Vanaf 2005 schrijf ik korte stukjes in dit digitale dagboek. Dat kunnen er drie per week zijn, maar soms ook, schrijf ik maanden niet. Waarover ik schrijf, dat kan vanalles zijn. Heel persoonlijke dingen, wanneer ik niet lekker in mijn vel zit, herinneringen uit mijn jeugd en de tijd dat we met onze kinderen als gezinnetje samenwoonden, vakantie- of dagtripverhaaltjes, maar ook gekke, droevige of gewoon dagelijkse dingen die ik om mij heen registreer en waarover ik het leuk vind iets te schrijven. Op de foto hierboven sta ik, in de zomer van 1987 in de tuin van één van de grote herenhuizen in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Daar stond een grote "spiegelbol", waarmee ik mezelf op de gevoelige plaat zette. Een selfie dus van ruim 35 jaar oud en ook van ver voordat dat het woord "selfie" werd uitgevonden. Erg scherp is de foto helaas niet, maar ja, wat kan verwachten van zo`n oude foto, die al heel wat heeft meegemaakt vanaf een opname op een 35 mm fotorolletje tot een computerbestandje in het digitale tijdperk. Toch vind ik hem nog steeds de moeite waard om hem eens in het zonnetje te zetten.

vrijdag 18 oktober 2013

Zielig

Een paar dagen geleden werd ik wakker en zag toen ik uit bed stapte iets donkers op de grond bewegen. Verbaasd sperde ik mijn ogen open en toen ik nog eens goed keek zag ik ongeloofelijk maar waar een schitterende vlinder op de grond klapwieken. Het was zo`n mooie bruin-oranje exemplaar welke je in de zomer zo af en toe eens ziet. Hier in Opperdoes bij het station zag je ze al helemaal niet, want er zijn veel te weinig bloemen waaruit ze hun benodigde voedsel zouden kunnen halen. En nu ver in november zat er hier eentje in de slaapkamer. Wat moest ik daar nou mee aan. Ten eerste vroeg ik me af , hoe hij/zij de hele tijd die kou had overleefd en hoe het in vredesnaam aan voedsel was gekomen. Dat kon dat beestje me helaas ook niet vertellen. Maar erger, wat moest ik doen. Als ik het op de slaapkamer liet overwinteren, dat zou niet lukken, maar met buiten zetten ging het ook een zekere dood tegemoet. Wat een akelig dillemma. Dat heb je dan van dat buitenwonen, dacht ik bij mijzelf.

Laf en besluiteloos ben ik naar beneden gelopen, het beestje gewoon op de vloer achterlatend en gokkende dat Karel er niet op zou trappen. Ik hoopte tegen beter weten in dat het probleem zichzelf zou oplossen en ik de vlinder niet meer zou zien. Die vlieger ging niet op. Twee dagen later was de vlinder er weer. Wat moest ik doen. Tegen mijn zin in en met wroegend hart heb ik een handdoek gepakt en het beestje opgepakt. Ik ben naar de andere kant van het huis gelopen en heb het schuldbewust buiten op de vensterbank gezet. Ik troostte me met de gedachte dat het op die dag niet buitensporig koud was en het zonnetje scheen. Dat hielp helaas maar een ietsiepietsie beetje, maar ik voelde me niet echt fijn.

Geschreven: 23 november 2009
Dagtekening: november 2009