De volgende morgen was het prachtig wit en de volgende dagen werd er zo af en toe nog wat aan toegevoegd. Aan het begin van die volgende week begon het spannend te worden. Overdag dooide het toch wel een beetje en de dagen dat het eigenlijk schitterend weer was, wilde ik, dat de zon maar zo snel mogelijk verdween. De komende dagen bleef de temperatuur onder de +5 graden dus kwam er een klein beetje hoop op een witte kerst. De laatste was volgens de officiele kanalen in 1981 geweest, maar in hoeverre het toen ook in Bovenkarspel wit was weet ik niet meer. Alle weermannen waren er zeker van. Het zou een witte kerst worden en geloof het of niet, ze hadden dit keer gelijk. Kerstmorgen was prachtig wit. Een klein laagje weliswaar, maar het was een echte witte kerst. Tweede kerstdag ging de temperatuur toch wel snel omhoog en de zondag daarna was de sneeuw bij ons bijna verdwenen. Zo bleef het de week tussen kerst en oud en nieuw. Er was nog wel een beetje sneeuw maar dat moest je echt zoeken. Toch waren de berichten "positief". Er zou nog meer sneeuw komen, en op 1 januari zou het vooral in het noordoosten behoorlijk gaan sneeuwen. Gelukkig voor ons woonden we even in het noordoosten en verdween alle vieze sneeuw, die er nog lag onder een nieuwe schone witte laag. Gisterenavond was het helemaal dollen en om half elf `s avonds hebben we nog de nodige foto`s uitgewisseld via msn. Het hield maar niet op. Volgens mij heb ik hier in Nederland, behalve in de winter van 1963, nog nooit zoveel sneeuw gehad. Dus toen ik vanmorgen de kerstboom had opgeruimd begon er iets te kriebelen.
Uiteindelijk hield ik het niet en na de lunch ben ik in de auto gestapt. Op de Kaag was men er met de sneeuwschuiver overheen geweest en de Almerdorperweg was bijna schoon. Er van uitgaand dat het dan in de rest van de omgeving ook wel zo zou zijn, was achteraf gezien een beetje blond. Aan de andere kant, de kop van Noord Holland bestaat niet voor de rest van Nederland, dus berichten over de weg, waren in de media heel schaars. Dus we togen de witte wereld in. Toen ik de Almereweg op reed kreeg ik mijn eerste domper. Die was dus helemaal niet schoon. Dat was een tegenvaller. Nou ja, niet zeuren, en juist, bij de rotonde zag ik dat de grote weg aardig schoon was. In Medemblik ging het wel goed en ik reed over de de Dijkweg richting station. Bij de molen was het druk. Het was trouwens overal druk, veel mensen waren aan het wandelen, maar hier leek het of er iets aan de hand was. Een heleboel mensen stonden er op de dijk en ik reed de polder in om te zien wat er aan de hand was. Toen zag ik het en ja, hee, dat was leuk! Half Medemblik gleed op een sleetje de dijk af.
Ik reed verder langs een dichtgevroren IJsselmeer en een druk bewandeld Nesbos, naar Andijk, om te kijken waar de pizzeria was afgebrand. Het was een trieste hoop puin, die er onder zijn sneeuwlast haast mooi uit. Toch was het een stomme nieuwsgierigheid, want, Andijk inrijden had ik beter niet kunnen doen. De weg was helemaal niet schoongemaakt en het was een hel om die hele dijkweg af te glibberen. Stom natuurlijk, had ik kunnen weten, in Andijk wordt zondags niet gewerkt. Ook niet als het hele dorp is volgesneeuwd. Maar ik had niet verwacht dat ook de grote weg tussen Andijk en Grootebroek een glijbaan was.
Toen ik de Westfrisiaweg overstak, zag ik dat die schoon was, en ook in Stede Broec had men gelukkig de sneeuwschuiver te voorschijn gehaald, hoewel ook daar de wegen absoluut niet schoon waren. Gelukkig kwam Suus even naar mij toe, want ik ben midden op straat blijven staan. Ik durfde niet te parkeren, noch het pad bij haar huis op te rijden, want ik was bang dat ik zou blijven steken. Toch gaf ik niet op en reed via de Streekweg naar Enkhuizen. Uiteindelijk ben ik bij de kerk in Bovenkarspel de Westfrisiaweg opgegaan want ik was het geglibber helemaal zat. Ik kon totaal niet om mij heen kijken, want ik had al mijn ogen nodig om op de weg te blijven. Zo zag ik nog niets van de sneeuw. Hoewel ik eigenlijk van plan was via de grote weg naar huis te gaan kreeg ik vlak voor dat ik, bij het stoplicht van de Drechterlandseweg, naar links zou draaien het idee om toch nog maar even langs Enkhuizen te gaan en dan via de N506, Hoorn en A7 naar huis te rijden. Dat was achteraf gezien een goede greep, want dat dit het mooiste stuk van de reis zou worden, kon ik toen nog niet weten.
Ik had voordat ik de aan het begin van de rit de Almereweg op reed een grote mistvlaag gezien die boven het weiland hing en dat gaf een heel vreemd beeld van de omgeving. Dat was ik intussen al helemaal vergeten, maar toen ik Enkhuizen gepasseerd was kwamen die mistflarden terug. De eerste waar ik als het ware indook was net na de kruising van de weg naar Lelystad en ik zat binnen de kortste keren in een dikke mist. Ik deed meteen mijn voor-mistlampen aan zodat ik iets duidelijker te zien zou zijn, want niet alleen had ik last van die mist, maar gek genoeg ook van de laagstaande zon, die er op de meest onverwachte momenten doorheen scheen. Het was een buitenaardse ervaring zo mooi. Dit bleef zo de hele weg naar Hoorn. Dat het mooi was bleek ook wel aan het gedrag van de medeweggebruikers. Regelmatig kwam ik mensen tegen die op de parkeerplaatsen stonden te fotograferen en ook ik heb natuurlijk fors meegedaan. Je stond daar langs de weg, in je trui, in een schitterende zon omgeven door nevelflarden, terwijl de temperatuur daar, zag ik later, zes graden onder nul was. Dat was het gekke, je voelde de kou helemaal niet. Het was die de hele dag ongeveer 0 tot -1 geweest, maar in die mist snel ging de temperatuur snel zakken. Het dooiwater van het dak bevroor op de zijruit, er hing een hele grote ijspegel aan mijn zijspiegel en mijn voorruit was zowat matglas. Schoonmaken ging ook niet want het sproeiwater bevroor op de ruit en de ruitenwissers waren waardeloos bij zo`n strenge vorst.
In Hoorn reden we in de ganzenpas met een gangetje van 40 over de provinciale weg, die aan de rechterkant nog een beetje te berijden was. Keiharde sneeuwplakken lagen op de weg, zodat je het gevoel had of je over de belgische "kasseien" reed. Niks groene golf, want je ging te langzaam, dus was het zaak om zonder hard te remmen voor de stopstreep te belanden. De A7 was hetzelfde verhaal. Was het tot Wognum nog wel een "snel" weg, daarna waren de belgische keitjes weer helemaal terug. Niks schone weg, een wielspoor aan de rechterkant en de linkerbaan alleen voor mensen die het levensmoe zijn.
De afslag was redelijk en de Westerdijk verrassend schoon. Opperdoes lag intussen ook in de dikke mist en terwijl ik de auto om 4.20 uur met een onverwachts moeiteloze draai de parkeerplaats opreed zag ik mijn thermometertje naar -8 dalen. Wat een rit!
Geschreven: Opperdoes, 3 januari 2010
Dagtekening: 15 december 2009 - 3 januari 2010