"Rosedale Chimney Bank or just Chimney Bank is a hill pass that carries a minor road between Rosedale Abbey and Hutton-le-Hole in the Ryedale district of the North York Moors National Park, North Yorkshire, England".
En dan komt het: "The tarmacked highway shares the title of steepest road in England (the other is Hardknott Pass in Cumbria)" It takes its name from a 100-foot (30 m) high chimney which was built to support an ironstone mine which was in that area. The mine closed in 1929, but its chimney remained until it was demolished on 28 July 1972.
Toen ik dat gelezen had, viel ik bijna van mijn stoel. Als dat zou kloppen, zou ik toen ik op de weg, die foto stond te nemen op één van de twee stijlste wegen van Engeland staan. En nog verbazender, dan had ik op de twee stijlste wegen van Engeland gereden, want de tweede, nl. de Hardknott Pass reden we in in 1977. In mijn enthousiasme startte ik een heel verhaal over die twee wegen en het avontuurlijk rijden daarop, maar al tijdens het maken van het verhaal, bleef spookte er in mijn achterhoofd de gedachte, dat het ergens niet klopte. Ja dat er een ijzersteen mijn was geweest, dat kon ik begrijpen, maar verder? Die schoorsteen zat me dwars. Hoewel de foto in het artikel en de mijne hetzelfde waren, stond daar een schoorsteen op, terwijl in de tekst staat, dat die in 1972 was afgebroken.
Toen ik, een dag later, het verhaaltje bijna af had, was ik toch niet tevreden. Ik wilde geen verhaaltje op mijn blog, wat niet klopt, dus startte ik opnieuw, om te proberen erachter te komen hoe het nou precies zat. Ik opende Google Maps en toen zag ik ineens, dat plek van de [identieke] foto`s en de "Chimney Bank" [de berg en de stijle weg] twee verschillende plaatsen waren, die zo`n 20 km uit elkaar lagen. Mijn foto nam ik ver ten noorden van Rosedale en de Chimneybank lag helemaal aan de andere kant van het dorp. Verder ontdekte ik dat er in de 19e en begin 20e eeuw verschillende mijnen waren geweest rond Rosedale, die uiteindelijk allemaal weer verdwenen waren.
Hee, verhip, dat had ik bij mijn vorige poging, dus helemaal over het hoofd gezien en het was een beetje balen ook. Dus ik had geen twee stijlste wegen van Engeland gereden helaas. De foto op wikipagina hoorde dus maar zijdelings bij de tekst en ik was een illusie armer. Helaas, maar waar, het was ook eigenlijk te mooi om waar te zijn.
Ik bladerde verder in mijn fotoserie uit Rosedale en ik droomde nog even van die geweldig leuke dag, die wij daar hadden tijdens de Rosedale fair, een evenement, wat ik nog het beste kan omschrijven als een grote landbouwshow, waar ik ongetwijfels nog wel eens op terug zal komen via een blog. Aan het eind van die dag, gingen we terug en ik weet niet waarom, maar in plaats van rechtsaf om naar de cottage te gaan ging ik de andere kant op. Het was hoog zomer, en schitterend weer, dus ik denk dat ik er helemaal nog geen zin in had om al terug te gaan. Ik reed de een smalle, maar goed onderhouden weg op, die al snel heel stijl omhoog ging. Het was zelfs zo stijl, dat ik de spanning in auto voelde bij mijn medepassagiers. Ik had medelijden met hen, want, ja, eerlijkheid gebied me te zeggen, dat ik in zo`n situatie toch liever rij, dan als passagier niets te kunnen doen. Op een gegeven moment zag ik een zelfde soort "bogenruine", als ik een paar dagen eerder op de foto had gezet. Naast de weg was een ruimte om de auto stil te zetten en dat deed ik dus.

We stonden bovenop hoge kale vlakte met aan de ene kant de ruine van de mijn en aan de andere kant een een stijle helling, die snel de diepte in ging. Daar in dat diepe dal, zagen we het terrein van de Rosedale Fair, die met kleine minimensjes nog steeds aan de gang was. Arie wist niet hoe snel hij die auto uit moest komen, en plofte op ruime afstand van de berghelling, in het gras. Ik kwam wat rustiger uit de auto, maar niet voordat ik de handrem terdege had gecontroleerd. Ik liep de parkeerplaats verder op om die ruine eens wat beter te bekijken. Het was net zo`n boogconstructie als de vorige, en dat kon eigenlijk niet anders, dan ook de restanten van een mijn zijn. Me omdraaiend, om terug te lopen naar Arie en de auto, zag ik daar ineens een levensgroot bord, waarvan ik uit gewoonte een foto van nam. In 2003 besefte ik het niet, maar nu na, die Google sessie wist ik het meteen. Verhip, ik had die tweede stijle weg van Engeland toch gevonden.

In 1997, tijdens onze vakantie in het Lake District reed ik met een supervers rijbewijs en zweethandjes die pas op. En stijl was hij, maar er was meer. Deze weg had namelijk als extra, nog een andere verrassing in petto, tw. "Hidden deeps" oftewel in goed Nederlands "verborgen diepten". Dat klinkt romantisch maar dat is het niet. Ineens zit er een soort heuvel in de weg, waarachter je tegenligger niet kan zien aankomen. Zo`n "verborgen" auto is niet zo handig, en zeker niet op een enkele weg, waar geen twee auto`s langs elkaar kunnen rijden. Natuurlijk kwam ik boven op zo`n hobbel een keer neus aan neus te staan met zo`n tegenligger. We stopten beiden gelukkig op tijd om de concluderen, dat we landgenoten waren. Ja hoor, die Hollanders, die vindt je toch ook overal. Toch gaat het meestal wel goed, want de snelheid is laag en de adrenaline hoog, dus er gebeuren weinig rare dingen. Ook wordt je aan het begin van de pas terdege gewaarschuwd voor wat je te wachten staat. Toen we op de top van de pas waren, parkeerde ik de auto en stapten we even uit. Onze achterliggers kwamen naar ons toe en feliciteerden Karel met zijn rijgedrag. Kijk dat krijg je dan ook nog eens in een linksrijdend land. Hebben we niet eens door aan welke kant de bestuurder uitstapt. Gelukkig was hij zo eerlijk om te zeggen dat ik reed. En ja, het moet gezegd, Ik was er best trots op, om anderhalf jaar na het halen van mijn rijbewijs, zo`n klusje te klaren.