Een paar dagen
geleden kwam ik boven, tussen mijn boeken, een klein oud atlasje van
Nederland tegen. Het boekje, iets groter dan A5 formaat, ziet er
niet uit, wat bewijst dat het een lang en ruig leven achter de rug
heeft. Toch heb ik het als één van de weinig boeken uit de spullen
van mijn moeder gehaald, toen zij overleden was. De staat van het
boekje, maakte het bijna onmogelijk om het een beetje netjes in te
scannen, want als ik het nog platter op de scanner had gelegd, was
het helemaal uit elkaar gevallen. Toch ben ik beslist niet
ontevreden. De beelden staan soms wat scheef, maar zijn gelukkig heel
duidelijk te lezen en daar deed ik het voor.
Kenmerkend voor die
tijd, wordt er in het boekje geen uitgiftedatum genoemd, en zoekende
naar een aanknopingspunt sloeg ik het open bij Noord Holland. Tot
mijn stomme verbazing zag ik dat de Wieringermeer en de afsluitdijk
er nog niet op stonden, zodat ik mijn schatting van vlak “voor de
2e wereldoorlog” wel een jaartje of 40 kon terugbrengen.

Ik keek onder op het
kaartje en zag de “Verklaring”, of zo als dat tegenwoordig heet,
“Legenda”. Het eerste wat mij opviel is dat de “Spoorwegen”
prominent aanwezig zijn door helemaal bovenaan de lijst te staan.
“Hoofdwegen, [zeer goed] berijdbaar voor automobielen” zijn er al
wel en nog mooier voor ons stoomtramenthousiasten “Tramwegen” of
“tramwegen in aanleg”. Jeetje, bedacht ik, zo kom ik terug in de
19
e eeuw. Ook “Klinker”-, “Grint”- en
“Macadamwegen” zijn termen die we, net als de voorgenoemde namen,
op Google Maps niet meer tegenkomen. Het laatste item op die lijst,
maakt me een beetje nieuwsgierig. Waar zou in hemelsnaam voor zijn
gewaarschuwd? Geen idee en nu gaan zoeken op de plek waar die borden
staan, zal ook wel geen antwoord opleveren.
Al verder bladerend
op zoek naar een datum, belandde ik op het introduktieblad. Duhuh,
suffie, met deze pagina had ik natuurlijk moeten beginnen en ik las,
Uitgeverij Ten Brink, Arnhem, Anno 1848. Ha, niet slecht Nog wel geen
exacte datum van de uitgifte, maar oud genoeg, om te vermoeden, dat
het boekje ook nog door mijn grootouders zou kunnen zijn gebruikt.
Welke weet ik niet helaas, want dat kan natuurlijk zowel van mijn
vaders of mijn moeders kant kunnen zijn. Hoe het in de familie
terecht gekomen is, daar heb ik ook geen idee van; het was er gewoon
en stond tussen de boeken van mijn ouders in de boekenkast. Toch, ook
als kind al had het boekje voor mij een onbegrijpelijke
aantrekkingskracht en, zo jong als ik was, las ik het van voor naar
achter en terug.
Dat het atlasje een
speciale plaats in mijn leven in nam, bleek ook toen mijn vader eens,
een enorm lange fietstocht maakte van Dordrecht naar Amsterdam. Die
rit zal ongeveer plaats hebben gevonden, vlak voordat we begin 1952,
naar Amsterdam verhuisden en ik was toen een jaar of zeven oud. Ik
zat achterop de fiets, met het boekje in mijn hand, de plaatsen op te
zoeken, waar wij doorheen kwamen. Dat, en het feit, dat de rit wel
heel erg lang duurde, voordat we in Amsterdam aankwamen, zijn echter
wel de enige herinneringen aan die heroische rit heb overgehouden.

Wat verder opvalt
is, dat vele plaatsen, vooral in het zuiden van het land, met potlood
zijn onderstreept. Ik herinner me vaag dat mijn moeder me eens heeft
gezegd, dat mijn vader dit gedaan heeft, toen hij, in 1944/1945, de
oprukkende geallieerde strijdkrachten heeft gevolgd door de reeds
bevrijde plaatsen te onderstrepen. Wat het verschil is tussen de rode [op het eerste blad] en zwarte strepen [in de rest van de atlas] weet ik echter niet. Die vage herinnering van mij zou best eens kunnen kloppen want toen ik in 2011 de bruine kaft van het boekje afhaalde, viel er een oorlogskrantje van Trouw, bestaande uit één getypt velletje, met de datum 31 maart 1945 tussenuit.
Nu ik, anno 2018,
nog eens door het boekje blader, realiseer ik me ineens, dat het toen
ik achter op die fiets zat, ook al flink oud moet zijn geweest. De
afsluitdijk en de Wieringermeer waren er toen allang en de dijk
tussen Hoorn en Enkhuizen was toen ook al beslist geen grintpad meer.
Toch is het heel interessant te zien hoe Nederland er toen uit zag en
wat er bleef en reeds lang verdwenen is. Wat zou het niet leuk zijn,
als we, zoals we dat nu doen, het Streetviewmannetje even konden
droppen op de plaatsen die we willen zien. Niet in onze straat
helaas, want dat was nog allemaal weiland, maar om het kereltje in
het centrum van Enkhuizen te plaatsen zou vast mooie plaatjes
opleveren. Of nog beter, hem even naast de waarschuwingsborden uit de
“Verklaring” te zetten, dan was dat raadsel ook opgelost.
Al kijkend en
lezend, droom ik van een vreemde en rustige wereld. Geen snelwegen,
geen IJsselmeer en al helemaal geen 12e provincie die
Flevoland heet. De boot onderhield de verbinding tussen oost en west
en het was toen 7 uur varen van Amsterdam naar Zwolle, wat nu een
eenvoudig ritje is van ruim een uur. Nog onthutsender vind ik de
totale afwezigheid van Schiphol. Op die plek bevinden zich slechts
twee kleine dorpjes met de namen Sloten en Osdorp.
Maar okee, het is
tijd om weer wakker te worden. Al met al is het een boekje voor mij
uit het verre verleden, met een link naar mijn ouders, wat ik ondanks
zijn bedroevende uiterlijk, nooit heb kunnen wegdoen. Het is en
blijft iets aparts en ik ben blij, dat ik het met de moderne techniek
nog zover heb kunnen redden, dat ik het, al is het maar alleen voor
mijzelf, er ook digitaal nog eens lekker mee kan spelen.
[Ps. heel jammer is het dat ik geen mooie lay-out kan maken hier, dan had het er heel wat netter uitgezien. De regelafstanden liggen heel erg dwars. Het lukt gewoon niet]