Op deze blog schrijf ik allerlei stukjes uit mijn jeugd, gezin en andere zaken, die mij op dat moment bezig hielden.
Op mijn tweede blog heb ik mijn creativiteit los gelaten. Was het eerst borduren en breien, nu is het bijna alleen nog maar haken wat me heerlijk van de straat houdt.
Avalon`s creablog: http://avalon022.blogspot.com/

Vanaf 2005 hou ik een digidagboek bij. Ik heb hierin over vanalles geschreven. Soms schrijf ik drie stukjes in een week en soms duurt het maanden voordat ik weer inspiratie krijg om iets op te schrijven. Dat kan dus vanalles zijn, heel persoonlijke dingen, wanneer ik niet lekker in mijn vel zit, herinneringen uit mijn jeugd en de tijd dat we met onze kinderen als gezinnetje samenwoonden, vakantie- of dagtripverhaaltjes, maar ook gekke, droevige of gewoon dagelijkse dingen die ik om mij heen registreer en waarover ik het leuk vind iets te schrijven. Alle verhaaltjes staan sowieso in pdf formaat ergens prive op laptop of externe schijf, maar ik heb besloten om zo langzamerhand alle verhaaltjes alsnog te publiceren op deze blog. Veel leesplezier.

Ps-1. Al bladerend door de onderwerpen zie ik nu [1-8-2013] dat het een rommeltje is geworden met de lettertypes en grootte van letters. Hoe dat komt weet ik niet. Wel weet ik dat ik ze zo niet gepost heb. Nu [26-2-2021] is het nog steeds niet veel beter. Het is jammer, dat ik niet meer grip heb op de lay-out van de stukjes. Maar goed, ik heb me helaas te houden aan de beperkte mogelijkheden. Het zij het zo, maar een rommeltje blijft het.

Ps-2. De bovenstaande foto is door mij genomen in een goddelijk rustige omgeving in de buurt van Säffle [Midden Zweden] in juni 2012.

vrijdag 27 november 2020

Ongeluk

Even na vieren `s middags zitten Ingrid en ik druk te bellen, over een probleem hoe we engeltjes moeten breien, als ik door het telefoongesprek een zoemtoon hoor. Ik zeg dat ook tegen haar, maar zij hoort het niet. Nou ja, dacht ik, dat zal dan wel een fb-melding wezen. Als het gesprek is afgelopen, krijg ik bijna direct daar achteraan een messengerbericht, ook van Ingrid, dat ze een huilende Suzanne aan de telefoon heeft. Oh, shit, dat was het dus. Een tweede telefoontje, tussen het gesprek door. Suus had een aanrijding gehad in Medemblik en wilde dat ik naar haar toe kwam. Direkt bel ik haar op en vraag wat hoe het met haar was en wat er gebeurd was. Gelukkig was er niets met Suzanne zelf, een scooterrijder had geen voorrang gegeven, maar de schade aan de auto was aanzienlijk. Ik was al bijna in de auto gesprongen voordat het telefoongesprek was afgelopen en zag gelukkig nog met een half oog dat ook Ingrid met me mee wilde. "Okee", tikte ik terug, "Kom maar meteen naar me toe".

Bij de DEKA zag ik Ingrid aankomen en samen reden we naar Medemblik. In mijn haast had ik helemaal vergeten, waar het gebeurd was, zodat Ingrid op weg erheen, weer moest bellen om naar de plek des onheils te vragen. Die was vlak bij de snackbar "De Smikkelhoek" op de Almereweg. Achteraf was dat tweede belletje, haast niet nodig geweest, want toen we op de rotonde van Opperdoes, rechts de Almereweg opdraaiden, zagen we een woud van gele hesjes. Jeetje, zoveel politie? Nou nee, dat bleek het niet te zijn, maar behalve de politie, waren blijkbaar ook de toezichthouders van Medemblik gealarmeerd. Ik zette de auto even verderop stil, stapte uit en werd tegengehouden door een agent, die me gelukkig doorliet toen ik zei wie ik was.

Ik zag Suzanne, die met veel moeite een schadeformulier stond in te vullen op de motorkap van haar gehavende auto. Toen schrok ik toch wel even. Jeetje, de voorruit was compleet gesplinterd en ingedeukt. Die scooterrijder moest dus boven op haar motorkap hebben gelegen tegen de voorruit aan. Hoe was het eigenlijk met hem, daar had ik totaal nog niet aan gedacht.

Corona of niet, ik streek haar geruststellend over haar rug en ontdekte dat de zenuwen zich, op dat moment, meer toespitsten op het invullen van het schadeformulier, dan wat er gebeurd was, maar ik kon niet meer doen dan er gewoon even te zijn. Politie en toezichthouders vingen haar fantastisch op en ze kon er met al haar vragen terecht. Ook vertelde Suus, dat “een schat van een vrouw” haar, toen er nog niemand van de hulpverlening aanwezig was, heel lief heeft opgevangen. Hoe fijn, dat er zulke mensen zijn.

Nadat Suzanne haar verhaal kwijt was, heb ik mijn telefoon gepakt en ben foto`s gaan nemen. Om evt. problemen te voorkomen, heb ik politie en omgeving vermeden, want er stond nogal wat publiek aan de overkant van de straat en ook in het kantoor wat vlak voor de kruising staat, stonden heel veel mensen voor het raam. Dat zal Suzanne allemaal wel zijn ontgaan, wat ik me heel goed voor kan stellen. Intussen kwam ook de scooterrijder, het schadeformulier invullen. Hij had de auto helemaal niet gezien en is door de haaientanden heen vlak voor Suzanne de weg over gestoken. Suus zag hem aankomen en heeft nog geprobeerd, door heel hard te remmen, een aanrijding te voorkomen,, maar ze kon hem met geen mogelijkheid meer ontwijken. Ze heeft de scooterrijder, wat ik al dacht, met de passagierskant geraakt, waabij hij met zijn lichaam op de motorkap en voorruit is beland. Hij heeft zijn fout erkend en is er wonder boven wonder goed afgekomen, daar hij er slechts wat stijfheid en wat blauwe plekken aan heeft overgehouden. .

Tijdens de afhandeling van het papierwerk had Suzanne intussen haar persoonlijke spullen uit de auto gehaald. De berger arriveerde daarna snel en ik denk dat Suzanne wel even heeft moeten slikken, toen haar auto op de wagen getakeld werd. Uit ervaring helaas, weet ik hoe het voelt. Weliswaar was mijn auto er minder slecht aan toe, maar het gevoel is hetzelfde. Daar gaat je auto.....zucht!


Op de terugweg naar huis, bij mij in de auto, vraag ik wat ze wil doen. Naar huis of niet. Heel verstandig antwoord ze, dat ze wel naar Christiaan wil. Ik ben blij met dat besluit, want dan is ze die avond nog even niet alleen en kan ze napraten over wat er is gebeurd.

Toch vind ik het super, zo als ze het heeft gedaan. Natuurlijk zaten haar tranen hoog, maar ze heeft heel adequaat gedaan, wat er gedaan moest worden. Ze heeft de garage gebeld, de politie te woord gestaan, en zelfs nog vervoer geregeld voor de volgende ochtend naar haar werk. Pfffffff…...Suus…...een ervaring rijker, hoewel geen leuke dit keer.

woensdag 25 november 2020

Lucht

Toen ik vanmorgen terugkwam van bloedprikken, zag ik ineens dat er een waarschuwingslampje brandde op mijn dashboard. Een grote gele ronde U-vorm met in het midden een groot geel uitroepteken grijnsde me tegemoet tussen het stuur door. Oeff, wat zou dat nou weer zijn. Even verder begon me wat te dagen. Toch niet weer die verhipte bandenspanning hè.! Toen ik thuis in de achterbak dook om mijn autohandleiding te pakken, ontdekte ik daarin al snel, dat mijn vermoeden helaas waar was. Ineens dacht ik weer aan die enorme lading zand, die Ingrid en ik, ruim een maand terug, met twee auto`s naar de vuilstort in Middenmeer hadden gebracht. Dat kon de schuldige wel eens zijn. Hoewel, deze auto heeft er handje van om mij zo af en toe met een waarschuwingslampje, de gordijnen in te jagen.

Eenmaal `s middags, zat het me toch niet lekker en wilde ik het hebben opgelost. De vorige keer had Suzanne me geholpen. Die wist wel hoe het moest, en ook dat een waarde van 2,5 veilig was, om in mijn banden te blazen. Hoe ze het precies had gedaan, had ik stom genoeg niet echt op gelet. Of het nu onze onzekerheid was, of een "nog steeds brandend lampje", weet ik niet meer, maar uiteindelijk belandden ik toch in de garage, me knap ongemakkelijk voelend, dat ik dat zaakje niet zelf had opgelost. Een beetje lacherig hebben ze me geholpen, en beladen met goede raad, en een "voorlopig ben ik hier wel weer vanaf" gevoel, ben ik weer vertrokken.


Nu zat ik dus weer in de knel en wist nog steeds niet hoe het moest. Na wat heen en weer geklets met Ingrid, via messenger, hadden we besloten dat ik haar bij Action in Zwaagdijk zou dumpen voor boodschappen en dat ik zou doorrijden naar de garage. We hadden een rotsmoes bedacht zodat ik daar niet af zou gaan, tw. dat ik het fysiek niet meer voor elkaar kon krijgen doordat ik mijn hoofd niet zolang naar beneden kon houden, zonder duizelig te worden. Maar ook deze oplossing zat me niet lekker en op de hoogte van Hoogkarspel vroeg ik aan Ingrid, of zij het kon. "Jahoor", was haar antwoord, "Er is niets aan". "Wow", dacht ik, "Dat geeft me een opening, om niet naar de garage te hoeven". Verder zei ik tegen haar dat er ergens een getal van 25 of 27 in mijn achterhoofd zweefde, wat ik na dat eerste genante bezoek nog steeds had onthouden. "Oh", zei Ingrid, "Maak daar maar 2,5 of 2,7 van" en na bestuderen van de de sticker in de deur [dat was wel in mijn geheugen blijven in hangen], hebben we het er maar op gewaagd. Nou, dat was een eye-opener! Voorbanden waren 2,3 en achter zelfs 1,9, dus die hadden wel degelijk wat lucht nodig! Toen ik daarna wegreed was het waarschuwingslampje uit en voelde ik elke losse steen. Ingrid ook, maar dan in haar zere enkel.


Achteraf, bedacht ik me, was dat toch maar een knap staaltje van girlpower. Tenminste van de kant van Ingrid, want ik voelde mezelf nogal dom, met dat lullig bedachte excuus, maar dankzij haar is me een tweede blamage in de garage gelukkig bespaard is gebleven. Ingrid hartstikke bedankt!!!!!!

woensdag 4 november 2020

Even een boodschapje

Woensdag 4 november 2020

Gisteren ging ik even een boodschapje doen bij een drogist. Ik ging rustig in mijn eentje, om even weg te zijn van die stressvolle situatie thuis. Wat dat betreft ben ik blij met de corona regels. Tegenwoordig is het bijna verplicht om alleen boodschappen te doen en ik vind dat zegen. Geen lastige vragen, waarom ik alleen wil, want Karel schijnt wel door te hebben dat, dit tegenwoordig een voorschrift is. Waar hij geen flauw benul van heeft, dat ik het in het laatste jaar, zo af en toe nodig heb, om even alleen te zijn. Maar ja, dit schrijvende, is dit eigenlijk ook een aanname, want ik heb geen idee, wat er in zijn hoofd afspeelt en misschien heeft hij het wel degelijk door.

Maar dat even terzijde. Hoe anders doe ik nu boodschappen, vergeleken met de tijd voor maart 2020. Over het gaan naar de supermarkt zal ik het maar even niet hebben, want dat is een regelrechte ramp, maar ook even naar een drogist is toch wel anders dan voorheen. Ging ik vroeger simpelweg een winkelcentrum in, daarentegen bezoek ik nu een losse winkel, waarvan ik vermoed dat het niet al te druk is. Met dat in mijn achterhoofd reed ik gisteren, redelijk relaxed, naar de DA in Wervershoof. Dat is mijn favoriet, want met de auto bijna voor de deur en gewoon een winkelingang aan de straat, kan het weinig kwaad. In het centrum van Wervershoof was het druk. Alle parkeervakken waren vol en zelfs op straat was het laveren tussen de auto`s door. Het kruispunt zat geheel verstopt. Wat was hier aan de hand? Die vraag werd natuurlijk niet beantwoord, maar één ding wist ik wel. Dat werd geen boodschapje bij de DA. Ik reed door en zie en passant, dat twee auto`s in de parkeervakken, op het punt stonden, weg te rijden. Dus toch maar wel? Voor een tweede poging moest ik een groot stuk om rijden en toen ik weer bij de winkels was, waren die plaatsen helaas allang weer bezet. Resoluut reed ik weg. Dan maar naar een andere drogist.

Ik reed de polder in en liet de rust op mijn inwerken. De natuur met de laatste herfstkleuren was mooi en op de momenten dat de zon zich zo af en toe liet zien was het bijna volmaakt. Geen corona, geen stress alleen maar een weids, maar alsmaar donker wordend landschap. Het kleine beetje blauw was snel verdwenen en even later kletterde de regen op de voorruit. Op de kruising in Oostwoud, vlak naast het mooie kerkje staat een schitterende villa. In de tuin hadden ze opstelling hebben gemaakt voor een filmopname. Een tentzeil boven de tuin hield de regen op een afstand en de felle lampen veroorzaakten een mysterieuze sfeer in de duisternis van de regenbui. Mijn eerste idee is dat ze daar een opname gingen maken voor een commercial, want in een flits zag ik allemaal kratjes met groente en fruit. Maar of ik dat zo snel allemaal goed heb gezien, betwijfel ik, want rijden in combinatie met deze gezonde nieuwsgierigheid, loopt meestal niet goed af. Even later reed ik door de Heemraad Witweg in Oostwoud. Bij de huizenrij aan rechterkant, hing huis aan huis de vlag halfstok. Bam, met een klap ben ik weer in de werkelijkheid terug. Coronatijd! Ja, het hoeft natuurlijk niet, maar het is wel het eerste waar ik aan dacht. Trouwens wat maakte het uit, corona of niet, het was triest, want daar was zeker iemand overleden en de buurt rouwde mee. Een verdrietig gezicht.

Via Midwoud bereikte ik het winkelcetrum van Zwaagdijk Oost. In tegenstelling tot Wervershoof was het er opvallend rustig en als bijna enige klant in het Kruitvat deed ik daar mijn boodschapje. De rest van de winkels vermijdend reed ik het terrein weer af en ging via de N307 weer richting huis.

dinsdag 3 november 2020

De griepprik

[Uit:  "Het merkwaardige [corona] jaar 2020"]

We hebben donderdag 29 oktober de griepprik gehaald. Vanwege de "anderhalve meter regel" kon dat niet plaatsvinden bij de huisarts in de praktijk, dus werd het hele gebeuren verplaatst en werden we opgroepen om naar sporthal de Kloet te komen. Slim natuurlijk, want in die sportzaal is ruimte genoeg. En, bedacht ik me later, kom ik zowaar, ook nog eens in een sporthal. Is het niet voor sporten, dan maar vanwege de griepprik.


Nieuw was, dat ik nu niet alleen een oproep had voor een griepprik, maar ook voor een pneumococcenvaccinatie. Op het bijgevoegde formulier las ik dat die aan alle mensen geboren tussen 1941 en 1949 werd aangeboden. Zodoende had ik, met een geboortejaar 1945, niet één, maar twee injecties in het vooruitzicht. Wat een woord trouwens "Pneumococcenvaccinatie" , dat krijg ik alleen maar foutloos in dit stukje, door het woord ergens op het net te zoeken en dan via knopieren en plakken in de tekst te plaatsen.


Maar goed, ik was met Karel op weg naar de Kloet, kom er binnen, lever de oproepen in en we worden, Karel naar links [tafel 4] en ik naar rechts [tafel 5] verwezen. Aan die laatste hing een Aviertje, waarop ik kon lezen, dat de griepprik in de linker- en die andere met dat moeilijke woord, in de rechterarm zou worden gegeven.





Verdorie, dat werd lastig. Normaal maakte ik even mijn ene arm bloot en dan was het zo gepiept. Nu moesten beide armen bloot, dus jas en trui moesten uit en erger, die kon ik nergens kwijt. Na wat gehannes met al die dikke kledingstukken, stond ik daar, met mondkapje op, trui om mijn nek en jas tussen mijn benen. Daar ze aan tafel 6 even niets te doen hadden, zagen ze hun kans schoon. Als een willoos slachtoffer kreeg ik van twee kanten tussen tafel 5 en 6 van twee witte jassen, tegelijk beide injecties. Ik moest zo lachen dat ik er helemaal niets van heb gevoeld. 

Het was een prachtmoment dat op mijn verzoek even werd vastgelegd door de tweede medewerker van tafel 6. Die heeft de foto voor mij doorgemaild naar de praktijk van onze huisarts, waar ik hem vanmiddag heb opgevraagd en gekregen. Mijn dank voor alles, het was lachen ......en ja dat heeft een mens nodig op zijn tijd. Zeker nu, in deze deprimerende coronatijd.