De afgelopen week had ik Geert Mak in mijn oor. Ik luisterde naar het audioboek: "Hoe God verdween in Jorwerd" en dat is een boeiend verslag, over de veranderingen op het Friese platteland, vooral in de laatste 100 jaar. Jorwerd [of Jorwert, zoals het in Friese taal wordt geschreven] is een heel klein dorpje zo`n 12 km ten zuiden van Leeuwarden en heeft zelfs heden ten dage slechts 320 inwoners. Tijdens het luisteren van dit boek groeide mijn interesse in die streek best wel en ik nam me voor er op een verloren dag maar eens een kijkje te gaan nemen.
Niet alleen het boek maar ook "family-roots" waren een aanleiding die kant op te gaan. Een schoonvader, die was opgegroeid in het naburige Warga en een echtgenoot die door bezoeken aan grootouders en verdere familieleden, het platteland daar zo`n 50 jaar geleden zelf heeft meegemaakt, legden ook een behoorlijk gewicht in de schaal. Vanmorgen stapten we dus samen in de auto en reden de Afsluitdijk over richting Friesland. De tomtom stond ingesteld op "vermijd snelwegen" en dat garandeert altijd een supermooie rit door allemaal kleine dorpjes. Na eerst aan de Friese kant een stuk langs de IJsselmeerdijk te zijn afgezakt staken we schuin door naar het noordoosten en toen we tussen Bolsward en Sneek onder de A7 door waren gereden kwamen we in de buurt.
Maar voordat we er waren ging er nog een lang gekoesterde wens van mij in vervulling. We kwamen op een t-kruising en ik wist met de beste wil van de wereld niet of ik links of rechtaf moest. Op het bord voor me stonden twee namen van dorpjes die ik [noch Karel] kenden. Vraag me niet waarom, maar ik sloeg zonder aan een tomtom te denken, impulsief rechtsaf. Na een kilometertjes of twee zag ik een afslag naar links richting Wieuwerd [of Wiuwert, zoals de Friezen zeggen] . Hee, dat kende ik, daar had ik een jaar of vijf geleden voor het kerkje gestaan om de mummies te bekijken die daar in de kelder lagen. Het was toen duidelijk de verkeerde tijd want er was in de verre omtrek geen mens te zien, laat staan dat de kerk open was. Nu zag het er allemaal wat beter uit, want zowel het hek als de deur waren open. Er stonden zelfs fietsen, dus ik aarzelde geen moment, parkeerde de auto en we liepen de kerk binnen.
Het kerkje zelf is schitterend mooi, en de vier mummies lagen elk in een houten kist met een glazen afdekplaat in de kelder van de kerk. Daar sta je dan te kijken naar mensen die 200 en 300 geleden hebben geleefd. De huid ziet er leerachtig uit en men kan nog zien waaraan ze gestorven zijn. Er gebeurt iets onverklaarbaars daar in die kelder. Zonder ingrijpen van de mens veranderden de doden in mummies. En het proces werkt nog steeds, dat hebben vele proeven naderhand bewezen. Als men de lichamen uit de kelder zou halen, dan zijn ze binnen 14 dagen volkomen verpulverd, zo als helaas met zeven van de oorspronkelijke elf gevonden lichamen is gebeurd.

De resterende vier, twee mannen, één volwassen vrouw en een meisje liggen daar dus voor eeuwig gevangen in de kelder. Bizar en indrukwekkend. Verder rijdend naar Jorwerd zei ik tegen Karel: "Toeval bestaat niet, dat moest zo wezen, dat ik daar rechtsaf sloeg. Ik wilde dit al zolang, maar dat ik er nu zo dicht bij was, had ik echt niet in de gaten.
Verder rijdend kwamen we in Mantgum, waar we de spoorlijn Leeuwarden-Sneek passeerden. Gewoontegetrouw reed ik even naar het station, wat wel een erg luxe benaming is voor de kleine halte aan deze rustige lijn. Op mijn vraag welke maatschappij hier rijdt, zei Karel: "Arriva" en hij liep richting perron in de hoop een blik van de treinen op te vangen. Als op onze wens begonnen de overwegbellen te rinkelen en even later kwamen er van beide richtingen treinen aan in de kleurige rood/witte Arriva kleuren. Toen was het Karel`s beurt om te zeggen "Toeval bestaat niet" . Het lot was ons wel heel erg gunstig gezind die dag. Voor hetzelfde geld is er in geen velden of wegen een trein te bekennen.

Jorwerd stelde beslist niet teleur. Dit is nog één van de weinige plekken in Nederland waar ik rustig de auto midden op straat kan zetten om even op mijn gemak een foto te maken. Het plaatsnaambord, de dorpskroeg "Het wapen van Baarderadeel" [dat in de verhalen van Geert Mak nogal eens de hoofdrol speelt] , het voorname notarishuis en de brug. Het is er nog allemaal, Aangevuld met het schitterende weer en de kleurenpracht van de bloemen in de tuinen en aan de gevels gaf het het dorpje een heel rustieke uitstraling.
Toch kregen we nog een extraatje dat zelfs in de tijd waarover Geert Mak schreef nog niet was uitgevonden. Tot mijn stomme verbazing zag ik antiparkeerpaaltjes, sommige bomen en de brug helemaal versierd met kleurige haak- en breisels. Toen was het dus weer mijn beurt. "Toeval bestaat niet, want hoe is het mogelijk dat ik juist nu ik me ongans zit te werken voor de wildbrei-aktie in Hoorn, een uitbarsting van wilbreien tegenkom, hier in dit kleine dorpje Jorwerd.