Op deze blog schrijf ik allerlei stukjes uit mijn jeugd, gezin en andere zaken, die mij op dat moment bezig hielden.
Op mijn tweede blog heb ik mijn creativiteit los gelaten. Was het eerst borduren en breien, nu is het bijna alleen nog maar haken wat me heerlijk van de straat houdt.
Avalon`s creablog: http://avalon022.blogspot.com/

Vanaf 2005 hou ik een digidagboek bij. Ik heb hierin over vanalles geschreven. Soms schrijf ik drie stukjes in een week en soms duurt het maanden voordat ik weer inspiratie krijg om iets op te schrijven. Dat kan dus vanalles zijn, heel persoonlijke dingen, wanneer ik niet lekker in mijn vel zit, herinneringen uit mijn jeugd en de tijd dat we met onze kinderen als gezinnetje samenwoonden, vakantie- of dagtripverhaaltjes, maar ook gekke, droevige of gewoon dagelijkse dingen die ik om mij heen registreer en waarover ik het leuk vind iets te schrijven. Alle verhaaltjes staan sowieso in pdf formaat ergens prive op laptop of externe schijf, maar ik heb besloten om zo langzamerhand alle verhaaltjes alsnog te publiceren op deze blog. Veel leesplezier.

Ps-1. Al bladerend door de onderwerpen zie ik nu [1-8-2013] dat het een rommeltje is geworden met de lettertypes en grootte van letters. Hoe dat komt weet ik niet. Wel weet ik dat ik ze zo niet gepost heb. Nu [26-2-2021] is het nog steeds niet veel beter. Het is jammer, dat ik niet meer grip heb op de lay-out van de stukjes. Maar goed, ik heb me helaas te houden aan de beperkte mogelijkheden. Het zij het zo, maar een rommeltje blijft het.

Ps-2. De bovenstaande foto is door mij genomen in een goddelijk rustige omgeving in de buurt van Säffle [Midden Zweden] in juni 2012.

maandag 29 juli 2013

Het plekje bestaat echt

Geschreven: Bovenkarspel, 22 augustus 2009
Dagtekening: augustus 2002 + augustus 2004

Af en toe baal ik wel eens van al die treinen. Het is in mijn ogen veel van hetzelfde en veel te veel techniek.Ik hou meer van plekjes die iets te vertellen hebben of plekjes waar in het verleden iets gebeurde wat in mijn ogen van belang is geweest. Dus na drie dagen Bluebell Railway wilde ik in Zd. Engeland wel eens iets anders. Als je al ter plekke bent is het lastig naar iets te zoeken op internet, dus viel ik terug op mijn vroegere methodes. Plunder het folderrek van de B&B of bestudeer de ansichtkaarten bij de plaatselijke middenstand. Hoe ik er precies ben achtergekomen weet ik niet meer, maar ineens was daar Hartfield op een steenworp afstand van Sheffield Park.

In augustus 2002 waren we met z`n vieren bij de Bluebell Railway en was ik zo stom om met z`n allen naar de "poohbridge" te gaan zoeken. Dat moet je dus nooit doen met twee kerels die liever treintjes kijken dan door een bos sjouwen om een bruggetje te gaan zoeken waar toevallig wat stripfiguren zouden hebben rondgehangen. Ook de druilerige regen maakte de zaak niet aantrekkelijker. Ik vond via nogal vage aanwijzingen op een Aviertje, midden in het bos, de parkeerplaats. Hier stond een klein onduidelijk houten bordje met de vermelding "pooh bridge" wat je het bos in stuurde. Nummer één [Arie] van onze groep hield het op de parkeerplaats al voor gezien en bleef in de auto zitten. Al glibberend gingen wij drieën het bospad op en liepen zowat een kilometer of twee, waarna nummer twee [Karel] het opgaf, mede door het feit dat nummer één eigenlijk wel lang in die auto zat in zijn eentje. Richtingbordjes zagen we niet meer en na nog een stuk wandelen en glibberen kwamen we weer op de weg uit, die we verlaten hadden toen we de parkeerplaats opdraaiden. In mijn gevoel hadden we een behoorlijke omweg gemaakt om een klein stukje verder weer op die weg uit te komen. De wetenschap dat die twee mannen in de auto op ons zaten te wachten met een redelijk voorspelbaar humeur en het feit dat we nu helemaal niet meer wisten hoe we verder moesten was een goede aanleiding om de hele zoektocht maar te stoppen. We dropen letterlijk en figuurlijk af om door het bos weer terug te keren.


Om onszelf te troosten hebben we toen maar een
bezoek gebracht aan het schattige winkeltje van
"Pooh Corner" waar we een flinke voorraad
borduurwerkjes van Winnie the Pooh hebben
ingeslagen. Natuurlijk waren Suzanne en ik helemaal niet tevreden en de jaren daarop bleven we steeds maar herhalen dat we terug wilden, uiteraard met z`n tweeën, om opnieuw te proberen het bruggetje te zien.

In 2004 was ik weer bij de Bluebell Railway, toen waren we met z`n drieën en helaas zonder
Suzanne. Op een ochtend heb ik, Karel en Arie bij de treinen achtergelaten en ben weer op zoek gegaan.
Het instructieblad om er te komen was nog precies hetzelfde en zonder problemen vond ik de parkeerplaats. Gelukkig had het niet geregend maar het was bloedheet, wat echter in een bos niet zo erg is. Ik liep weer tot de plek waar we het hadden opgegeven en kwam toen gelukkig iemand tegen die ik de weg kon vragen. Het was toch goed en een metertje of dertig verder langs de weg moest ik weer het bos in. Dat hadden we toen niet gezien. Na een kilometertje of drie was hij daar ineens. De "Poohbridge".

Het was er best druk. Ik stond mijmerend op de brug en dacht aan het verhaaltje waarin Winnie de Pooh op deze zelfde plek zijn sparappel in het water liet vallen en languit op de brug ging liggen om te kijken hoe hij aan de andere kant weer onder de brug te voorschijn zou komen. Hij maakte er een spelletje van. Dat was het begin van de gewoonte van de kinderen om zg. "poohsticks" in het water te gooien en dan hetzelfde te doen wat Winnie deed. Ook zag ik in gedachte Eeyore rondjes draaien, liggende op zijn buik in het water. Het plekje was zo idyllisch dat ik goed kon begrijpen dat A.A. Milne hier inspiratie kon vinden om zijn

verhalen te schrijven. Het deed me allemaal wel wat. Op de terugweg raakte ik de weg kwijt en toen ik helemaal euforisch terugkwam in Sheffield Park kreeg ik de wind van voren. De heren hadden bijna hun trein gemist, "Nou ja zeg!", was mijn reactie voor de lieve vrede maar in gedachte "Dan waren ze toch alleen gegaan, ik hoef toch hun hand niet vast te houden". `s Avonds in de B&B deden ze er nog een schepje bovenop. Toen ik ze liet zien wat ik die dag gedaan had was de kritiek helemaal vernietigend. Keihard lachend was hun commentaar, “Hahahah, zoveel moeite voor zo`n stom bruggetje!”.