Mijn
eindejaarsstukje schrijvend, bracht me weer bij mijn voorouders,
omdat ik daarin schreef dat ik in de zomer van 2020 in de genealogie
van mijn familie was gedoken. In "Opa en oma Bergh met hun
broers en zussen" schreef ik al uitgebreid over de familie van
mijn vaders kant, maar van schrijven over de familie van mijn moeders
kant was tot nu toe niets gekomen. Dat maak ik in dit stukje goed en
wat ik hier nu verder ga vertellen is samengesteld uit een mix van
gegevens. Ik gebruikte de Open Archieven, krantenvermeldingen uit de
Dortenaar, verhalen van mijn moeder en natuurlijk mijn eigen
herinnering. Mijn familie de Kluizenaar heeft, voor zover ik het kan
terugvinden, bijna allemaal in Dordrecht gewoond. Alleen heel verre
voorouders van mijn oma woonden in Rotterdam.
Deze eerste alinea
is het einige wat is overgebleven, van mijn eerste poging om een
verhaaltje te schrijven, want toen ik me ineens herinnerde, dat ik
nog een hele map met ingescande foto`s had, die ik jaren terug, uit
mijn moeders fotoalbum had gehaald, kreeg ik ineens een heel ander
idee over de opzet. Dus begon ik, na deze eerste zin, opnieuw. Bij het
weer doorkijken van de foto`s realiseerde ik me, dat, ik in
combinatie met de familiestamboom, broers, zussen, ooms en tantes,
van hun "echte" naam kon voorzien. De data heb ik samen met
mijn moeder, jaren geleden, al bijgevoegd. Zij wist helaas een
heleboel niet meer, maar met z`n tweetjes hebben we er een jaartal
bijgezet, waarvan zij zeker was, dat het wel een beetje zou kunnen
kloppen.
Het verhaal loopt
ongeveer door totaan mijn geboorte. De oorlogsjaren vallen er voor
het grootste deel tussenuit, want over het leven in het Oranjepark in
die tijd, heb ik al verschillende verhaaltjes geschreven. Verder
verwijs ik voor officiële data en namen [voorzover ik ze weet] naar
de familielijnen De Kluizenaar en Van Zuijlekom.
OVERGROOTVADER
GERRIT DE KLUIZENAAR:
Ik begin met mijn
overgrootouders. Dat waren Gerrit de Kluizenaar en Johanna Stokvis.
Zij trouwden op 4 juni 1873 te Dordrecht en waren toen 25 en 22 jaar
oud.
En zo zag Gerrit
eruit. Een imposante figuur, waarvan ik me met de beste wil van de
wereld niet kan voorstellen, dat als hij er niet zou zijn geweest,
ik hier ook niet op de bank zou zitten. Maar ja dat geldt voor de
meeste personen die ik hier noem. Dat mijn moeder hem als kind "Opa
Snor" noemde is ook werkelijk geen wonder en ik vind het nog
steeds jammer dat ik van zijn vrouw Johanna nergens een foto kon
vinden.
Een schattige foto
van Gerrit, zo met zijn drie kleindochters, tw. mijn moeder [vooraan
staand], haar zuster Mia, zittend op de leuning van de stoel en nicht
Els op de achtergrond.
Overgrootvader
Gerrit had vijf kinderen, waarvan mijn opa, Johan Leendert, geboren
in 1883, de jongste was en uit de vele vermeldingen van de Dortenaar
en de vage herinneringen van mijn moeder, kon ik zo`n beetje opmaken,
hoe het leven er voor hen moet hebben uitgezien. Helaas heeft dit
alleen betrekking op de mannen, want er, is, vanwege de
maatschappelijk situatie in die tijd, maar weinig bekend, waarmee de
vrouwen zich, behalve het huishouden, bezig hielden.
Gerrit was bakker
van beroep en werkte, samen met zijn broer Pieter, die ook bakker
was, in de bakkerij van zijn vader Wouter, die
gevestigd was aan de Voorstraat 63 in Dordrecht. Later heeft zoon
Gerrit een kruidenierswinkel annex slijterij gehad, die ik op
verschillende adressen heb teruggevonden. Het enige adres waarvan ik
zeker weet dat het klopt, is de Bosboom Toussaintstraat 17, als zijn
huisadres, omdat mijn moeder daar ook heeft gewoond en ik er foto`s
van heb. Gerrit was actief met allerlei instanties. Hij diende in
1917 een aanvraag in voor een hondenkar, vroeg een hinderwet aan voor
allerlei electrische apparatuur voor de bakkerij en ik vond voor hem
twee belastingaanslagen "Hoofdelijke omslag". Geen idee wat
het is, maar ze kostten hem 33 en 7 gulden.
[Foto: 1927]
En.....om nog even
in de Bosboom Toussaintstraat 17 te blijven, ik vond van dat adres
een nogal mysterieuze notitie op 11 september 1934, in de "Gids
voor het lokale rijkstelefoonnet Dordrecht.
"Telefoonnummer: 6208
Naam: N.V. Albert
Heijn
Beroep etc.:
Kruidenierswaren en comestibles
Adres: Bosboom
Toussaintstraat 17
Plaats: Dordrecht"
Huh? Albert Heijn?
Ik heb gelukkig wat foto`s van het huis uit die tijd en het was toen
zeker geen winkelpand, dus het lijkt me erg onwaarschijnlijk, dat de
grootgrutter hier een vestiging heeft gehad. Wat was er dan aan de
hand? Heeft overgrootvader Gerrit zijn zaken allemaal geregeld via
zijn huisadres of heeft hij misschien zijn zaak verkocht aan Appie?
Geen idee!. Het zou ook mogelijk zijn geweest dat de familie in 1934
is verhuisd en er later een winkel is gekomen? Als ik Streetview
eens bekijk, lijkt het me niet, want het is nog steeds een
rijtjeshuis en het even aan mijn moeder te vragen zit er ook niet in.
Daarvoor ben ik bijna 10 jaar te laat, dus dat zal wel altijd een
raadsel blijven.
OVERGROOTVADER
GIJSBERTUS STEPHANUS VAN ZUIJLEKOM:
Natuurlijk heb ik
ook nog een andere overgrootvader. Noemde mijn moeder mijn
overgrootvader Gerrit "Opa Snor", haar andere opa was "Opa
Baard". Zijn naam was Gijsbertus Stephanus van Zuijlekom en
staat met zijn vrouw Maria Bestebreur op onderstaande foto links [1911].
Gijsbertus Stephanus
van Zuijlekom en Maria Bestenbreur trouwden op 16 juli 1879 te
Dordrecht, toen ze resp. 22 en 23 jaar oud waren. Ze kregen 9
kinderen. Drie daarvan stierven jong, maar de andere zes, allemaal
meisjes, waarvan mijn oma derde was, zijn allen volwassen geworden.
Toen ik tijdens mijn zoektocht de namen vond, ging er bij sommige
daarvan wel een lichtje branden. Tante Bertha, tante Trui en tante
Agatha, hé, ja, die namen heb ik wel eens eerder gehoord. Die
herinnerde ik me wel.
In het fotoalbum van
mijn moeder vond ik een schitterende foto [rechts], waarop de ouders en alle
zes zussen, [sommigen] met aanhang, stijfjes poseerden voor de
camera. Ze leken allemaal erg op elkaar, maar als ik het goed zie is
de meest linkse mijn oma [ Foto: 1911].
Uit verdere gegevens
bleek dat Stephanus ook winkelier was, maar wat voor winkel hij
heeft gehad, daar kon ik helaas niets van vinden en mijn moeder heeft
het er ook nooit over gehad.
EN DAN MIJN
OMA.......MARIA VAN ZUIJLEKOM:
Mijn moeder heeft me
veel over haar verteld en natuurlijk heb ik haar ook zelf gekend.
Klein van postuur, was ze een zeer sterke en intelligente vrouw die
niet mocht studeren maar naar op 13 jarige leeftijd naar de
"naaiwinkel" [naaischool] werd gestuurd. Op de foto is ze
de middelste van de vijf en zo te zien heeft ze het niet erg naar
haar zin. Volgens mijn moeder was ze op deze foto ongeveer 14 jaar
oud. Toegegeven ze kon fenominaal naaien, maar ik weet zeker dat ze
graag iets anders zou hebben gedaan. Helaas had een vrouw anno 1900
weinig keus, want "achter het aanrecht" was de plaats in de
maatschappij! Ik herinner me haar nog goed, was graag bij haar en als
ik op bezoek kwam, stond altijd, mijn lievelingsgerecht,
stoofpeertjes, klaar.
Wat ik nu zonet
geschreven heb, is uiteraard mijn jeugdherinnering aan haar, maar nu
ik zelf wat ouder ben en wat beter kan inschatten hoe het leven in
elkaar zal hebben gezeten, denk ik, met medelijden, dat ze het
verschrikkelijk moeilijk moet hebben gehad met die stuurse,
stijfkoppige en dominante man naast zich.
Maar ik heb meer foto`s van mijn oma. De
volgende opmerking van mijn moeder moet over één van de
onderstaande drie foto`s zijn gemaakt. Welke weet ik niet, maar in
principe zou het op alle drie kunnen slaan. Mijn
moeder: "Je kan hier heel goed haar kleding zien. Op één van
de foto`s heeft ze een zelfgemaakt jak aan
met allemaal haken en ogen aan de
voorkant. Een hels karwei om te maken, want dat moest allemaal met de
hand. Middenin moesten baleinen om de borsten te stutten, want er
waren nog
geen bh`s. [Fotos:
1911]
Op de foto linksboven, staat mijn
oma uit 1911 met haar en haar zuster Beth [Elizabeth]
Hieronder
een schitterende foto uit 1931, waarover mijn moeder het volgende
vertelde: "Op deze foto staat tante Betje en jouw oma. Zij was
een familievriendin, die elke week kwam kousenbreien. Dat was een
hele klus want wij [Jopie en Mia] werden steeds groter. Wij hadden
geen zin meer in die kousen, want er vielen maar gaten in die dingen.
Tante Betje woonde helemaal op de Steegoversloot, in een heel klein
donker huisje, met het toilet binnen, in een hoekje van de huiskamer.
Betje Burgerhart, zoals ze heette werd, toen ze ziek werd helemaal
verzorgd door jouw oma, die daar dan helemaal naar toe moest gaan
lopen. En dat was een heel eind.
Nadat mijn opa in
december 1962, na een ernsig ongeluk, naar verpleeghuis De Lindonk,
in Zwijdrecht, verhuisde, bleef zij nog een halfjaar in het
Oranjepark. Op 26 juni 1963 ging ook zij daar naar toe en ze
woonden ze
nog precies drie jaar samen. Oma is heel oud geworden. Op 27
september 1978, 12 jaar nadat haar man overleed, stierf zij, bijna 97 jaar oud.
MIJN OPA......JOHAN LEENDERT DE KLUIZENAAR:
Op onderstaande foto zit het hele gezin op en bij de tafel.
Mijn opa en oma trouwden op 8
september 1920, toen ze 36 en 38 jaar waren. Zij kregen twee meisjes,
tw. mijn moeder Jopie, die is geboren in 1921 en twee jaar later kwam
haar zusje Mia, die door mij later tante Miep genoemd werd. Over mijn oma heb ik
al het nodige verteld, zodat ik me nu richt op wat er zoal in het
leven van mijn opa gebeurde. Hij had allerlei baantjes en ik vond een
vermelding van hem terug in de Dortenaar als zijnde een zelfstandig
ondernemer met een eigen rijwielhandel annex vernikkelinrichting. Hij
repareerde en verhandelde dus fietsen en wat dat vernikkelen inhoudt,
dat is voor mij niet helemaal duidelijk. ,Toch werd er over zijn
werkzaamheden in de familie nogal eens grapjes gemaakt. Tot ver in de
50er jaren, hoorde ik mijn vader, als er iets kapot was, tegen mijn
moeder zeggen: "Haal je vader er maar bij, die repareert het wel
met een ijzerdraadje".
Naar aanleiding van
diverse meldingen in het adresboek 1930 had hij eerst een pand in de
museumstraat 31 en later in de Bosboom Toussaintstraat 17. Waarom
hij in de museumstraat is weggegaan, weet ik niet, maar omdat in de
volgende meldingen zijn bedrijf, op zijn huisadres wordt vermeld,
denk ik dat hij later aan huis is verder gegaan. Verder trek ik de
conclusie, dat hij en zijn gezin, inwoonde bij vader Gerrit en na
zijn overlijden eind jaren `30, verhuisd is naar het Oranjepark. Of
dit helemaal klopt kan ik niet achterhalen.
Toch wil ik nu eerst
nog even een stukje terug in de tijd. Van mijn moeder kreeg ik jaren
terug een heel interessant krantenartikel over hem. De naam van de
krant is niet meer te achterhalen, maar het artikel heette:
"Toulonselaan heette vroeger Kluizenaarspad". Mijn opa
vertelde hierin over de periode van 1923-1927 dat hij
gemeenteraadslid was. Hij zat in de raad voor de kiesvereniging
Zuinig Gemeente Beheer; een club die later opging in
Gemeentebelangen. Het was er maar vier jaar, dus een vrij korte
periode, maar uit de raadsverslagen uit die tijd, begrijp ik al snel,
dat het nogal een lastig mannetje was, die zich overal mee bemoeide.
Ook leverde hem, die vier jaar in de raad, een nieuw familielid op,
toen een van zijn partijgenoten, trouwde met de dochter van zijn
broer en dus ook met het nichtje van mijn moeder. Met dat nichtje
waren zowel mijn moeder en haar zuster altijd al heel close. Ze
trokken ontzettend veel met elkaar op, wat ook te zien is aan de vele
foto`s die ik heb, met die drie meiden erop. Voor mij werden het Oom
Joop en tante Els en zelfs toen ik al lang en breed getrouwd was,
hebben wij, met de kinderen hen nog eens opgezocht. Een paar jaar
geleden heb ik met Karel, hun zoon nog eens bezocht. Hij was ook een
beetje bezig met familie-genealogie en wevatten toen onze familierelatie
kort en bondig samen met de conclusie dat zijn opa en mijn opa broers
waren.

Ik heb verscheidene
foto`s van mijn opa uit die periode dat hij in de raad zat en bij
deze foto, was de opmerking van mijn moeder onverbeterlijk. "Goh,
die foto is vast op het gemeentehuis genomen, want zo`n mooi kantoor
had hij niet".
Deze
officiële foto [onder-links] van de
kieskring Zuinig Gemeente Beheer foto zal zijn
genomen op het gemeentehuis te
Dordrecht. Middenachter
staat mijn opa en en linksvoor mijn toekomstige Oom Joop.
En
dan hier nog een foto [rechts] van de voltallige gemeenteraad van die tijd.
Mijn opa staat links achter, de
burgemeester Pieter Leonard de Gaay
Fortman,
en
bij de voeten van de koningin, die op haar beurt wordt onthoofd door
een kroonluchter. Na het raadplegen van Google blijkt dat dit
Koningin Wilhelmina moet zijn geweest.
Hoe
mijn opa het allemaal heeft klaargespeeld, weet ik niet, maar na het
vertrek uit de Bosboom Toussaintstraat, wat enkele jaren voor de
oorlog moet hebben plaatsgevonden, woonde
hij en zijn gezin op stand in het deftige Oranjepark en bezat hij
verschillende panden in de Spoorbuurt. Ik weet nog dat hij mij aan de
hand meenam, om samen wandelend de huur
op te gaan halen. Ook
in het Oranjepark hebben zij ook de
oorlogsjaren doorgebracht en wat me over die beklemmende jaren is
verteld, heb ik o.a. beschreven in "Oranjepark en Spoorhof" en
zijdelings ook in "Dordrecht en het GAB".
Toch
moet hij, wat ik al schreef bij mijn
oma, een nurkse en stuurse man zijn
geweest, maar ik als kind heb dat nooit gemerkt en hij had iets wat
ik aan geen enkele kant van mijn familie tegengekomen. Hij was
creatief, want hij schilderde en was zelfs lid van de
"Teekengenootschap Pictura". Na even googelen weet ik dat
die club is opgericht in 1774, en heden ten dage het oudste nog
bestaande tekengenootschap in Nederland is. Mijn ouders maakten wel
eens grapjes over zijn werk, want het was de toch wel frappant, dat
hij bergen schilderde, terwijl hij er nog nooit een
in het echt had gezien. Het museum heeft hij volgens mij nooit
gehaald, hoewel er een hartnekkig gerucht in de familie rondging, dat
er een schilderij van hem in het museum van Gijn zou hangen. Waar al
zijn schilderijen gebleven zijn,
weet ik niet. Er stonden er nog verschillende op zolder bij mijn
moeder, die we na haar overlijden, allemaal hebben weggedaan, maar
niet, zonder er eerst wat foto`s van te hebben gemaakt

Op
26 mei 1942 ziet mijn opa kans om een bekeuring te krijgen en daarmee
voor eeuwig in een politiedossier terecht te komen, getuige een
notitie die ik vond bij de Dortenaar. .
"te
--.-- uur - Is bekeurd: door brigadier B. v.d. Elst: J.L. de
Kluizenaar,geb.
22-11-1883, Oranjepark 35, allen t/z het niet-inleveren van een
verklaring betreffende onderzoek naar wandgedierte in woning en
huisraad". Deze ambtelijke taal zegt mij helaas niet veel en ik heb dan ook geen flauw idee, wat hij nou eigenlijk heeft uitgespookt. Wandluizen?
In
1962 krijgt hij een vreselijk zwaar ongeluk. Wat er precies is
gebeurd weet ik niet meer, maar ergens heb ik een vage herinnering
dat hij is aangereden. Het is zelfs zo erg, dat ze, om zijn leven te
redden zijn linkerbeen hebben moeten amputeren. Hij kan niet meer
thuis wonen en verhuist naar het verpleeghuis De Lindonk in
Zwijndrecht, waar hij op 27 juni 1966 overlijdt. [Foto: 20 juli 1963]
EN
DAN MIJN MOEDER.............JOHANNA MARIA DE KLUIZENAAR
Ik
heb nogal wat foto`s van mijn moeder en om daar voor dit stukje een
keuze uit te maken is best moeilijk. Het lijkt erop dat ze een heel
gelukkige jeugd heeft gehad, want het zijn allemaal van die blije
foto`s, maar hoe haar jeugd precies was, heeft ze mij niet veel over
verteld. Wel vertelde ze veel over de vriendschap met nicht Els. Dit
onafscheidelijke drietal [mijn moeder, haar zus Mia en nicht Els]
komt op nogal wat foto`s voor. Ook leuk van de foto`s is, dat het
onbedoeld een aardig tijdsbeeld van de jaren `20 tot eind 40 geeft.
Ook hier zijn de jaarnoteringen allemaal geschat. Ik heb er een paar
uitgezocht en inclusief het onvergetelijke commentaar van mijn
moeder, kan ik zeggen, dat in dit geval de beelden meer zeggen dan
1000 woorden.
Hier
twee foto`s van Jopie en Mia [1929 en
1934].
Mijn
moeder: "Als je de foto`s van tante Miep als klein kind
ziet dan kijkt ze daar nooit vrolijk op, laat staan dat ze lachte. Ze
was namelijk bang dat de op die foto vast kwam te zitten en er niet
meer af kon. Dat heeft ze schijnbaar nogal lang volgehouden gezien de
norse blik op de meeste foto`s". Dus
mijn intro hierboven klopt niet helemaal. Zo blij waren ze niet.
Bij bovenstaande foto`s:
1. Links:
Ook toen al! En als ik dat zo bekijk, is er niet veel veranderd in al die jaren.
Mijn oma staat links op de foto en mijn moeder zie ik naast haar rechts. Mia kan ik niet vinden.
Mijn moeder: "Verjaarsfeestjes, ongetwijfeld van Miep omdat zij 31 augustus jarig is". [1929]
2. Midden:
v.l.n.r: Mia, Els en Jopie [1926] [Waarschijnlijk Scheveningen]
3.
Rechts:
Mijn
moeder: "Deze foto is genomen ca. 1929 in Park Merwesteyn. Dit
park, wat ligt aan het einde van het Oranjepark, is in de oorlog
volgestopt met bunkers. Die hebben ze na de oorlog allemaal
opgeblazen., waarbij jij toen, als kleine baby, bij elke explosie,
van schrik overeind veerde of inelkaar kromp".
 |
Onverbeterlijk.Ook
toen had je blijkbaar al rages!Mijn
moeder, Mia met hun moeder. [1934] |
Deze foto is genomen
op de Krispijnseweg en op de achtergrond is de spoorwegovergang te
zien. [1935]
Op deze foto uit 1935 staat mijn moeder links. Rechts staat haar
zuster. Deze foto heb ik erbij gedaan vanwege de herinnering aan de
gammele schutting in de achtertuin en de dat speciale fabrieksgeluid,
wat nooit stopte. Hier is goed te zien hoe prominent dat gebouw
aanwezig was, waardoor de achtertuin dan ook helemaal was ingesloten.
Hoewel
mijn moeder, me weinig heeft verteld over haar jeugd, heb ik
documentatie zat. Ik heb al haarschoolrapporten nog van de lagere
school, de ULO, en diverse kantoordiploma`s. Ze deed, naast
eindexamen ULO, in 1938 examen in steno, handelscorrespondentie en
machineschrijven en als ik zo de cijfers van haar schoolrapporten
eens bekijk dan deed ze het beslist niet slecht. Mijn opa mocht dan
een nukkige man zijn geweest, hij heeft zijn meiden in ieder geval
een goede opleiding gegeven. Ze kwam uiteindelijk te werken, als telefoniste bij de koekjesfabriek Victoria en dat zal dan vlak voor en aan het begin van de oorlog zijn geweest. Ik zie dat gebouw nog voor me. Net als je met de trein vanaf Rotterdam, bij Dordrecht de Maasbrug over was, zag je het liggen aan de linkerkant naast het spoor. Maar ja, die herinnering van mij was van veel later, toen mijn moeder er natuurlijk allang niet meer was. Nu is de plek zo veranderd, dat het zelfs onmogelijk is je voor te stellen waar het gebouw heeft gestaan.
Een
paar jaar geleden zond de zender ONS wat oude bedrijfsfilmpjes uit.
Ook de Victoria zat daarbij, Ik heb de film bijna beeldje voor
beeldje bekeken, maar ik kon er mijn moeder helaas niet in ontdekken.
Wel was het leuk, want ik kan me nu, wat beter voorstellen, hoe mijn
moeder, daar gewerkt moet hebben. Op de foto zit ze als tweede van
links, op de tweede rij.
Mijn
ouders hebben elkaar leren kennen via hun sport. Ze korfbalden beide
bij DEETOS en dat zal ook aan het eind van de 30er jaren zijn
geweest.
In
1942, kwam ik tot mijn verrassing mijn vaders naam tegen op een plek
waar ik hem zeker niet had verwacht. Het is een notitie van 11
december 1942, in de Dortenaar. "Bekeurd
door agent A.M. van Gurp, Otto J. van den Bergh, ambtenaar, oud 21
jaar, wonende Floresstraat 59, terzake wielrijden zonder voor- en
achterlicht". En
als we het nu toch over bekeuringen hebben. Weliswaar een beetje
later, maar niet minder lachwekkend was de volgende, waarbij mijn
moeder de klos was. Niet voor het rijden zonder licht, maar ze had haar fiets ergens neergezet, waar het niet mocht.
Toen
het voor mijn vader op zijn werk bij het GAB te gevaarlijk werd, dook
hij onder, in het Oranjepark, bij mijn moeder op zolder en op 8
november 1944 zijn zijn getrouwd. Ik was al onderweg, en blijkbaar
was het ondanks die riskante periode nog mogelijk om te trouwen. Maar
hoe dat precies zat, daar heb ik eigenlijk nooit naar gevraagd.
Het
verhaal de Kluizenaar loopt een beetje op zijn eindje. Het volgende
hoofdstuk zou "Mijn ouders" moeten gaan heten, maar dat is
eigenlijk al verwerkt in een hele boel losse verhaaltjes, die ik zo
her en der in de afgelopen jaren heb geschreven en nog zal gaan
schrijven.
Toch
wil ik nog een dierbare herinnering, bij gebrek aan een andere plek,
hier graag nog even vastleggen. Het
is een herinnering aan mijn tante Miep.
Natuurlijk heb ik die in mijn vroege jeugd nog veel gezien. Ze was
tenslotte de zuster van mijn moeder, en omdat mijn ouders tot 1949
inwoonden in het Oranjepark, hadden we veel contact. Zij was
kleuterleidster geworden op een klein schooltje ergens in Dordrecht
en op een dag ben ik een keertje met haar mee geweest. Ik herinner me
nog een bloedhete dag, waarop ik met een heel stel kinderen, in de
openslaande deuren
zat, op
een soort helemaal ingebouwd, schoolpleintje.
Waarom ik dat nog weet? Geen idee, en ik heb er ook geen foto`s van. Ik vermoed dat het een enorme indruk heeft
gemaakt, dat mijn tante zomaar de "juf"
van het klasje was.
Dit
is wat ik me tot nu toe zo`n beetje herinner van de familie de Kluizenaar en van
Zuijlekom. Het is grappig, want afsluiten kan ik het niet echt. Mijn
hersenen doen rare dingen, zoals ik al eerder schreef en zo af en
toe, soms zonder een enkele aanleiding, komt er weer wat
bovendrijven. Ook ben ik er van overtuigd, dat er op het net nog veel
te vinden is. Maar een ding is zeker. Mocht ik iets vinden, of mocht ik me weer iets herinneren, zal ik het zeker toevoegen.