Toen ik vanmorgen terugkwam van bloedprikken, zag ik ineens dat er een waarschuwingslampje brandde op mijn dashboard. Een grote gele ronde U-vorm met in het midden een groot geel uitroepteken grijnsde me tegemoet tussen het stuur door. Oeff, wat zou dat nou weer zijn. Even verder begon me wat te dagen. Toch niet weer die verhipte bandenspanning hè.! Toen ik thuis in de achterbak dook om mijn autohandleiding te pakken, ontdekte ik daarin al snel, dat mijn vermoeden helaas waar was. Ineens dacht ik weer aan die enorme lading zand, die Ingrid en ik, ruim een maand terug, met twee auto`s naar de vuilstort in Middenmeer hadden gebracht. Dat kon de schuldige wel eens zijn. Hoewel, deze auto heeft er handje van om mij zo af en toe met een waarschuwingslampje, de gordijnen in te jagen.
Eenmaal `s middags, zat het me toch niet lekker en wilde ik het hebben opgelost. De vorige keer had Suzanne me geholpen. Die wist wel hoe het moest, en ook dat een waarde van 2,5 veilig was, om in mijn banden te blazen. Hoe ze het precies had gedaan, had ik stom genoeg niet echt op gelet. Of het nu onze onzekerheid was, of een "nog steeds brandend lampje", weet ik niet meer, maar uiteindelijk belandden ik toch in de garage, me knap ongemakkelijk voelend, dat ik dat zaakje niet zelf had opgelost. Een beetje lacherig hebben ze me geholpen, en beladen met goede raad, en een "voorlopig ben ik hier wel weer vanaf" gevoel, ben ik weer vertrokken.
Nu zat ik dus weer in de knel en wist nog steeds niet hoe het moest. Na wat heen en weer geklets met Ingrid, via messenger, hadden we besloten dat ik haar bij Action in Zwaagdijk zou dumpen voor boodschappen en dat ik zou doorrijden naar de garage. We hadden een rotsmoes bedacht zodat ik daar niet af zou gaan, tw. dat ik het fysiek niet meer voor elkaar kon krijgen doordat ik mijn hoofd niet zolang naar beneden kon houden, zonder duizelig te worden. Maar ook deze oplossing zat me niet lekker en op de hoogte van Hoogkarspel vroeg ik aan Ingrid, of zij het kon. "Jahoor", was haar antwoord, "Er is niets aan". "Wow", dacht ik, "Dat geeft me een opening, om niet naar de garage te hoeven". Verder zei ik tegen haar dat er ergens een getal van 25 of 27 in mijn achterhoofd zweefde, wat ik na dat eerste genante bezoek nog steeds had onthouden. "Oh", zei Ingrid, "Maak daar maar 2,5 of 2,7 van" en na bestuderen van de de sticker in de deur [dat was wel in mijn geheugen blijven in hangen], hebben we het er maar op gewaagd. Nou, dat was een eye-opener! Voorbanden waren 2,3 en achter zelfs 1,9, dus die hadden wel degelijk wat lucht nodig! Toen ik daarna wegreed was het waarschuwingslampje uit en voelde ik elke losse steen. Ingrid ook, maar dan in haar zere enkel.
Achteraf, bedacht ik me, was dat toch maar een knap staaltje van girlpower. Tenminste van de kant van Ingrid, want ik voelde mezelf nogal dom, met dat lullig bedachte excuus, maar dankzij haar is me een tweede blamage in de garage gelukkig bespaard is gebleven. Ingrid hartstikke bedankt!!!!!!