Geschreven:
Opperdoes, 2 maart 2006
Dagtekening:
1975-1984
Maar
goed, dan heb je een plan en wat dan? Je bent zo onervaren als wat!
Contact met de gemeente is dan één van de eerste handelingen, daar
waren we al snel achter. Helaas speelden die op hun beurt de bal
meteen weer terug met het antwoord: "Bewijs jezelf eerst maar
eens voordat wij over de brug komen met subsidie of onderdak".
Nou dat is dan leuk want daar kom je juist voor. We kregen één
advies, het simpelste was om iets voor kinderen te gaan doen. Gek
genoeg, zijn we gestart met het organiseren van koffieconcerten in de
aula`s van scholen. Dat slaat nergens op, had niets met kinderen te
maken, maar het is wel echt gebeurd. Toch begon er hierdoor blijkbaar
enig besef te ontstaan, dat er iets moest gaan gebeuren. Het hele
ambtelijke gedoe zal ik hier maar overslaan, want wat je ook wilt je
past nooit in een bepaald vakje van de regels. Een groot probleem was
dat wij een vereniging wilde voor het hele dorp en dat scheen op
papier maar niet te lukken. De spoorlijn was letterlijk en figuurlijk
een onoverkomelijke hindernis tussen het oude dorp en de nieuwbouw.
Na een jaartje of wat te hebben doorgeploeterd in aula`s van scholen,
was het toch zover dat de gemeente een onderkomen voor ons had
gerealiseerd. Het gebouwtje, later trots "Princensluis"
genoemd, stond op het grasveldje in de bocht van de Graaf
Willemstraat bij de veilingweg. Een eigen honk dat uiteindelijk een
echte vereniging nodig had met een echte naam en een echt bestuur.
Dat had nogal wat vergaderen tot gevolg. De naam voor de vereniging
zouden we met z`n allen wel gaan bedenken, doch in de volgende
bijeenkomst kwam helaas niemand met een zinnig voorstel totdat Vok
Bakker aan de beurt kwam. Zijn voorstel was kort en bondig tw.
Jeugdvereniging Baba-Jaga en dat behoefde uiteraard wel enige uitleg.
Leuk klonk het wel, maar wat betekende het? Niemand die het wist. Vok
kwam daarna met een nogal warrig verhaal over een gelukkige prins en
een huisje op pootjes in een russisch sprookje. Als het huisje ergens
stond waar het het naar zijn zin had, bleef het daar rustig staan,
maar vond hij het maar niets dan zocht het wandelend een plekje op
waar hij het beter naar zijn zin had. Het klonk allemaal erg leuk en
als dat huisje de naam Baba Jaga had kon dat aardig doorgaan voor ons
nieuwe honk en onze jeugdvereniging. Unaniem werd voor deze naam
gestemd en onze vereniging had een naam. Toen stond een officiele
oprichting niets meer in de weg, en ik herinner me dat bij de
oprichtingsvergadering op 28 juli 1977 o.a. aanwezig waren Vok
Bakker, Wim van Herpt, Wim van den Heuvel, Marianne Riemens en
ikzelf. De constructie van de club was eenvoudig. De gezinnen waren
lid van de vereniging en de kinderen betaalden dan per keer een klein
bedragje voor deelname aan een bepaalde club.
Verder waren er speciale seizoensactiviteiten. Ik herinner me echt de meest
gekke dingen. Kaarsen
maken, door met de hele groep kinderen om twee potten kaarsvet
rondjes te lopenen. Iedere keer als je langs een pot liep liet je het
lont even in het vet zakken. Ook een topper was het uithollen van
suikerbieten [foto-4] voor een St.Maarten lampion en het maken van een
palmpaasstok [met broodhaantje], waarmee we later bij de bejaarde
overburen langsgingen.
Ook
grotere evenementen hebben we georganiseerd. Sinterklaasfeesten, straattekenwedstrijden [foto-8], filmmiddagen, vossejachten, kinderkienen [foto-6] [traditioneel in de kerstvakantie] en het onvergetelijke
paaseierenzoeken in het Nassaupark. Stel je voor, Honderden gekleurde
eieren verstoppen in een park waar nauwelijks planten te vinden zijn
in het vroege voorjaar. En dan hopen dat alle hondenuitlaters hun
honden zo opgevoed hebben dat ze de eieren laten liggen. Ik zie Karel
nog staan met al die treesjes eieren op de bar [foto-7]. Geweldig!
----.jpg)
Toch
was niet alles even leuk natuurlijk. Er moest hard worden gewerkt
door ons als vrijwilligers. Bedenk maar eens hoe de zaal eruit zag na
het uithollen van die suikerbieten; een grotere rotzooi kan je je
bijna niet voorstellen. Maar de contacten die ik er aan over hebt
gehouden zijn uniek en sommige mensen zie ik nog geregeld. Bij een
ding gingen mijn stekeltjes wel eens rechtop staan. Dat was als ik
het gevoel kreeg dat de kinderen naar de club werden gestuurd of nog
erger dat ze domweg werden gedumpt zodat we fungeerden als goedkope
kinderoppas. Gek he dat voelde je meteen en je kon het ook merken aan
de kinderen, want die kwamen niet echt voor hun eigen plezier wat wel
de bedoeling was. Dat kwam ook voor, maar gelukkig niet al te vaak.
Toen
onze eigen kinderen wat groter werden heb ik uiteindelijk toch meer
afstand genomen van de jeudgvereniging en het is totaal aan mij
voorbij gegaan dat onze club tenslotte is opgegaan in het huidige
buurthuiswerk wat onder de naam Buurthuis Princensluis tot op heden
nog wat zeer florerende clubs uit onze tijd hebben aangehouden. Op 1
juli 1984 is de jeugdvereniging Baba Jaga officieel opgeheven en
opgegaan in het buurthuiswerk van de stiching Princensluis.
Tenslotte
wil ik nog één ding kwijt, wat ik eigenlijk altijd zoveel mogelijk
voor me heb gehouden. Onze naam Baba-Jaga. Enkele jaren na de
oprichting wilde ik het warrige verhaal van Vok Bakker wel eens
natrekken en ben in de bibliotheek gaan nazoeken of ik iets over dat
sprookje kon vinden. Nou dat lukte goed hoor. Het sprookje bestond,
het huisje bestond en die prins ook. Alleen Vok was een ding vergeten
uit dat sprookje en dat was een hele akelige heks. En laat die nou
juist Baba Jaga heten!