Op deze blog schrijf ik allerlei stukjes uit mijn jeugd, gezin en andere zaken, die mij op dat moment bezig hielden.
Op mijn tweede blog heb ik mijn creativiteit los gelaten. Was het eerst borduren en breien, nu is het bijna alleen nog maar haken wat me heerlijk van de straat houdt.
Avalon`s creablog: http://avalon022.blogspot.com/

Vanaf 2005 hou ik een digidagboek bij. Ik heb hierin over vanalles geschreven. Soms schrijf ik drie stukjes in een week en soms duurt het maanden voordat ik weer inspiratie krijg om iets op te schrijven. Dat kan dus vanalles zijn, heel persoonlijke dingen, wanneer ik niet lekker in mijn vel zit, herinneringen uit mijn jeugd en de tijd dat we met onze kinderen als gezinnetje samenwoonden, vakantie- of dagtripverhaaltjes, maar ook gekke, droevige of gewoon dagelijkse dingen die ik om mij heen registreer en waarover ik het leuk vind iets te schrijven. Alle verhaaltjes staan sowieso in pdf formaat ergens prive op laptop of externe schijf, maar ik heb besloten om zo langzamerhand alle verhaaltjes alsnog te publiceren op deze blog. Veel leesplezier.

Ps-1. Al bladerend door de onderwerpen zie ik nu [1-8-2013] dat het een rommeltje is geworden met de lettertypes en grootte van letters. Hoe dat komt weet ik niet. Wel weet ik dat ik ze zo niet gepost heb. Nu [26-2-2021] is het nog steeds niet veel beter. Het is jammer, dat ik niet meer grip heb op de lay-out van de stukjes. Maar goed, ik heb me helaas te houden aan de beperkte mogelijkheden. Het zij het zo, maar een rommeltje blijft het.

Ps-2. De bovenstaande foto is door mij genomen in een goddelijk rustige omgeving in de buurt van Säffle [Midden Zweden] in juni 2012.

zaterdag 16 juli 2011

Donald de buschauffeur

Op een rustige middag in mei worden we opgebeld door Sjanie Ponte van de stoomtram met de vraag of wij voor enkele dagen een logé konden herbergen. Ik frons mijn wenkbrauwen. Een logé? Hoe dan, ik kan hier in dit huis nauwelijks iemand enige privacy aanbieden en dan een wildvreemde? Even doorvragend blijkt dat er naar aanleiding van het zomerattractief waarin een buslijn werd ondehouden naar het stoommachinemuseum, een van de chauffeurs onderdak zocht. Weinig kon Sjanie vermoeden dat dit verzoekje het begin zou worden van een onvergetelijke vriendschap. Ik heb de goede man zelf opgebeld om te zeggen dat ons huis daar niet erg geschikt voor was maar dat we een prima onderdak konden aanbevelen in de vorm van een B&B in Oostwoud. In mijn gedachte probeerde ik mij de persoon aan de telefoon voor te stellen. Hij klonk als een oudere man, die een beetje op afbetaling praatte, net alsof het eerst heel goed moest nadenken voordat hij iets zei.

Intussen was het zomerattractief begonnen en daar mee ook de busdienst met een oldtimer bus van het Noorderbusmuseum uit Winschoten. Natuurlijk ontvingen wij de mensen van het busmuseum met open armen en het was na iedere rit een gezellige boel in het kantoor van de stationschef. Er werd heel was afgekletst, hoewel ik de grootste moeite had om die mensen te verstaan, want dat Groningse taaltje was hoewel natuurlijk wel beschaafd, beslist geen ABN. De tweede week was Donald aan de beurt. Hij kwam een dag eerder om met zijn collega-voorganger mee te rijden en zo de route vast te verkennen. Het was een vriendelijke man, die sprak zoals ik door de telefoon al had ervaren. Hij had een paar kolenschoppen van handen en het bleek dat hij vroeger dominee was geweest. Dat moet een imposant gezicht zijn geweest als hij aan het eind van een dienst zijn handen ophief om de zegen uit te spreken. Hoe hij in de buschauffeurswereld terecht was gekomen, daar ben ik nooit achtergekomen, maar dat is ook iets wat er helemaal niet toe doet en wat me ook helemaal niet aangaat. Zijn vrouw Mieneke was met hem mee gekomen en samen vierden zij een extra vakantie tussen de busritten door. Als hij reed ging ze af en toe met hem mee, soms maakte ze een ritje met de tram, maar meestal verkende ze Westfriesland in haar eentje per fiets en op het laatst kende ze de middenstand van Medemblik waarschijnlijk beter dan ik. En Donald genoot.

 

Hij reed zijn diensten met plezier en ook Karel ging beslist niet met tegenzin met hem mee. Soms was hij in functie als busconducteur maar ook buiten die functie kon Donald hem als extra passagier goed gebruiken. Hij gaf het zelf ruiterlijk toe dat een route uit je hoofd leren best wel moeilijk was en een geheugensteuntje in de vorm van een lokale bewoner was dan ook zeer welkom. Maar een ding was zeker! Hoewel achteruitrijden zijn sterkste kant niet was, kon hij verder rijden als de beste. De krappe rotondes leverden geen probleem op alleen maar bewonderende blikken van de passagiers. Want er is best wat stuurkennis voor nodig om die lange bus om de rotondes te draaien, zelfs al heb je stuurbekrachtiging. Iedereen die tijdens die weken in Opperdoes dienst deed of gewoon maar even kwam aanwaaien heeft heel veel plezier gehad en ook wij hebben die weken als onvergetelijk ervaren. Na het zomerseizoen vielen wij wel in een heel groot gat en door een bezoekje aan het Noorderbusmuseum in Winschoten en een tweede bezoek aan Donald en Mieneke, waar we onthaald werden op heerlijke soep, hebben wij die winter de contacten levend gehouden.

In 2002 stond Donald vooraan om weer naar Westfriesland te komen. Rico die in Winschoten de mensen organiseerden, had dat jaar, in tegenstelling tot het eerste jaar geen enkele moeite de weken te vullen, want men had aan alle kanten te horen gekregen dat het best leuk was om in Noord Holland een paar dagen te gaan rijden. Camping Arado aan het smalle dijkje in Medemblik werd hun "huiscamping" en de eigenaren stelden zelfs hun huis beschikbaar voor niet-kampeerders als Donald en Mieneke voor onderdak. Donald`s r eputatie was hem al vooruit gegaan. Zelfs bij RTV Noord Holland was men intussen op de hoogte van die Groninger buschauffeur die samen met zijn vrouw hier vakantie kwam houden. "Werken in je vakantie?, dat is toch geen werken want anders zat je je toch maar te vervelen in je stoel" zei Donald in het voor ons historisch geworden filmpje van RTV Noord Holland. Toen dat eenmaal was uitgezonden werd hij bijna een bekende Nederlander. Hij werd herkend en hij genoot. Ook dit tweede jaar draaide hij zijn rondjes om de rotonde met veel verve en een luid "Ho, ho, ho!" en als er eens een automobilist geen voorrang verleende ging dat gepaard met een "gloeiende, gloeiende .....!
Het Westfriese land had een warm plekje in zijn hart veroverd, vertrouwde hij mij toe en hij zou er zelfs wel willen wonen. Mieneke zag ik niet veel. Zij vermaakte zich uitstekend. Ze had het zo druk als wat en ze heeft zelfs nog een dag als vrijwilligster in de winkel van de stoomtram gestaan.

Een hoogtepunt voor hem dat jaar was het ritje op de locomotief. Helemaal in stijl had hij een blauwe overall op de kop getikt en zo heeft Jaap Nieweg hem een dag meegenomen als stoker op de loc. Onder de kolengruis en met zwart gezicht en handen kwam hij na zijn stokerswerk grijnzend van loc.26.

 
Na dit tweede jaar heb ik heb de wat lectuur uitgeleend zodat hij thuis in het verre Harkstede nog eens rustig zijn herinneringen van die zomer op een rijtje kon zetten en wat kon nalezen over het onze regio. Òok die winter hebben we een bezoekje aan Donald en Mieneke gebracht, waarbij ik Donald heb uitgelegd hoe de teletekst op de televisie in zijn werk ging en Mieneke`s soep onveranderlijk lekker was.


Het volgende jaar hoefde ik niet te wachten tot de zomervakantie op een ontmoeting met hen beide. Met de kostuumgroep van Mieneke, kwamen ze mee, om Hemelvaartsdag in Opperdoes te vieren. Donald werd [helaas zonder zijn onafscheidelijke pijp] vereeuwigd door onze "huisknipster" Aartje en ik zie Mieneke nog staan, keurig in kostuum, soep uitdelend aan de mensen in hun groep en later aan ieder die toevallig in de buurt was.

Die zomer was het weer als vanouds. Donald draaide op de vertrouwde manier zijn dienstjes en op het bankje op het perron werd wat afgekletst. Wat me wel opviel was dat Mieneke steeds zorzamer werd voor haar man en ze hem op allerlei manieren in bescherming nam voor zwaardere klussen. Ook een bakkie doen bij ons in de avonduren was eigenlijk teveel gevraagd. Toen ik op een donderdag met haar naar de Schager markt ging vertelde ze me openhartig dat Donald`s gezondheid de laatste tijd behoorlijk achteruit was gegaan. en dat er heel weinig kans was dat hij aan het eind van de zomer door de gezondheidsscontrole zou heenkomen, die hij wegens zijn leeftijd verplicht was te ondergaan om op de bus te blijven rijden. Mijn vermoedens werden in dat gesprek helaas werkelijkheid en hoewel er weinig aan hem te zien was op dat moment, was het bijna zeker zijn laatste jaar hier op de vertrouwde bus. Dit heb ik uiteraard allemaal voor mij gehouden en ik heb diep respect voor hen allebei dat ze met deze wetenschap nog zo`n ongeloofelijke manier hier aanwezig konden zijn. Niemand die kon zien dat Donald na zo`n dag rijden totaal uitgeput was en dat vaak moest opvangen met extra bedrust.


Na die zomer hebben we nog één keer een bezoek gebracht aan Harkstede. Donald was zichtbaar achteruit gegaan, maar nog steeds enthousiast in de weer met allerlei boeken en archiefwerk. Wij hebben die middag als vanouds nog heerlijk gepraat over stoomtram, Westfriesland, bussen en alles waarvan hij zo oeverloos vertellen kon. Dat was het laatste bezoek. Vele telefoongesprekken over en weer volgden, waarin we door Mieneke op de hoogte werden gehouden hoe het met Donald ging. Totdat eind 2004 het droevige bericht ons bereikte dat hij de strijd tegen de kanker heeft moeten opgeven. De avond voor de begrafenis zijn wij nog heen en weer naar Groningen gereden om afscheid te nemen van Donald. Dat was een afscheid van een markante persoonlijkheid en goede vriend.