Het was een onvergetelijke ervaring. Allereerst zakten we de A4 af, die in Rotterdam ineens zomaar A16 wordt. Dat was meteen al bijna paniek, want hoewel ik de wegen rondom Amsterdam ken ik als mij broekzak, zijn die bij Rotterdam voor mij een regelrechte ramp. Als ze dan ook nog eens wegnummers gaan veranderen en een snelwegen gaan afsluiten is het leed helemaal niet meer te overzien. Toch pak ik Maps er maar zelden erbij, ik vind het een sport om het juist zonder navigatie te doen en pas als ik helemaal vastloop, dan roep ik die te hulp. Bij Rotterdam wist ik maar één ding. Ik moest vooral niet richting Dordrecht en de dag ervoor, had ik Spijkenisse, als leidraad in mijn hoofd gezet. Mijn plan was nl. om via Neeltje Jans, dus de meest westelijke dammen, Zeeland door te gaan. Spijkenisse vond ik niet op de borden, maar ik gokte op Hellevoetsluis. Gelukkig was dat goed en toen ik de N57 en Neeltje op de borden zag verschijnen, was ik helemaal blij. Dat zat wel goed. In de zon, genietend van het prachtige uitzicht, reden wij alle die bruggen en dammen over, en realiseerden ons wat een enorm project die Deltawerken moeten zijn geweest, maar we dachten ook even aan de droevige aanleiding daarvan. We stopten er niet en namen genoegen met een enkele foto, die Suzanne vanuit de auto nam. Dat is niet erg, want we hadden er in het verleden, al meer dan genoeg gemaakt.
Bij de Westerschelde tunnel kwamen we op wat meer onbekend terrein. Ik ben er jaren terug eens doorgereden, maar dat het nog steeds een toltunnel is, wist ik niet meer. Bij het het zien van al die tolpoorten, kreeg ik al helemaal "het vakantiegevoel", want ze deden me meteen denken aan al die poortjes, die we zo vaak in het buitenland hebben gezien bij ferry`s en tolwegen. Dat vakantiegevoel sloeg echter [ook net als toen] al snel om naar een lichte paniek van "bij welk poortje moeten we zijn?", waarbij de gehaastheid van onze medeweggebruikers, die blijkbaar wel precies wisten waar ze moesten zijn, er nog een schepje bovenop deed. Maar na het contactloos pinnen van 5 euro reden we zonder moeite de 6,6 km lange en donkere tunnel in.

Na Terneuzen ging het fout. Ik had het zo mooi bedacht. Na de tunnel, de eerste afslag en dan links via Hulst het mooie Zeeuws-Vlaanderen in. Dat ik zo stom was, om de afslag Axel voorbij te rijden, vanwege het feit, dat de plaatsnaam me "niets zei", zaten we, voordat ik er erg in had, op de beruchte E34 van Antwerpen naar Gent. Oeps, dat was de bedoeling niet. Gelukkig reed ik wel de goede kant op en na een korte stop in Moerbeke, de eerstkomende afslag, en wat studeren op Maps, reden we richting Hulst, Nederland weer in. Ook daar hielp Suzanne me met Maps en toen we de nieuwbouw van Hulst achter ons hadden gelaten, zaten we weer op de geplande route.
Eenmaal aangeland op het platteland van Zeeuws-Vlaanderen, ging ik in de vakantie modus. Dwz. als ik iets zie, waar ik even wil kijken of een foto nemen, zet ik als het mogelijk is de auto stil. Dat gebeurde dus voor het eerst in Nieuw Namen, wat nog net in Nederland ligt. Ik zag een bank met een prachtige tekst in gothische letters.

Maar Nieuw Namen had meer. Niet alleen lag het boven op een verdwenen dorp, maar ook was het een plaatsje waar de grens dwars doorheen ging met Nieuw Namen aan de Nederlandse en Kieldrecht aan de Belgische kant. In een heel smal straatje zette ik de auto op de stoep even stil om een joekel van een grenspaal met een hele ris verkeersborden op de foto te zetten. Het is goed te zien. Nederland rechts en België links. Na de foto had ik geen zin om te keren, dus dacht ik even snel een vierkantje te maken. Nou dat liep dus helemaal fout. Ik kon met de beste wil van de wereld de doorgaande weg niet meer terugvinden en achteraf vroeg ik me af, hoe vaak ik tijdens die zoektocht de grens, zonder het te weten, ben gepasseerd. Ach voor de mensen die daar wonen, zal het de gewoonste zaak van de wereld zijn, maar voor ons, die niet zo aan het randje van het land wonen, toch wel een gek idee.

En dan, een halfuurtje later, belandden we uiteindelijk bij het doel van onze tocht. Doel!

De kerncentrale, en de grote kranen van de Antwerpse haven, daar kon je niet omheen, die zagen we al ver van te voren, maar vlakbij het plaatsnaambord, dat nogal ver voor het dorp staat, zie je de eerste verlaten huizen aan de kant van de weg.
Om nog de drukte nog enigzins te ontlopen, besloot ik door de Liefkenshoektunnel te gaan. Daarvan wist ik helaas niet meer dat het een toltunnel was en al zeker niet dat het ons notabene 7 euro kostte om door deze relatief korte tunnel van 1,3 km te rijden. Ja, ja, de Belgen weten van rekenen. Maar goed, ik troostte me maar met de gedachte dat we wel heel wat files zouden hebben misgelopen. Op de terugweg, maakte we nog een tussenstop bij het wegrestaurant Wouwse Plantage, waar Suzanne bij toiletten een flashback kreeg van haar Wenenreis. Bolderman, de busonderneming met wie zij naar de Oostenrijkse hoofdstad was geweest, had net zijn passagiers gelost, dus was het spitsuur bij de wc`s en zij kon met de in de rij staande dames even gezellig vakantieherinneringen uitwisselen. Als gepland, vermeed ik op de verdere terugweg Rotterdam en nam de A27 en A2 weer richting huis. Samenvattend, was dit een onverwachts, heel bijzondere reis, met een bezoek aan een dorpje, wat ik niet snel zal vergeten.