
In het Oranjepark 41 [was in mijn tijd 35] in Dordrecht verknalt een overdadig groeiende struik het uitzicht op mijn allereerste woonhuis behoorlijk. In dit huis woonde ikzelf als baby, maar mijn grootouders en later mijn oom en tante woonden er tot diep in de jaren 70, zodat ik er toch heel wat herinneringen aan heb. Het is een prachtig huis, wat het tijdens de tweede wereldoorlog behoorlijk te verduren heeft gehad. Een nieuwe erker werd in de jaren 60 aangebouwd, wat het vooraanzicht totaal veranderde. Helaas is van de omgeving weinig overgebleven. Het is een erg drukke eenrichtings weg geworden, die samen met de Toulonselaan een groot deel van het stadverkeer voor zijn rekening neemt. Het even kijken beperkte zich dus helaas tot er behoorlijk snel langsrijden, want anders belemmerde je het verkeer. Ook, en dat vind ik helemaal jammer, is het “hofje”, waarop wij toen keken verdwenen. Het zag eruit als een laaggelegen straatje en doorsteek naar dezelfde Toulonselaan, waarlangs allemaal hele kleine woninkjes stonden, die zo karakteristiek zijn voor de Dortse hofjes.
Achter het huis was een klein stadstuintje met een bouwvallige schuurtje. Helemaal van hout en als je binnenin stond, keek je dwars door de planken heen naar buiten. Ik was altijd een beetje bang dat die schuur, net als ik erin stond, zou instorten zo gammel was de boel. Achter een net zo haveloze en hoge schutting en houten deur, was een brandgang, die de ene kant op na een stuk of vier naastgelegen huizen met een bocht uitmondde op straat en de andere kant op, zo lang was dat ik het eind niet kon zien. Ook daar vond ik het allemaal een beetje eng, want het was een hele lange smalle met as en gravel verharde gang, omzoomd door gras en hoge onkruidplanten en dan aan de de ene kant oude hoge houten tuinschuttingen en aan de andere kant een enorme hoge muur van een achterliggende grote fabriek, die intussen op een andere plaats is herbouwd. Vanuit die fabriek kwam altijd een monotoon bass-geluid van zware machines. Ik kan me eigenlijk maar van één keer goed herinneren dat ik in de tuin zat. Het was bloedheet, en ik zat lezend en limonade drinkend in een ligstoel met een afdakje, waar ik een grote handdoek overheen had gehangen tegen de zon en luisterde naar de nooitstoppende machinegeluiden van de Verblifafabriek. [Later Lips]
Binnen was het huis een typisch voorbeeld van zijn tijd, dus een voorloper van de doorzonkamer. Een voor- en achterkamer met als afscheiding aan beide kanten twee kasten met daartussenin twee naar elkaar toe sluitende glazen schuifdeuren. Maar vooral de keuken was schitterend. Langs de ene lange wand hingen hele hoge blauwgeschilderde, houten kasten boven een typisch grijsgestipte granieten aanrecht. In die kasten zaten deuren met raampjes. Aan de andere kant van de lange wand stond nog een hele hoge mooie bergkast. Kom daar tegenwoordig maar eens om.
Maar genoeg over dit huis, want na vier jaar [1949] verhuisde ik naar een splinternieuwe woning in Nassaustraat 234, te Slikkerveer. Van hoe het er binnen uitzag weet ik niet veel meer, want we hebben er vrij kort gewoond en in tegenstelling tot het vorige huis, kwam ik er nadat we er weggingen natuurlijk niet meer in. Eén ding herinner ik me echter nog heel goed. Het huis had een zolder die niet geheel was afgebouwd. De vloer bestond uit een raamwerk van balken met in het midden een soort van loopplank. Dus het was zaak om daar op te blijven lopen want tussen die balken was er alleen een dunne gipsplatenlaag, die het plafond van de verdieping eronder vormde. Natuurlijk ging dat een keertje fout. Mijn moeder stapte mis en zakte met haar voet door de “vloer” van de zolder met als resultaat een flink gat in het plafond van hun slaapkamer.
De buitenkant van het huis bracht me in verwarring. Op de streetviewfoto stond na het intikken van het adres een totaal ander huis wat ik met geen mogelijkheid kon herkennen als mijn oude huis. Ik begreep daar niets van, want zoveel was het niet veranderd. Dat wist ik nog van mijn bezoek in 2005. De ruime tuin leek veel kleiner doordat het huis intussen helemaal was ingebouwd, maar ik kon toen ik er voor stond nog wel zien dat het hetzelfde huis was. Op die foto niet. Wat nu te doen. Nadat ik de streetviewfoto`s had vergeleken met de foto`s die ik tijdens mijn bezoek in 2005 heb gemaakt kwam ik tot de volgende conclusie: of er zit een fout in google maps streetview of het huis is afgebroken en er zijn totaal andere huizen gebouwd. Dat zou natuurlijk best kunnen, want mijn bezoek in 2005 is natuurlijk ook al weer 10 jaar geleden. Streetview geeft in het begin van de straat nog de goede huizen aan en als ik dan verder wil proberen dichter bij ons oude huis te komen, schakelt hij over naar totaal andere woningen. Dat is vreemd en brengt me tot de conclusie dat er eigenlijk maar een oplossing is. Als ik wil weten hoe het zit, moet ik zelf gaan kijken. Maar ook begin ik zo langzamerhand te vermoeden, dat de in 2005 gemaakte opnamen misschien wel eens historisch kunnen te zijn.

Toen ik de woonhuizen had gehad, ben ik met de scholen begonnen en wat ik al schreef, had ik daarmee minder succes. Het houten keetje, dat zou moeten doorgaan voor mijn eerste kleuterschool, bestaat nog. Hoewel...ik twijfel er eigenlijk een beetje over of het wel het goede gebouwtje is. Er staat op de plek uit mijn herinnering, inderdaad een houten gebouwtje, maar ik twijfel of dit gebouwtje al ruim 60 jaar oud is. Vandaar dus geen foto totdat ik er iets meer weet. Van de lagere school in Slikkerveer weet ik niets meer dan de ligging en dat ik daar mijn linkse identiteit ben kwijtgeraakt. Hier begonnen mijn schrijflessen, waarbij ik absoluut met mijn rechterhand moest schrijven. Het was ergens in de buurt van de Prinses Irenestraat achter het kantoortje van pappa, maar daar kan ik op streetview niets van vinden.
In Amsterdam staat in de Fahrenheitstraat staat nog het gebouw van mijn tweede lagere school. Ik zeg expres gebouw, want het is nu geen school meer. Op die school, waar ik slechts een jaar was, zat ik nog in die ouderwetse houten schoolbanken met die beruchte losse inktpotjes, die je in de vierkante gaten liet vallen en schuifdekseltjes had om ze af te sluiten. Die werden gebruikt waar ze voor bedoeld waren en ook daar mocht ik alleen met mijn “goede hand” met de kroontjespen schrijven. Verder waren we ook op de zondagen niet van school verlost, want hier gingen mijn broer en ik naar de zondagsschool. Dat was dus versjes leren en bijvelverhalen aanhoren. Ook de hadden ze daar zo`n offerblok waarop een beeldje van jezus stond, die met het hoofd buigt als er een muntje in werd gedaan. Ik herinner me nog de grote bijbelplaten die aan het schoolbord werden gehangen.
Na een jaar verhuisde ik weer van school. Dit keer naar de Prof. H Burgerschool op de Plantage Muidergracht. Deze is echter helemaal afgebroken. Op de streetviewfoto kan ik alleen uit de vorm van het grasveld afleiden, dat dit mijn “driehoekige” speelplaatsje is geweest, waar ik met mijn klasgenoten poseerde midden in de winter met een of andere sneeuwbeest. Op de plek van het gebouw zijn flats neergezet. [zie: Prof.H. Burgerschool]
Eenzelfde lot ondergingen mijn beide MMS-schoolgebouwen. Gebouwen is een groot woord, want het waren allebei tijdelijke houten noodgebouwen, waar ik totaal geen beelden heb. Veel moeite om er iets moois van te maken had men trouwens ook niet gedaan, want ze waren beide gedoemd om snel te verdwijnen. Op de plek van de eerste gebouw [twee 4-klassige houten keten], waar we al na twee jaar weg moesten, staat nu Amsterdam Hilton en op plek twee, de Prinses Irenestraat is heel veel hoogbouw neergezet. [zie: Middelbare Meisjesschool]
Veeeeeeel later, tw. 7 januari 2019:
Dat vermoeden, dat de foto`s uit 2005 wel eens historisch zouden kunnen zijn, is helaas waar. Ik was er in juni 2016 met Hans, Bep en Karel en wilde Hans nog een keertje laten zien waar we toen hadden gewoond. Dat was dus te laat. Tot mijn stomme verbazing waren alle huizen afgebroken en hebben ze de nieuwe huizen, die ik op de Streetview foto`s zag, er voor in de plaats gezet. Gek hoor, een heel ander huis, met een voor mij zo bekend adres.
Geschreven: 4 april 2016, aangevuld op 7 januari 2019 en bewerkt op 21 september 2025
Dagtekening: 1945-1970







































