Vanaf 2005 schrijf ik korte stukjes in dit digitale dagboek. Dat kunnen er drie per week zijn, maar soms ook, schrijf ik maanden niet. Waarover ik schrijf, dat kan vanalles zijn. Heel persoonlijke dingen, wanneer ik niet lekker in mijn vel zit, herinneringen uit mijn jeugd en de tijd dat we met onze kinderen als gezinnetje samenwoonden, vakantie- of dagtripverhaaltjes, maar ook gekke, droevige of gewoon dagelijkse dingen die ik om mij heen registreer en waarover ik het leuk vind iets te schrijven. Op de foto hierboven sta ik, in de zomer van 1987 in de tuin van één van de grote herenhuizen in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Daar stond een grote "spiegelbol", waarmee ik mezelf op de gevoelige plaat zette. Een selfie dus van ruim 35 jaar oud en ook van ver voordat dat het woord "selfie" werd uitgevonden. Erg scherp is de foto helaas niet, maar ja, wat kan verwachten van zo`n oude foto, die al heel wat heeft meegemaakt vanaf een opname op een 35 mm fotorolletje tot een computerbestandje in het digitale tijdperk. Toch vind ik hem nog steeds de moeite waard om hem eens in het zonnetje te zetten.

woensdag 17 juni 2020

De Bossuhuizen


Van 1947 tot 1952 woonde ik in de Nassuastraat te Slikkerveer. Nu zijn deze huizen afgebroken, maar toen stond er links van ons huis een duplexwoning. Beneden woonde de familie Visser, met een dochter en een zoon. Als ik het goed heb heette de vader Bob en de dochter Zwanette, maar de voornamen van de rest ben ik kwijt. Boven woonde een echtpaar zonder kinderen, waarvan de naam me compleet ontschoten is. Aangezien mijn vader een meester was in het maken en ook onderhouden van contacten, zal het wel door hem gekomen zijn, dat we bij beiden, zelfs lang nadat we daar weg waren, nog wel eens op bezoek gingen. Ook nog toen ik al lang en breed getrouwd was, zijn we samen bij de familie Visser op de koffie geweest. .  

Van het echtpaar zonder kinderen kan ik me herinneren, dat ik deze, toen ik al in Amsterdam woonde, nog eens heb bezocht. Zij waren intussen ook uit Slikkerveer vertrokken, want de man had een baan gekregen bij de gemeente Hoorn en woonde op de Slapershaven, in één van de Bossu huizen. Welke van de drie het was, weet ik niet meer, maar met een "educated guess" mik ik op de middelste. Nu ik weet welke huizen dat zijn, is het geen wonder, dat mijn ouders daar op bezoek gingen, want dat was een kans die je niet vaak krijgt. Nog herinner ik me, hoe verbaasd ik was toen ik de auto uitstapte, terwijl mijn vader me vertelde over Admiraal Bossu en zijn zeeslagen, die ik, voor me op de huizen zag uitgebeeld. Van binnen herinner ik me niet veel meer, dan dat ik wegzakte in een grote leren bank en luisterde naar de gesprekken van de volwassenen, terwijl ik de grote ruimte boven mijn hoofd, de houten trap rechts en balustrade bekeek. In dat gesprek, vertelde mijn vroegere buurman dat hij iedere keer als hij op die trap liep, ongelofelijk hard zijn hoofd stootte aan een grote lage balk, die erboven hing. Daarover lanceerde hij waarschijnlijk nog een schuine mop, waana mijn vader en hij, als twee stoute jongetjes, vreselijk hard moesten lachen. Idioot eigenlijk dat ik dat nog steeds weet na al die jaren is, maar ik denk, dat het komt uit frustratie, omdat ik er helemaal niets van begreep en ik daar nogal beledigd over was. 




Maar ach, mop of niet,  wat me, achteraf, nog het meeste raakt, is het feit, dat ik daar toen was, in een regio, die me later zo ontzettend vertrouwd zou worden. En als ik er nu nog eens langs rij,  moet ik altijd weer denken, "Jee, hier was ik, dik 60 jaar geleden. En niet alleen maar buiten voor de deur, nee, ik was hier binnen, met mijn ouders en broer".  Zo bijzonder!




Geschreven: 17 juni 2020
Dagtekening: Begin 50er jaren