Het gebeurt nogal eens dat ik stukjes herschrijf. Dat kan zijn omdat er ineens een herinnering opduikt, die er volgens mij echt bij moet of zoals in dit geval ik iets vind wat beslist bij elkaar gezet moet worden. Toen ik een paar dagen terug in een dolle bui, de troepies op mijn "zolderrandje" stond te fotograferen, viel mijn oog ineens op drie dingen, die ik kreeg van mijn oma. Het waren twee rococo beeldjes en een soort albasten "paddestoel", die ik, alle drie, helemaal vergeten was. Ik schreef op 2 december 2020 al over het asbakje van mijn opa De Kluizenaar en net zoals mijn oma bij mijn opa past, verdienen de dingen, die ik van mijn oma De Kluizenaar kreeg, het ook, dmv een verhaaltje in het zonnetje te worden gezet. Eigenlijk schaam ik me een beetje, dat ik daar niet eerder aan heb gedacht, maar goed, nu is de tijd om dat maar eens goed te maken. Om ze alledrie evenveel aandacht te geven maak ik er een drieluik van, bestaande uit drie aparte stukjes.
HET ASBAKJE VAN MIJN OPA
HET ASBAKJE VAN MIJN OPA
Geschreven: 2 december 2020
Hier voor me, op tafel, staat een heel bijzonder voorwerp met een emotionele lading. Het asbakje van mijn opa Kluizenaar, is een rechthoekig en komvormig aardenwerken schoteltje [A6 formaat] in de vorm van een krant. Ik herinner me het ding vanuit mijn vroegste jeugd maar nu het eens goed bekijk en er over begin te schrijven, vraag ik me af, of het ooit wel als een asbak bedoeld is geweest. Het heeft niet die kenmerkende "steungootjes" aan de zijkanten en ook lijkt het me nogal aan de kleine kant. Maar voor hem was het een asbak, die hij gebruikte. Dag in-dag uit.
Hier voor me, op tafel, staat een heel bijzonder voorwerp met een emotionele lading. Het asbakje van mijn opa Kluizenaar, is een rechthoekig en komvormig aardenwerken schoteltje [A6 formaat] in de vorm van een krant. Ik herinner me het ding vanuit mijn vroegste jeugd maar nu het eens goed bekijk en er over begin te schrijven, vraag ik me af, of het ooit wel als een asbak bedoeld is geweest. Het heeft niet die kenmerkende "steungootjes" aan de zijkanten en ook lijkt het me nogal aan de kleine kant. Maar voor hem was het een asbak, die hij gebruikte. Dag in-dag uit.
Maar wat me nog het meest verbaast, is het feit dat alles van die krantenafbeelding nog zo duidelijk is. De grote letters en koppen zijn geen punt, maar de ook de artikelen zelf zijn deels nog redelijk te ontcijferen. Eerst probeerde ik het met het blote oog, maar toen ik, zonet, via een scherpe en uitvergrote foto het blad begon te "lezen", gaf het "Dordrechtsch Nieuwsblad" nog veel meer van zijn geheimen prijs. De datum: dinsdag 14 juni 1938, is duidelijk te zien en de stadseditie kostte 4 cent per nummer. Voor verdere gegevens gok ik op: Bagijnhof 56, telefoon: 4848, postgiro: 11991. Gezien de vele artikelen over De Karimata en het "Lutinegoud" was dat blijkbaar op het moment wereldnieuws en Prins Bernhard haalde de krant, door het Naardermeer te bezoeken. Verder werd er bij landbouwer de Jong in Numansdorp een een veldslag geleverd met coloradokevers. Zelfs uit het weerbericht blijkt, dat het in die junimaand niet zo`n erge beste zomer was. "De Bilt seint: Meest matige noordelijke tot noordoostelijke wind; zwaar bewolkt met tijdelijke opklaring; weinig of geen regen; aanvankelijk iets warmer; later iets koeler". Wat me opvalt is dat de temperatuurcijfers ontbreken.
Het mooiste vind ik nog altijd, die prachtige afbeelding de van Grote Kerk. Hij is helaas wel een beetje bruin en ook zie je heel duidelijk de kleine scheurtjes in de bovenlaag van het aardewerk. Dat komt door die vieze en stinkende sigaren, die mijn opa rookte, waarvan ik de brandende peuken, altijd op die asbak zag liggen. Altijd pafte hij die sigaren en het hele huis was vergeven van de zoetige vieze geur, die ik vreselijk vond. Maar dat houdt niet weg, dat ik die "krantenasbak" fascinerend vond en ook toen al, zonder de moderne hulpmiddelen, probeerde die krant te lezen.
Hoe het bakje uiteindelijk bij mij is beland weet ik niet meer. Waarschijnlijk heeft mijn oma, na zijn overlijden, op mijn verzoek, dat ik het wilde hebben, geantwoord met een "Neem maar mee". Dat heeft tot gevolgd, dat ik nu, ruim 80 jaar later, nog steeds in de ban ben van het ding en probeer stukken tekst op het blad te ontcijferen.