Wat is en kloksein:
Wikipedia:
.....Een kloksein is het belgeluid dat door een seinklok wordt gegenereerd bij een naderende trein. De overwegwachter werd vroeger voor een naderende trein gewaarschuwd door een belsignaal van een seinklok (overwegklok). Hij wist dan dat hij de bomen of rolhekken moest sluiten.De seinklokken waren voorzien van een mechanisch slagwerk, dat elektrisch op afstand in werking werd gesteld. Een paar keer per dag moest de wachter het mechanisme weer opwinden...........
Maar ik als leek en passagier zou het anders willen omschrijven. Voor mij lijkt een seinklok meer op een 2 meter hoge [meestal] witte ijzeren paddestoel met een kloksein dat klinkt alsof er met een zware ijzeren hamer tegen een kerkklok wordt geslagen.
=====
Toen ik een paar dagen geleden boodschappen ging doen bij Appie in Nibbixwoud kwam ik langs station Wognum van de Museum Stoomtram Hoorn-Medemblik. Ineens viel mijn oog op de seinklok, die daar op het perron wel erg schoon, groot en wit stond te wezen. Daarna dacht ik ineens, dat het er zonder Roland Paul waarschijnlijk heel wat kaler zou hebben uitgezien daar op het perron. "Hoezo?", zullen de nieuwelingen onder de tramvrijliggers van de bovengnoemde lijn en overige geinterresseerden zich ongetwijfeld afvragen. Wel dat is een heel verhaal, dus ga er maar even voor zitten.
In de voor ons gouden tijden als vrijwilligers bij bij de stoomtram, hadden Karel en ik twee medewerkers leren kennen, die meer werden, dan alleen maar "collega-vrijwilliger". Die twee waren de heren Arie van der Spek uit Den Helder en Tom Kamstra uit Landsmeer. Aangevuld met de Lena, de vrouw van Tom en ons tweetjes, werd het een groepje van vijf, die in die jaren intensief met elkaar zijn omgegaan. Vanalles deden we samen.
Tom had een Zwitserse vriend, Roland Paul, die in Bazel woonde en volkomen in het rijtje paste. Hij was net zo gek op treinen als Tom, Arie en Karel en daarbij woonde hij nog eens in Zwitserland, wat natuurlijk een eldorado was [en is] voor treinenliefhebbers. Tom en Lena hadden Roland en zijn vrouw Ruth leren kennen in één van de veelvuldige vakanties met de kinderen in Zwitserland en daar ook hadden ze hun gezamelijke passie ontdekt. Toen Roland een keer in Hoorn was, zag hij bij het station een seinklok staan. Blijkbaar dacht hij er verder over door, want ineens zei hij, dat het wel goed in het historische plaatje zou passen als er in Wognum, Twisk, Opperdoes en Medemblik ook een seinklok zou staan. Ook vertelde hij, dat er in Zwitserland, net als in Nederland, nogal wat van die dingen waren weggehaald, en hij er waarschijnlijk wel een paar op de kop kon tikken. [Waarbij ik echter wel even wil opmerken, dat Roland, hoewel hij door die jarenlange vriendschap met Tom en Lena een behoorlijk mondje Nederlands sprak, hij dit ongetwijfeld in iets andere bewoording heeft gezegd].
Toen Tom bericht kreeg dat hij er eentje had staan, was de volgende vraag natuurlijk, "Hoe komt die seinklok in Hoorn?". Even laten opsturen was ondenkbaar, want het ding mocht dan wel gedeeltelijk uit elkaar liggen, het waren, oneerbiedig gezegd, een paar grote onhandelbare en loodzware stukken ijzer. Dus zat er niets anders op dan de seinklok zelf maar te gaan halen. En aangezien een ritje Zwitserland beslist geen straf was, zelfs al was het een saaie lange rit over de autobahn, moesten we er maar even van profiteren. Arie had een 8-persoonsbusje gehuurd in Den Helder en ondanks het feit, dat ook die seinklok terug in de bus moest, hebben we onze groep voor die gelegenheid maar uitgebreid, want met lege stoelen maak je ook geen lol. Dat was een mazzeltje voor onze dochter Suzanne, die ook wel zin had in een weekendretourtje Bazel.
Op 29 september 2000 zakten we de autobahn af. Op instructies van Roland, gingen we er vlak voor de grens af, om zo een duur autobahn-vignet te ontlopen. In Riehen passeerden we de grens en reden vlak daarna de stad binnen. Het was een superweekend, waarin we veel hebben gelachen, leerden wat kaasfondue is en niet uitgekeken raakten op de enorme verzameling Erzgebirge houtsnijkunst poppetjes van Roland, die hij ook op de grote kerstmarkt van Basel verkocht.

Hij woont in de oude stad vlakbij het imposante SBB station van Bazel. Natuurlijk gingen we daar even kijken, want een zo mooi station, wat ook nog eens in twee landen ligt, dat zie je niet elke dag. Net om de hoek bij zijn huis stond zijn drogisterij en op het kleine binnenplaatsje daarvan lag de seinklok al op ons te wachten. Er werd veel gezwoegd en gesjouwd en na wat passen en meten zat alles in de bus. In het midden tussen de stoelen lag, in de lengte, het grootste en langste deel en hoe het er verder in heeft gelegen weet ik echt niet meer. Wel herinner ik me nog dat bepaalde personen er wat moeite mee hadden hun ledematen ergens passend te parkeren.

Heel zwaar beladen gingen we terug. Net onderweg kwam het spannenste gedeelte van de reis. Hoewel Roland het er even over had gehad, was het ons niet helemaal duidelijk of we met dat kloksein zomaar de grens over mochten. Roland had het woord "officiele papieren" zo`n beetje weggewuifd, maar zei dat het "waarschijnlijk" geen problemen zou opleveren. Daar moesten we het mee doen. We1 zaten elkaar op dat korte stukje voor de grens driftig moed in te spreken en de goede raadgevingen voor de chauffeur [Tom dacht ik] waren niet van de lucht. "Gewoon doen" was de algehele opinie, dus geen zenuwachtig gegiechel en zeker geen idiote opmerkingen laten horen. We hielden het ding zoveel mogelijk uit zicht. Hij lag uit voorzorg al onder ons en de bagage en we hoopte er verder het beste van. Ik denk dat tijdens die grenscontrole bij iedereen het hart wel even sneller heeft geklopt, maar gelukkig ging alles goed en zonder tegenslag kwamen we in Opperdoes aan. Maar niet zonder even in Hoorn onze aanwinst te hebben laten zien.
Roland heeft daar in Zwitserland keihard voor ons gewerkt, want we zijn nog twee keer teruggegaan [op 10 juni 2005 en 11 mei 2007], zodat er, met Nederlandse aanvulling, anno 2024 in Opperdoes, Twisk, Wognum en Medemblik een seinklok op het perron staat. Nog twee keer passeerden wij die verhipte grens met een hele en/of delen van een seinklok aan boord, terwijl de spanning in de auto te snijden was. En dat, terwijl ik anderhalf jaar later kon lezen, dat die hartslagverhogende grenscontroles waren afgeschaft. Wat Roland precies voor de tram "georganiseerd" heeft, weet ik niet, maar ik ga er vanuit dat het minstens drie totale seinklokken zijn geweest. Hoe al die seinklokken over de stations zijn verdeeld, weet ik niet, alleen dat de eerste die we hebben gehaald compleet in Opperdoes staat. Maar, ach belangrijk is dat niet. Wat er wel toe doet, is dat ze er staan met van mijn kant een enorme pluim voor al die medewerkers die ze weer in elkaar en zelfs werkend hebben gekregen. Respect!
En bij Wikipedia lees ik verder........Op sommige museumlijnen zijn seinklokken aanwezig en soms ook echt in gebruik...... Wow! Het staat er echt en wij, ons groepje van vijfplus en vooral Roland Paul hebben er mede aan bijgedragen, dat ze dit kunnen schrijven. Geweldig!