Orde scheppend in al mijn
losse files, die her en der op de computer staan, wil ik zoveel
mogelijk mijn geschreven stukjes toevoegen tot mijn digidagboek. Ook
onderstaand verslagje, wat ik schreef voor het personeelskrantje van
de SHM-vrijwilligers, kan er nu dus bij, zij het met een klein
voorwoord ter verduidelijking van de situatie.
VOORWOORD:
Het
stukje op 9 november 2013 doorlezend, verbaas ik me over de
onduidelijkheden. Aanleidingen tot gebeurtenissen ontbreken en
voorzover ik het nog weet zal ik proberen wat licht in de duisternis
te brengen.
1.
Een grote groep vrijwilligers van de Stoomtram Hoorn-Medemblik is in
die zomer op werkbezoek geweest bij de Ffestiniog Railway in Wales.
Ten tijde van dat bezoek, waren wij al met vakantie in Wales en we
zouden elkaar ontmoeten in het hotel in Porthmadoc om aan te sluiten
bij de groep om het werkbezoek mee te maken. Toen we echter in
Porthmadoc in het hotel aankwamen wisten ze van niets.
2.
Russell was de buschauffeur van de groepsbus en organisator van de
reis.
3.
De laatste dag hebben we een excursie gemaakt met de Snowdow Mountain
Railway en dat we daar boven op die berg alleen maar wolken en mist
zagen ben ik om het leuk te houden ook maar even vergeten..
4.
De kwaliteit van de fish and chips is wijselijk achterwege gelaten.
Hij was zo koud en vettig, dat we sindsdien alle minderwaardige
aardappelstaafjes vergelijken met die van toen. De conclusie luidt
nog steeds, dat tot nu toe alles beter is geweest dan die we toen in
Minfford gegeten hebben.
"WALESMANIA"
Er
bestaan mensen die dingen anders willen doen dan normaal, en ik denk
dat wij aardig aan deze definitie beginnen te voldoen. Dus niet
gewoon met de bus heerlijk een weekendje uit met de stoomtram, maar
dat weekendje inplannen in je eigen vakantie. Dit in eerste instantie
tot groot verdriet van dochter Suzanne, want dan moest ze alleen met
de bus mee!! Nou ja, alleen?
We
hielden voet bij stuk en gingen dus met een gerust hart twee weken
eerder weg, gewapend met de naam van het hotel t.w. "The Royal
Sportsman Hotel" in Porthmadog, waar we met elkaar zouden
overnachten. Dat geruste hart bleek later een beetje onterecht, maar
door een stom toeval en een telefoontje naar Russell, die zowaar
thuis was, kwam dat allemaal op tijd in orde. We moesten namelijk
naar het St. Davids Hotel in Harlech.
Russell
had trouwens nog iets leuks voor ons in petto. "Koop even een
vlaggetje van Wales, want met een engelse vlag op de locomotief
kunnen we echt niet rijden". Met dat tweede was ik het volledig
eens, want dat ligt daar nogal gevoelig, maar het eerste leverde
nogal wat problemen op. Nergens te vinden die dingen. Een tweede
telefoontje naar Amsterdam wees ons de weg naar Caernarfon waar we in
een winkel bij het kasteel een emmer vol vlaggetjes vonden. Had hij
dat niet meteen kunnen vertellen!
De
ontmoeting met de groep SHMmers was hartverwarmend en onze auto was
binnen de kortste keren tot de "The Flying Dutchman"
omgedoopt. Door sommige figuren werd mij echter nog wel even zeer
taktvol gevraagd of ons voertuig nog deukvrij was, gezien de nukkige
gewoonte van de engelsen, om nog steeds aan de verkeerde kant van de
weg te rijden. Dat was hij gelukkig, of liever gezegd, toen nog wel.
De auto
zorgde trouwens voor nog een fraai verhaal. Toen we zaterdagavond in
Harlech terugkwamen was de parkeerplaats overvol door een feestje in
het hotel. Ik vond met behulp van de receptioniste een plekje,
waarbij ik met haar medeweten enkele engelse auto`s klemzette. "Ze
gaan toch met een uurtje weg, of het zijn auto`s van hotelgasten en
blijven rustig staan tot de volgende ochtend", was haar
antwoord, "Zet maar neer, dat regel ik wel". Tegen half één
en anderhalf uur later vond ik het mooi geweest voor die dag;
waarschuwde de receptioniste en ging naar de kamer, met het idee dat
alles wel goed zat. Dus niet! Ik was net uit bad, lag al in bed maar
sliep nog niet toen er heel zachtjes op de deur werd geklopt. Lies de
Jong vertelde dat er beneden een man rondliep met een papiertje met
mijn kenteken erop en of de auto even verplaatst kon worden. En ja,
wat doe je dan, wetende dat die mensen ook naar huis willen? Ja,
precies, hup, het bed weer uit en met de hoogstnodige kleren aan weer
naar beneden. Zes engelsen stonden me daar op te wachten en waren
heel blij me te zien. Stel het je maar voor, met nat haar en een
beetje suffig, moest midden in de nacht, die auto, in de kleinst
mogelijke ruimte in z`n achteruit tussen de geparkeerde auto`s door
weggereden worden. De engelsen begonnen me hulpvaardig, door elkaar
heen, allerlei aanwijzingen te geven en met heel veel moeite ben ik
schadevrij ertussen uit gekomen. Jan de Jong, die blijkbaar door
zijn vrouw ook was opgetrommeld, loodste me daarna naar een intussen
vrijgekomen plaats, waarbij ik als toetje nog met m`n voet in een
natte greppel dook. En dan.....eindelijk slapen!!!

Het
letterlijke hoogtepunt van het weekend was voor mij de tocht naar de
top van de Snowdon, waarbij ik dacht dat ons rijtuig als een
kaartenhuis uit elkaar zou vallen. Het schudde zo zo door elkaar,
dat elke halve minuut, de ramen spontaan naar beneden klapten.
Uiteindelijk, is met al die knappe technici aan boord het ene raam
met een lijmklem van Russell en het andere met tape van onbekende
oorsprong in bedwang gehouden. Dat we eenmaal op de top door mist en
regen geen klap konden zien, mocht de pret helemaal niet drukken.
Het
figuurlijke hoogtepunt was de hartelijke ontvangst en de grandioze
inzet van de mensen van de Ffestiniog Railway en het etentje ["fish
and chips" op schoot] in hun "Society Hostel" in
Minffordd. Dat, en dat schreef ik al, de chips niet te eten was, een
slechts een kleine "hiccup", want geen moeite was hun
teveel en ik denk dat iedereen dat wel zo ervaren heeft.
Het
was een weekend vol stoom, treinen, techniek en zwarte handen en
verhalen daarover laat ik graag over aan de mensen die er verstand
van hebben. Een weekend met pijn in je buik van het lachen en fijne
mensen. En een weekend waarin ik voor de eerste keer, kennis maakte
met "de Cob" in Porthmadog, waar ik om me heen kijkend,
realiseerde, dat ik op één van de mooiste plekjes van de wereld
stond.

Nb.
Toen
we deze zomer [2013] weer in Wales waren, konden we het niet laten om
nog eens even een kijkje te gaan nemen bij het St. Davids hotel, waar
we in 1997 twee van die geweldig gezellige avonden hadden gehad. We
wisten niet wat we zagen. Het hele hotel was verlaten, vervallen en
compleet gestript. Door de spijlen van het hek, maakte ik
onderstaande foto. Een triest gezicht !!!!