit. De specificaties op mijn papiertje, kwamen totaal niet overeen wat er op de verpakking stond en een rondlopende winkeldame, die ik natuurlijk niet verstond vanwege die rottige mondkapjes, gebaarde iets in de richting dat ze er niets van wist. Nou daar ben je dan klaar mee! Aangezien die max. 40 watt, die op mijn briefje stond, vrij laag is, nam ik de gok met een lamp, waar met 156 watt [de laagste van alle lampjes] , op stond, wetende dat er wel iets veranderd is aan die aanduiding in de afgelopem jaren. Voor de zekerheid nam ik ook de volgende in wattage mee, in het geval, dat het een nachtpitje zou blijken te zijn. Bij de kassa, werd mijn vraag of ik de tweede mocht ruilen, in het geval dat de eerste goed zou zijn, bevestigd en na een boze opmerking van dezelfde kassadame, omdat ik geen winkelwagen had meegenomen, liep ik de winkel uit. Ja dom, helemaal niet aan gedacht. Dat komt ervan als je, zoals ik, zelden in de winkels kom.

Thuisgekomen, stopte ik de lamp in de houder en tot mijn grote opluchting, zag ik het letterlijk het licht. Hij deed het. Wat nu te doen met die tweede lamp? Ja, precies, toch maar terug naar de winkel en omruilen voor dezelfde, als die ik al had. Een reservelamp is nooit weg!

Nu om 4 uur zit ik gelukkig met mijn vertrouwde licht dit stukje te tikken. De harde lockdown is een feit. De voorspelbare run op de winkels ook. De burgemeesters van de grote steden roepen al weer op niet naar het centrum te komen. Leren de mensen het nou nooit? Gelukkig was ik vroeg, zodat die drukte en een kerst in het donker me tenminste bespaard gebleven zijn!