Het was een dag met een goud randje in liever gezegd het was niet alleen een dag, maar het waren gouden tijden voor ons daar in Opperdoes. Maar die bewuste dag was het nog even een tikkeltje meer en de foto getuigt dan ook van het plezier, die de drie mannen daar hadden, zo midden in Opperdoes met die ook voor mij zo herinneringsvolle bakfiets.
Hoe de stoomtram aan die bakfiets kwam, is mij niet bekend, en hoe die uiteindelijk in Opperdoes terecht kwam, ook niet. Hoewel, ik denk dat hij een keer op een tram is gezet op verzoek van Arie van der Spek. Wel weet ik dat het ding in een dusdanig deplorabele toestand verkeerde, dat Arie het waarschijnlijk niet langer kon aanzien en resoluut het besluit nam, hem naar Opperdoes te halen. Hij zag het wel zitten, zo elk weekend lekker te gaan klussen bij ons, want na de werkzaamheden, van het opknappen van een grote handkar, beschouwde hij station Opperdoes, en daarmee onze woonplek, steeds meer als een prachtige uitvlucht uit de eenzaamheid van zijn kleine flatje in Den Helder. Daarbij had hij natuurlijk dan nog altijd zijn willig klushulpje in de buurt, in de vorm van mijn echtgenoot Karel. Ik vond alles best, zolang ik me er niet mee hoefde te bemoeien en was allang blij, dat de heren wat te doen hadden. Waren die in ieder geval weer een poosje van de straat.
Dus na de komst van die zielige bakfiets was het weer vanouds en ieder weekend raak. Eerst werd de hele bakfiets uit elkaar gehaald en dan was het schuren, ontroesten, en nog een heleboel andere werkzaamheden meer, waar ik geen bal verstand van heb, totdat tenslotte, als kroon op het werk, de hele zaak netjes in historisch verantwoordde kleuren werd geschilderd en afgewerkt. Zo af en toe hadden zij eens een gastarbeider in de persoon van Tom, maar daar bleef het bij. Arie besliste, soms met wat deskundige hulp van mensen van de tram, wat er gedaan moest worden en Karel deed braaf wat hem opgedragen werd. Dat gebeurde al bij de handkar en later bij de bakfiets was dat niet anders.
Koninginnedag 2005 was hij klaar en er was blijkbaar van hogerhand besloten dat het ding in Twisk gestald moest worden. En dan ontstaat de vraag; hoe komt dat gevaarte dan in Twisk? Met een spoorlijn voor de deur was dat eigenlijk appeltje-eitje, maar veel leuker was het natuurlijk om het halve dorp proberen op stelten te zetten en over de weg naar Twisk te gaan. Ze reden dwars door het weliswaar versierde, maar ondanks alles, jammergenoeg stil dorp en halverwege was de energie op. Arie, die zo heldhaftig begonnen was met fietsen, kon niet meer en ook de poging van Tom om verder te fietsen was van korte duur. Gelukkig kwam er hulp opdagen in de persoon van Jan de Jong, die als bewoner van station Twisk, er blijkbaar lucht van had gekregen, wat er gaande was en hij, een tikkie jonger, fietste verder tot ze met z`n allen bij "zijn" station tot stilstand kwamen.
Ik zie de bakfiets helaas door omstandigheden niet zo vaak meer, maar hij is er nog steeds. Echter niet meer in Twisk, maar hij wordt nu in Wognum nog veel gebruikt. Soms alleen als decorstuk op het perron, maar gelukkig ook vaak, wordt hij gebruikt en staat de stationsarbeider in vol ornaat anno 1926, met de bakfiets, voor de overweg. Als ik dat zie, krijg ik een flash-back van Arie, die midden tussen allerlei ondefinieerbare attributen en gereedschap, met een tevreden blik om zich heen kijkt en daarbij trots nogal vaak de historische woorden uitsprak: "Geen slecht werk voor twee kantoorpikkies"
In herinnering: Arie v.d. Spek [1948-2008] en Tom Kamstra [1929-2018]