Waarom moest die kat nou juist toen ik langsreed in Wervershoof tussen die auto`s uitkomen. `t Arme beestje had geen schijn van kans. In die anderhalve meter dat ik hem kon zien flitste hij onder de auto en voordat ik aan remmen dacht zat hij er al onder. Hij was kansloos en ik eigenlijk ook. Daar lag ie dan in de goot, langzaam doodbloedend en bijna onder het busje waar hij onder vandaan kwam. De details zal ik iedereen besparen, maar een leuk gezicht was het beslist niet. Hulde aan de man van het bouwbedrijf Ruitenberg, die mij opving en een doek over de kat legde, bij mensen aanbelde en de eigenaresse traceerde, waarna hij haar het nieuws meldde en hielp de kat in een kartonnen doos naar binnen te brengen. Ik moest echt wel even bijkomen en ik kan echt niet uitleggen wat een beroerd gevoel het is als je dat arme beestje door jouw toedoen, ook al kan je er niets aan doen, zo ziet liggen. Gelukkig zag zij ook in dat ik er geen schuld aan had, maar dat maakte de zaak beslist niet minder triest. Jezus, waarom kon hij nou niet 1 seconde later oversteken. Dan was dit niet gebeurd. Ik zal er mee leren leven, maar ik moet dit nu even van mij afschrijven. Verdomme, verdomme, verdomme.
Geschreven: Opperdoes 9 maart 2006
Dagtekening: 9 maart 2006